DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 4.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Snuggly Bunny

Gebreide trappelzak in gerstekorrel met structuurpatroon en kabels in DROPS Merino Extra Fine.

DROPS Baby 19-10
DROPS design: Model nr. ME-042-by
--------------------------------------------------------
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 50/56- 62/68- 74/80 (86/92-98/104)
Materiaal: DROPS MERINO EXTRA FINE
450-500-550 (650-700) gr. kleur nr. 01, naturel

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 4 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS HOUTEN KNOOP GEBRAND, nr. 511: 10-10-10 (12-12) stuks.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 4.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TRAPPELZAK:

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatroon M.1 tot en met M.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Eerste nld in M.2 en M.3 = goede kant.
OPENING VOOR VEILIGHEIDSGORDEL IN AUTOZITJE:
U kunt een opening maken op het voorpand en achterpand voor de veiligheidsriem in de auto. Maak de opening bij een hoogte van ongeveer 16-20-23 (28-33) cm (of op de gewenste hoogte) door de middelste 10 st op de nld af te kanten. Zet in de volgende nld 10 nieuwe st op boven de afgekante st en ga verder als hiervoor.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei de 2e en 3e st vanaf middenvoor samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat 1/3 maanden: 25, 30, 35, 40, 45 en 50 cm.
Maat 6/9 maanden: 28, 34, 41, 47, 54 en 60 cm.
Maat 12/18 maanden: 30, 38, 46, 54, 62 en 70 cm.
Maat 2 jaar: 37, 44, 51, 58, 65, 72 en 79 cm.
Maat 3/4 jaar: 40, 48, 57, 65, 74, 82 en 91 cm.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------
TRAPPELZAK:
De zak wordt in 2 delen gebreid van onderen naar boven en later samengenaaid. Brei ieder deel heen en weer op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen.
LET OP: kijk of u een opening wilt breien voor de veiligheidsgordel in de auto – zie boven.

ACHTERPAND:
Zet 68-74-82 (86-94) st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met rondbreinld 4 mm en Merino Extra Fine. Brei 4-4-4 (5-5) cm RIBBELST - zie boven –pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en ga verder in M.1 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant (begin met 1 st recht na de kant st). Zet bij een hoogte van 44-53-62 (71-82) cm nieuwe st op voor de mouwen aan iedere kant. Zet op aan het einde van iedere nld als volgt: 2-2-3 (3-3) x 4 st, 1-1-1 (1-3) x 8 st, 1-1-1 (2-1) x 10 st en 1 x 12-14-15 (15-16) st = 144-154-172 (196-218) st op de nld – LET OP: verwerk de gemeerderde st gaandeweg in M.1 – ga als alle st zijn opgezet verder in M.1, maar met 10 st aan iedere kant in ribbelst (= onderkant van de mouwen). Kant bij een hoogte van 54-64-74 (84-96) cm de middelste 16-18-22 (24-24) st af voor de hals en brei iedere schouder/mouw apart verder. Kant 1 st af langs de hals in de volgende nld = 63-67-74 (85-96) st over op de nld (= schouder en mouw). Kant af bij een hoogte van 56-66-76 (86-98) cm. Herhaal aan de andere kant.

VOORPAND:
Zet 68-74-82 (86-94) st op en brei 2-2-2 (2.5-2.5) cm ribbelst, brei dan de volgende nld als volgt aan de goede kant: 12-13-14 (14-16) st recht, * 2 st recht samen, 1 omsl, 12-13-15 (12-13) st recht *, herhaal van *-* in totaal 3-3-3 (4-4) keer, 2 st recht samen, 1 omsl en eindig met 12-14-15 (14-16) st recht (= 4-4-4 (5-5) knoopsgaten). Ga verder in ribbelst tot de rand 4-4-4 (5-5) cm meet – pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is - brei 1 nld av aan de verkeerde kant, meerder TEGELIJKERTIJD 22 st gelijkmatig = 90-96-104 (108-116) st. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 1 kant st, M.1 over de eerste 5-8-12 (14-18) st (begin met 1 st recht aan de zijkant zodat het patroon aansluit bij het achterpand), M.2 (= 32 st), 14 st av, M.3 (= 32 st), M.1 over de volgende 5-8-12 (14-18) st (pas zo aan dat M.1 eindigt met 1 st av aan de zijkant voor de kant st zodat het patroon gelijk is aan het achterpand) en eindig met 1 kant st. Ga zo verder in patroon met M.1, M.2 en M.3 en 14 st in averechte tricotst middenvoor. Zet bij een hoogte van 23-25-28 (33-37) cm de eerste 42-45-49 (51-55) st op een hulpdraad = 48-51-55 (57-61) st over op de nld.

