DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Baby 20-12
DROPS design: Model nr. BM-007-by
--------------------------------------------------------
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 50/56- 62/68- 74/80 (86/92-98/104)
Materiaal: DROPS BABY MERINO
150-150-150 (200-200) gr. kleur nr. 05, lichtroze
50 gr voor alle maten kleur nr. 01, wit

DROPS BREINLD 2.5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 st x 51 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 3 mm – voor de gehaakte randen.
DROPS PARELMOER KNOOP, nr. 521: 3 stuks..
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

VEST:

PATROON:
Zie telpatroon M.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
TIP VOOR HET BREIEN:
Als u keert in het midden van het werk, haal dan de eerste st recht af, trek de draad stevig aan, keer het werk en ga verder als hiervoor. Doe dit om een gaatje te voorkomen.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------

VEST:
Begin op het linker voorpand, brei richting de mouw, het achterpand, de andere mouw en eindig met het rechter voorpand.
Zet losjes 62-68-78 (88-96) st op met nld 2.5 mm en Baby Merino en brei 8 nld recht voor de voorbies (eerste nld = goede kant).
Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: Brei de eerste 15 st, meerder TEGELIJKERTIJD 8 st gelijkmatig (meerder 1 st door 1 omsl te maken), brei de overgebleven st op de nld = 70-76-86 (96-104) st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant over alle st, brei de omsl achter in de st om een gaatje te voorkomen. Ga verder als volgt: brei de eerste 23 st op de nld in M.1 en brei de overgebleven st elke nld recht. Brei TEGELIJKERTIJD verkorte toeren als volgt – zie TIP VOOR HET BREIEN: * brei de eerste 30-32-38 (42-47) st, keer het werk en brei de teruggaande naald, brei de eerste 46-50-57 (65-70) st, keer het werk en brei de teruggaande naald, brei de eerste 64-70-80 (90-98) st, keer het werk en brei de teruggaande naald, brei alle 70-76-86 (96-104) st, keer en brei de teruggaande naald *, herhaal van *-* tot het werk ongeveer 16-17.5-19.5 (20.5-22) cm meet vanaf de opzetnld (meet vlak voor het eerste keerpunt, dus over M.1). Knip de draad af. Zet nu de eerste 41-45-52 (60-65) st richting de onderkant op een hulpdraad (= de zijkant). Zet 36-42-46 (60-70) nieuwe st op boven de st op de hulpdraad (dus voor de 29-31-34 (36-39) st die over zijn op de nld) voor de mouw en ga nu verder als volgt (eerste nld = aan de goede kant): * brei de eerste 41-47-51 (65-75) st, keer het werk en brei de teruggaande naald, brei de eerste 59-67-74 (90-103) st, keer het werk en brei de teruggaande naald, brei alle 65-73-80 (96-109) st, keer en brei de teruggaande naald *. Herhaal van *-*. Kant bij een hoogte van 16-17-18 (18-20) cm vanaf waar st opgezet zijn voor de mouw (gemeten op het breedste deel, dus langs de onderkant) 36-42-46 (60-70) st af van de mouw richting het lijf. Knip de draad af. Zet de 41-45-52 (60-65) st van de hulpdraad aan de zijkant terug op de nld en plaats een markeerdraad in het werk. Ga verder vanaf de onderkant van het lijf als hiervoor van *-* als beschreven voor het voorpand (eerste nld = aan de goede kant).
Knip bij een hoogte van 28-31-35 (37-40) cm vanaf de markeerdraad (gemeten voor het eerste keerpunt, dus over M.1) de draad af. Zet de eerste 41-45-52 (60-65) st richting de onderkant op een hulpdraad (= de zijkant). Zet 36-42-46 (60-70) nieuwe st op boven de st op hulpdraad (dus voor de 29-31-34 (36-39) st die over zijn op de nld) voor de mouw en ga verder als hiervoor van *-* als beschreven voor de andere mouw. Kant als de mouw even hoog is als de linkermouw 36-42-46 (60-70) st af vanaf de mouwkant richting het lijf. Knip de draad af. Zet de 41-45-52 (60-65) st van de hulpdraad aan de zijkant terug op de nld en ga verder vanaf de onderkant van het lijf als hiervoor van *-* als beschreven voor het voorpand (eerste nld = goede kant). Brei als het rechter voorpand even hoog is als het linker voorpand (zonder de voorbies) de volgende nld aan de goede kant als volgt: brei de eerste 23 st, minder TEGELIJKERTIJD 8 st gelijkmatig (minder 1 st door 2 st recht samen te breien) en brei de overgebleven 47-53-63 (73-81) st op de nld = 62-68-78 (88-96) st. Brei nu de voorbies als volgt (eerste nld = aan de verkeerde kant): brei 3 nld recht over alle st en maak in de volgende nld aan de goede kant 3 knoopsgaten als volgt (dus vanaf de onderkant langs de hals):
41-45-53 (61-65) st recht, 1 omsl, 2 st recht samen, 7-8-9 (10-12) st recht, 1 omsl, 2 st recht samen, 7-8-9 (10-12) st recht, 1 omsl, 2 st recht samen en eindig met 1 st recht. Keer en brei alle st recht in de teruggaande naald. Brei nu 5 nld recht over alle st en kant losjes af aan de goede kant.

