DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 121-30
DROPS design: Model nr. KS-041
---------------------------------------------------------
Maten:
Lengte middenachter: ongeveer 90 cm
Breedte aan de bovenkant: ongeveer 180 cm
Materiaal: DROPS KID-SILK
125 gr. kleur nr. 11, lila

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3.5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 23 st x 30 nld in tricotst = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatroon M.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer.
Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 4 st elke nld aan de goede kant als volgt:
Meerder 1 st aan het begin van de nld als volgt: 3 ribbelst, 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl av.
Meerder 2 st in het midden van het werk als volgt: 1 omsl, brei de middelste st recht, 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl av.
Meerder 1 st aan het einde van nld als volgt: 1 omsl, 3 ribbelst. Brei in de volgende nld de omsl av.
--------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Vanwege het grote aantal st, wordt deze omslagdoek heen en weer gebreid op de rondbreinld. De omslagdoek wordt als volgt gebreid: u begint bij de hals middenachter aan de bovenkant van de sjaal met een klein aantal steken en gaandeweg meerdert u in het midden en aan beide zijkanten. Zo ontstaat een grote driehoek. U eindigt dus met de onderrand in ribbelst, die loopt van de punt aan de linkerkant naar beneden naar de punt onder in het midden en weer omhoog naar de punt aan de rechterkant.

LET OP! Zorg dat u met een nieuwe bol garen begint aan de zijkant en niet midden in het werk.
Zet 7 st op met rondbreinld 3.5 mm en Kid-Silk. Plaats een markeerdraad in st nr. 4 (deze markeerder geeft middenachter aan). Brei de eerste nld als volgt (= goede kant): 3 RIBBELST - zie boven - 1 omsl, 1 ribbelst, 1 omsl en 3 ribbelst = 9 st.

Ga verder heen en weer in ribbelst en meerder TEGELIJKERTIJD 4 st om de nld - Zie TIP VOOR HET MEERDEREN! Ga verder tot er 149 st op de nld staan (Het werk meet ongeveer 18 cm, gemeten in de breirichting). Ga verder als volgt (aan de goede kant): 3 ribbelst, M.1A, M.1B over de volgende 70 st, M.1C, 1 tricotst (= middelste st), M.1A, M.1B over de volgende 70 st, M.1C en 3 ribbelst. Ga zo verder in patroon, maar brei voor iedere verticale herhaling van M.1 een extra herhaling van M.1B aan iedere kant van het midden. Brei in totaal 4.5 verticale herhalingen van M.1 = 401 st. Ga nu verder in ribbelst over alle st en meerder TEGELIJKERTIJD 4 st om de nld als hiervoor. Ga verder tot er ongeveer 11 cm in ribbelst zijn gebreid na M.1 en kant losjes af met 2 draden.


Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 st r afh, 2 st recht samen, afgeh st overh
symbols = Recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st recht samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 121-30

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (60)

country flag Anna wrote:

Thank you so much for your help DROPS Design! Now I understood everything!:)))

13.11.2014 - 15:40

country flag Anna wrote:

Hello! Please help me. So I did one whole M1. And I'm gonna repeat it. How to repeat M1B? I mean for example first row: 3 garter sts M1A(1 st) M1B(I have 98 sts so I have to make M1B 7 times?)then M1C(0 st) middle st then M1A(1 st) then again 98 sts for M1B then M1C(0 st) and 3 garter st. I thought with every repeat of M1 we add only one extra M1B. I have enough sts to do two extra M1B. Is this correct? Thank you for your help!!

12.11.2014 - 14:58

DROPS Design answered:

Dear Anna, this looks correct, every time you haver worked M1 in height, you will have enough sts to work 2 more repetitions of diagram in width between M1A and M1C. Happy knitting!

13.11.2014 - 08:53

country flag Bruchez Inès wrote:

Bonjour, je veux faire ce châle, et je ne comprends pas où prendre les 15m nécessaires pour commencer le dessin après avoir obtenu les 149 m du début, si on garde 70m pour la bordure. 2ème question : Que faire de la m augmentée au bord après les 3m lisière, pour ne conserver que les 70m de la bordure? Merci de bien vouloir m'aider. Inès

28.05.2014 - 16:47

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bruchez, tricotez les 149 m ainsi: 3 m point mousse, M1A (=1 m), 5xM1B (= 70m), M1C(1jeté), 1 m jersey (m centrale), M1A, 5xM1B, M1C, 3 m point mousse. Les augmentations après/avant les 3 m point mousse de chaque côté + au milieu du châle = M1A et M1C. Bon tricot!

