DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.00 € /25g
DROPS AW2425

Blue Lagoon

Gebreide DROPS trui met strepen, ronde pas en ¾ mouwen van "BabyAlpaca Silk" en "Kid-Silk". Maat: S - XXXL.

DROPS 146-9
DROPS design: Model nr. bs-037
Garengroep A en A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
100-100-100-100-100-100 gr. kleur nr. 6235, grijsblauw
100-100-100-100-100-100 gr. kleur nr. 1306, poeder
50-50-50-50-100-100 gr. kleur nr. 7402, licht zeegroen
50-50-50-50-50-50 gr. kleur nr. 7219, pistache
50-50-50-50-50-50 gr. kleur nr. 2110, zacht geel

En gebruik:
DROPS KID-SILK van Garnstudio
50-50-50-75-75-75 gr. kleur nr. 08, grijsblauw
50-50-50-50-50-75 gr. kleur nr. 07, licht grijsblauw
25-25-25-25-25-25 gr. kleur nr. 01, naturel

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst met 1 draad van elk garen = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (60 en 80 cm) 4 mm - voor randen in ribbelst.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.00 € /25g

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor het lijf):
Minder als volgt voor de markeerder: 2 st r samen.
Minder als volgt na de markeerder: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei de omsl in de volgende nld gedraaid recht, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om een gaatje te voorkomen.

STREPEN:
Zie telpatroon A.1 (kies het telpatroon voor uw maat). Brei het hele patroon in tricotst. Als A.1 klaar is, gaat u verder met de kleur van de laatste streep tot het werk klaar is (dus 1 draad poeder Baby Alpaca Silk (BAS) en 1 draad naturel Kid-Silk (KS).

PATROON (voor de ronde pas):
Zie telpatroon A.2 (kies het telpatroon voor uw maat).

RAGLAN:
Minder aan elke kant van de markeerders.
Minder als volgt voor de markeerder: 2 st r samen.
Minder als volgt na de markeerder: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
--------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 142-160-174-194-210-228 st op met rondbreinld 4 mm en 1 draad grijsblauw Baby Alpaca Silk (BAS) en 1 draad grijsblauw Kid-Silk (KS). Brei 6 nld in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 5 mm. Plaats 1 markeerder aan het begin van nld en 1 markeerder na 71-80-87-97-105-114 st (= zijkanten). Ga verder in de rondte in tricotst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Minder bij een hoogte van 7 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders – LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 2½ cm nog 5 keer (= 6 keer geminderd in totaal) = 118-136-150-170-186-204 st. Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 12-13-14-15-16-17 cm STREPEN - lees uitleg boven. Meerder bij een hoogte van 25 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen elke 2-2½-3-3-3½-3½ cm nog 4 keer (= 5 keer gemeerderd in totaal) = 138-156-170-190-206-224 st. Kant bij een hoogte van 40-41-42-43-44-45 cm de middelste 8-8-8-8-10-10 st af aan elke kant voor de armsgaten (dus kant 4-4-4-4-5-5 st af aan elke kant van beide markeerders) = 61-70-77-87-93-102 st over op het voorpand en achterpand. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 38-40-40-42-42-44 st op met breinld zonder knop 4 mm en 1 draad grijsblauw Baby Alpaca Silk (BAS) en 1 draad grijsblauw Kid-Silk (KS). Brei 6 nld in RIBBELST - zie uitleg boven! Ga verder met breinld zonder knop 5 mm. Plaats 1 markeerder aan begin van nld (= midden onder mouw). Ga verder in de rondte in tricotst. Meerder bij een hoogte van 8 cm 1 st aan elke kant van markeerder. Herhaal dit meerderen elke 4-3½-2½-2½-2-2 cm nog 7-8-10-10-12-13 keer (= 8-9-11-11-13-14 gemeerderd in totaal) = 54-58-62-64-68-72 st. Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 10-10-9-9-8-8 cm STREPEN als op het lijf. Kant bij een hoogte van 38-38-37-37-36-36 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) 8-8-8-8-10-10 st af midden onder de mouw (dus kant 4-4-4-4-5-5 st af aan elke kant van de markeerder) = 46-50-54-56-58-62 st over. Laat het werk rusten en brei nog een mouw.