RECHTER VOORPAND:
= 48-51-55 (57-61) st. Ga verder in patroon als hiervoor, maar brei de 6 st middenvoor in ribbelst voor de voorbies - DENK OM DE KNOOPSGATEN - zie boven! Zet bij een hoogte van 44-53-62 (71-82) cm nieuwe st op voor de mouwen aan het einde van iedere nld richting de zijkant als beschreven voor het achterpand = 86-91-100 (112-123) st. Ga als alle st zijn opgezet verder in patroon als hiervoor, maar brei de 10 st aan de zijkanten in ribbelsteek voor de mouwranden. Minder als er nog 1 nld te breien is voor het werk 51-61-71 (80-92) cm meet – pas zo aan dat dit een nld is aan de verkeerde kant - 4 st over de kabel middenvoor (dus minder 2 st over kabel en 1 st aan iedere kant van de kabel). Zet in de volgende nld aan de goede kant 6-7-8 (9-9) st middenvoor op een hulpdraad voor de hals. Kant af voor de hals aan het begin van iedere nld vanaf middenvoor: 2 x 2 st en 2-2-3 (3-3) x 1 st = 70-74-81 (92-103) st over op de nld (= schouder en mouw). Ga verder in patroon als hiervoor. Minder als er nog 1 nld te breien is voor het werk 56-66-76 (86-98) cm meet 7 st gelijkmatig over de st in de kabels in M.3 = 63-67-74 (85-96) st. Kant in de volgende nld alle st af.

LINKER VOORPAND:
Zet de st van de hulpdraad terug op de nld en neem 6 st op achter de 6 ribbelst op de rechter voorbies = 48-51-55 (57-61) st. Ga verder als beschreven voor het rechter voorpand maar in spiegelbeeld – LET OP: maak geen knoopsgaten op de voorbies.

AFWERKING:
Naai de schouder/bovenarm naden dicht. Naai de naad onder de mouwen en naar beneden langs de zijkant dicht naast de kant st. Vouw 5 cm van elke mouwrand om naar de goede kant en zet vast met een paar steekjes. Naai 4-4-4 (5-5) knopen aan op de onderkant van de trappelzak en naai de overgebleven knopen op de linker voorbies.

CAPUCHON:
Neem aan de goede kant ongeveer 58 tot 78 st op rond de hals (inclusief de st van de hulpdraden aan het voorpand) met rondbreinld 4 mm en Merino Extra Fine. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant, brei dan 1 nld recht aan de goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig naar 85-89-93 (97-101) st. Ga verder in M.1 met 6 ribbelst aan iedere kant – zet TEGELIJKERTIJD 6 nieuwe st op aan het einde van de volgende 2 nld voor de vouwrand = 97-101-105 (109-113) st – brei deze st in ribbelst. Ga verder in M.1 met 12 ribbelst aan iedere kant tot de capuchon 21-23-25 (27-28) cm meet en kant alle st af. Vouw de capuchon dubbel en naai hem dicht aan de bovenkant. Vouw een rand van 6 ribbelst breed rond de opening van de capuchon om naar de goede kant en zet vast tot de hals met kleine, nette st.

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = Zet 3 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld
symbols = Zet 3 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld
symbols = Zet 2 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 2 st recht, 2 st recht van de kabelnld
symbols = Zet 2 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 st recht, 2 st recht van de kabelnld
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Snuggly Bunny

MissTawnyOwl, Finland

Bunt the Baby

Linda, Canada

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 19-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (295)

country flag Romana wrote:

Wie weit werden Teile seitlich zusammen genäht?

30.10.2020 - 23:14

DROPS Design answered:

Liebe Romana, die Seiten werden von unter der Ärmel bis zur Anschlagskante zusammengenäht. Viel Spaß beim stricken!

02.11.2020 - 07:44

country flag Knitter wrote:

Hallo, würde gerne wissen wie sich M1,M2 usw. Auf 94 Maschen verteilen!

28.10.2020 - 13:20

DROPS Design answered:

Liebe Knitter, beim Rückenteil stricken Sie 94 Maschen in die grösste Grösse aber nur mit M.1 - bei dem Vorderteil beginnen Sie mit 94 M aber dann nehmen Sie regelmäßig 22 M zu = 116M und diese 116 M stricken Sie wie folgt: 1 Randmasche, M;1 über 18 M, M.2 (=32M), 14 li M, M.3 (= 32 M), M.1 über die 18 M, 1 Randmasche = 1+18+32+14+32+18+1= 116 M. Viel Spaß beim stricken!

28.10.2020 - 16:04

country flag Joanne Elizabeth Tucker wrote:

Also, when you've knitted the first row of M1, M2 & M3, do you do the return row (WS) with M1 - 4 knit M3 middle 14 reverse stocking stitch then M2 etc?

26.10.2020 - 12:36

DROPS Design answered:

Dear Mrs Tucker, when you work from RS: 1 edge st, M.1, M.2, Purl 14, M.3, M.1, 1 edge st, work from WS: 1 edge st, M.1, M.3, knit 14, M.2, M.1, 1 edge st reading diagrams from the left towards the right - read more about diagrams here. Happy knitting!