28.05.2014 - 17:26

country flag Tears wrote:

Hat sich erledigt Dankeschön :)

30.04.2014 - 11:07

country flag Tears wrote:

Hallo verstehe die Anleitung nicht ganz. Ich stricke bis auf 149 Maschen und dann steht "weiter von der Vorderseite wie folgt: 3 M. Kraussrippe, m1a, M1b über die nächsten 70 Maschen usw." Wie ist das gemeint über die nächsten 70 Maschen? Da geht sich m1c und die Mittelmasche sowie die anderen Muster nicht mehr aus. Ich hab ja nur 149 Maschen? Danke fur eure baldige Antwort LG

29.04.2014 - 16:07

DROPS Design answered:

Sie stricken 3 M kraus re, dann 1x M.1A (d.h. in der 1. R besteht M.1A aus 1 M), dann 5x Muster M.1B (M.1B hat 14 M, 5x 14 M = 70 M), dann 1x M.1C (in der 1. R bedeutet dies keine M, M.1C hat erst in der 2. R 1 M), dann 1 M glatt re (mittlere M), dann 1x M.1A (= 1 M), 5x M.1B (= 70 M), 1x M.1C (= 0 M) und 3 M glatt re. Also: 3 + 1 + 70 + 0 + 1 + 1 + 70 + 0 + 3 = 149 M. Gutes Gelingen!

30.04.2014 - 21:22

country flag Charlotte wrote:

Fejlen var, at jeg på rækken under "de sorte prikker" også lukkede ind mod midten, hvilket der ikke skulle!

26.01.2014 - 12:35

country flag Charlotte Petersen wrote:

Tror mit spgsmål røg i kommentarer.Mangler hjælp til midterstykket, der hvor der skal dannes plads til M1B, jeg har ikke nok masker til dethar 5r,3sm,5r,omsl,1r(=midtmaske),omsl,5r,3sm osv

24.01.2014 - 21:40

DROPS Design answered:

Hej Charlotte. Forstaar jeg ret paa din sidste kommentar at du har opdaget hvad der var galt og er kommet videre?

29.01.2014 - 11:02

country flag Charlotte Petersen wrote:

Jeg har strikket en halv M1 og har nu i midten 2 glatstrikkede trekanter med spidserne "ned" mod nakken. Som jeg forstår det, skal der nu i midten dannes plads til 2 nye trekanter? Men jeg har ikke masker nok i midten til at påbegynde M1B. Jeg har: 5 ret, 3 sammen, 5 ret, omslag, 1ret=midtermasken, omslag, 5 ret osv. På den måde fremkommer der en glatstrikket trekant i stedet for 2 gange M1B? Jeg kan ikke se, hvad jeg gør forkert? Har nu prøvet 3 gange!

24.01.2014 - 21:36

country flag Kellie Wood wrote:

Is the first row in M1A yarn over, knit, yarn over? Then begin M1B? Does M1B end with the second yarn over? As M1B is repeated that would make two yarn overs in a row, is that correct?

13.07.2013 - 02:16

DROPS Design answered:

Dear Mrs Wood, 1st row M.1, M.1A = YO, K1, each repeat of M.1B starts with 1 yo and ends with K1, last repeat will end with 1yo, then work M.1C = K1, YO. Happy knitting!

13.07.2013 - 10:16

country flag Cobi wrote:

Na een proeflap gebreid te hebben kom ik er niet helemaal uit. Bedoeld u met M1 het gehele patroon? Of brei je in het begin 3 ribbelst.en dan m1a, m1b tot m1c, en herhaal je dan m1b iedere keer alleen? Of brei je M1a, M1b en M1c iedere keer tot het midden en dan aan beide kanten van de helft een m1b en dan weer een herhaling van M1a, M1b, M1c. Ik zou hier iets meer duidelijk heid in willen. Alvast bedankt,Cobi

06.04.2013 - 22:09

DROPS Design answered:

Er staat het volgende in het patroon: 3 ribbelst, M.1A, M.1B OVER DE VOLGENDE 70 ST, M.1C, 1 tricotst (= middelste st), M.1A, M.1B OVER DE VOLGENDE 70 ST, M.1C en 3 ribbelst. Je breit du alleen M.1A aan de zijkanten en M.1C in het midden. De overige st worden volgens M.1B gebreid en na elke complete herhaling in de hoogte komen er genoeg st bij voor nog een hele herhaling van M.1B in de breedte. Veel breiplezier.

08.04.2013 - 21:40