PAS:
Plaats 1 markeerder, MEET NU HET WERK VANAF HIER! Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als lijf = 214-240-262-286-302-328 st. Plaats 1 markeerder in alle overgangen tussen mouwen en lijf (= 4 markeerders). Ga verder in de rondte in tricotst en STREPEN als op lijf over alle st. Minder TEGELIJKERTIJD in eerste nld voor RAGLAN – zie uitleg boven (= 8 st geminderd). Herhaal dit minderen om de nld nog 0-1-1-1-1-3 keer (= 1-2-2-2-2-4 keer geminderd voor raglan in totaal) = 206-224-246-270-286-296 st. Brei 1-1-2-2-3-2 cm in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD 8-4-4-6-0-10 st gelijkmatig in laatste nld (minder door 2 st r samen te breien) = 198-220-242-264-286-286 st. Brei dan in patroon volgens telpatroon A.2 (kies het telpatroon voor uw maat). Als A.2 klaar is, zijn er 126-140-154-144-156-156 st over op nld. Brei 1-1-1-2-2-2 cm in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD 6-10-14-4-6-6 st gelijkmatig in laatste nld = 120-130-140-140-150-150 st. Brei volgende nld als volgt: * 2 st r samen, 1 omsl, 8 st r *, herhaal van *-* de hele nld. Ga verder in tricotst. Minder bij een hoogte van 14-15-16-17-18-19 cm vanaf de markeerder (trui meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de opzetrand) 22-28-34-30-36-32 st gelijkmatig = 98-102-106-110-114-118 st. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei 1 nld av. Knip de draad af. Plaats 1 markeerder middenvoor op het voorpand. Brei dan ronding op het achterpand voor de hals heen en weer met verkorte toeren als volgt: begin 24-24-25-26-27-27 st na de markeerder aan de goede kant en brei r tot er 24-24-25-26-27-27 st over zijn voor de markeerder aan de andere kant, keer het werk. Brei tot er 29-29-30-32-33-33 st over zijn voor de markeerder, keer het werk en brei terug tot er 29-29-30-32-33-33 st over zijn voor de markeerder aan de andere kant. Keer het werk, brei tot er 34-35-35-38-39-39 st over zijn voor de markeerder, keer het werk en brei terug tot er 34-35-35-38-39-39 st over zijn voor de markeerder aan de andere kant. Keer het werk, brei r tot er 40-41-41-44-46-46 st over zijn voor de markeerder, keer het werk en brei terug tot er 40-41-41-44-46-46 st over zijn voor de markeerder aan de andere kant. Knip de draad af. Begin middenachter en brei 2 nld in ribbelst over alle st, kant dan alle st af. De pas meet ongeveer 16-17-18-19-20-21 cm middenvoor en de hele trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen samen.


Telpatroon

symbols = 1 draad licht zeegroen BAS en 1 draad grijsblauw KS
symbols = 1 draad grijsblauw BAS en 1 draad grijsblauw KS
symbols = 1 draad pistache BAS en 1 draad licht grijsblauw KS
symbols = 1 draad zacht geel BAS en 1 draad licht grijsblauw KS
symbols = 1 draad poeder BAS en 1 draad licht grijsblauw KS
symbols = 1 draad poeder BAS en 1 draad naturel KS
symbols = recht
symbols = av
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 st r, 3 st r van de kabelnld
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 146-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (36)

country flag Petra schreef:

Als Name fände ich "Frühlingserwachen" schön

18.12.2012 - 17:44

Dominika schreef:

Spring meadow

17.12.2012 - 22:24

country flag Ada schreef:

Auf dieses Kleid freue ich mich schon. Ich werde aber Grüntöne nehmen - eine schöne Frühlingsarbeit

17.12.2012 - 11:20

country flag Anna schreef:

Lenteblauw

14.12.2012 - 14:41

country flag PATOU schreef:

Bleu azur

13.12.2012 - 14:48

country flag Karin schreef:

Fin trøje, den er sikkert dejlig at strikke og farverne er bare lige i øjet..

13.12.2012 - 01:14

country flag Monique schreef:

Mooie kleurenkombinatie

13.12.2012 - 00:44

country flag Janne Mikalsen schreef:

Sommersol

12.12.2012 - 20:41

country flag Sabine schreef:

Love it

12.12.2012 - 11:27

country flag Hannele Saari schreef:

Neuleessa tosi kauniit värit ja kuviot ja mallikin on kaunis

12.12.2012 - 09:34