26.10.2020 - 12:53

country flag Joanne Elizabeth Tucker wrote:

I'm so sorry I still don't understand could you take me through the first six rows of M2 ie purl 4 sts put 2 sts on cable needle behind purl 2 sts, purl or knit the 2 sts on cable, I would knit them as they're blank not crossed boxes on the plan? When done those 4 stitches what do you do?

26.10.2020 - 11:51

DROPS Design answered:

Dear Mrs Tucker, on row 5 in M.2/M.3, work the first 12/8 sts as on first row, work the next 12 sts as shown in row 5 in diagram; work the last 8/12 sts as row 1 in diagram. On row 6 in M.2/M.3, work the first 12/8 sts as row 2 in diagram, work the next 12 sts as row 6, and the last 8/12 sts as row 2. The cables are not repeated the same way in height, just always remember to make the cable of 4 sts in M.2/M.3 on every 4th row and work the middle cables in diagrams on every 6th row, this will be easier to repeat llike this. Happy knitting!

26.10.2020 - 12:49

country flag Annette Sørensen wrote:

Jeg har fundet en god strikkeopskrift på en Køre pose Snuggly Bunny . Når jeg skal strikke forstykket volder det mange problemer med at få mønster til at passe med antalet af masker .Hvad gør jeg .Kan I hjælpe Annette

26.10.2020 - 11:36

DROPS Design answered:

Hei Annette. Litt vanskelig å hjelpe når man ikke vet hvor det går galt hos deg, men legg opp det antall masker og bruke maskemarkører mellom hver gjentagelse, evnt diagram, så har du en bedre oversikt. mvh DROPS design

26.10.2020 - 15:28

country flag Joanne Elizabeth Tucker wrote:

I think I forgot to say that my previous questions are in relation to the Snugly Bunny pattern, that I am not sure if you work rows up the M2 & M3 diagrams and what to the rows do at the top of the diagram, is there a gap where you don't do the 2 stitch cables?

25.10.2020 - 14:07

DROPS Design answered:

Dear Mrs Tucker, could the previous reply help you? Do not hesitate to tell us if it didn't. Happy knitting!

26.10.2020 - 08:27

country flag Joanne Elizabeth Tucker wrote:

When doing the M2 and M3 cable stiches do you work up the pattern or down? Also, at the top of the diagram it looks like you stop the side 2 stitch cables and just do 3 stitch cables for 2 rows? Is that correct?

25.10.2020 - 09:46

DROPS Design answered:

Dear Mrs Tucker, all diagrams are worked bottom up; when the first 4 rows are worked, repeat the first and the last cable from row 1 and continue the 2nd and 3rd cable (=middle) for 2 rows then repeat these cables from row 1, this means the first and 4th cable in M.2/M.3 will be worked every 4th row while the middle cables in M.2/M.3 are worked on every 6th row. Happy knitting!

26.10.2020 - 08:20

country flag Evlyn Stants wrote:

Another question. On working right front piece- it says “cast on stitches for sleeve as described for back piece =86/stitches. If I follow instructions for back piece I cast on 76 stitches in total = 124 stitches on needle. So - am I supposed to end up with 86 stitches in total on needle or 84 stitches for sleeve only? Thanks again for helping me through this lovely but difficult (for me) pattern.

12.10.2020 - 19:58

DROPS Design answered:

Dear Mrs Stants, when working right front piece you will cast on the stitches for sleeve only at the end of the rows from RS = 4 sts 2 times, 8 sts 1 time, 10 sts 1 time and 12 sts 1 time = 48+8+8+10+12= 86 sts. On left front piece, you will cast on the sts at the end of the rows from WS. Happy knitting!

13.10.2020 - 11:27

country flag Ursula Knitter wrote:

Wie oft wird ein Maschensatz wiederholt in der Breite?

08.10.2020 - 14:26

DROPS Design answered:

Liebe Frau Knitter, was meinen Sie hier? Welches Diagram meinen Sie? M.1 wird beim Rückenteil zwichen den Randmaschen gestrickt/wiederholt (= über allen Maschen). Beim Vorderteil stricken Sie: m.1, dann M;2, linke Maschen, M2, M1 und 1 Randmasche. Kann das weiterhelfen?

08.10.2020 - 16:16

country flag Evlyn Stants wrote:

I am not sure I am reading the chart correctly; my front piece does not look right. aAsentence of instruction would be useful. According to your chart tutorial, you read from right to left first row, then left to right second. So - if I understand your instructions, the first row of M1 for example would be k, p, etc. And so would the next row. Is this correct? Then 3rd and 4th would be p, k... But my pattern doesnt look like the pictures. please clarify- thanks.

05.10.2020 - 23:16

DROPS Design answered:

Hi Evlyn, When working from the right side you read the pattern from right to left. When you work back you read from left to right. So the first row is knit 1, purl 1, the second row (wrong side) is also knit 1, purl 1 (you are then knitting knitted stitches on the wrong side and purling purled stitches) which gives you the ribbed effect. Happy knitting!

06.10.2020 - 08:19