AFWERKING:
Naai de onderarm naden dicht met de zijkanten tegen elkaar. Naai de knopen aan.

GEHAAKTE RAND:
Haak een rand langs de onderkant met haaknld 3 mm en wit als volgt: 1 v, * 3 l, 1 stk in de eerste van de 3 l, sla ongeveer 1 cm over, 1 v *, herhaal van *-*.
Haak een gelijke rand rond beide mouwen.

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st recht samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 2 st recht samen achter in de st
symbols = 1 st r afh, 2 st recht samen, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 20-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (121)

country flag Sonja Santesson wrote:

Drops Baby 20-12 Behövs endast 4 nystan även till största storleken??? Ar stickat första ärmen o börjas på 3:e nystanet. Tror ni det behövs mer?? Stickar bara räta maskor o inget mönster i nederkant. Bara 4 nystan till största storlek när minsta också är 4???? Färgbad 52012 Färg 54.. Hör gärna från er snarast

19.03.2024 - 16:57

DROPS Design answered:

Hei Sonja. Til den minste str. bruker man 3 nøster / 150 gram til den største str. bruker man 4 nøster / 200 gram av DROPS Baby Merino. Usikker på hvor du ser at det er samme garnmengde i disse størrelsene. Bruker du dette garnet og overholder den oppgitte strikkefastheten skal 4 nøster/ 200 gram være nok. mvh DROPS Design

02.04.2024 - 09:49

country flag Karen wrote:

I'm working the back section now and I have 45 stitches on my needle if I increase by 8 stitches I'll only have 53 stitches. Work next row as follows from RS: K the first 15 sts, AT THE SAME TIME inc 8 sts evenly. K remaining sts on needle 76. How do I get to 76 stitches when I'm doing the back right side.

16.03.2024 - 21:32

DROPS Design answered:

Dear Karen, the sentence you stated is only used for the very beginning: you cast on 68 stitches, then increase 8, so you have 76 stitches. If you have slipped the 45 stitches for the back piece then you start working the front piece from the *, that is, from the shortened rows: * work the first 30-32-38 (42-47) sts, turn piece and work return row, work the first 46-50-57 (65-70) sts, turn piece and work return row, etc...) Happy knitting!

18.03.2024 - 00:10

country flag Sonja Santesson wrote:

Mönster 20-12. M.1 beskriver från rätsidan första mönsterraden. När arbetet vänts o man är på avigsidan, börjar man då från vänster på beskrivningen???? Hjälp!

05.03.2024 - 15:59

DROPS Design answered:

Hej Sonja. Ja det stämmer. När du är på avigsidan så läser du diagrammet från vänster till höger. Mvh DROPS design

06.03.2024 - 09:14

country flag Karen wrote:

I'm on the section of continue from bottom of body piece as before from *-* as described for front piece (first row = RS). I have no ball of knitting wool attached since I cut the thread. I have 45 stitches on the needle and both sleeves are completed. Just wondering where I can cast on my ball of wool again so I can continue that back piece.

28.02.2024 - 22:46

DROPS Design answered:

Dear Karen, start from right side again and work the stitches slipped aside at the bottom of jacket + the stitches worked at the top of sleeve and continue the short rows as before over all stitches. Happy knitting!

29.02.2024 - 08:24

country flag Karen wrote:

Im confused about this section. Continue from bottom of body piece as before from as described for front piece. So I'm back on my side stitches at the bottom do I now need to do m1 again until I reach 31cm?

16.02.2024 - 00:44

DROPS Design answered:

Dear Karen, you will now work M.1 and short rows as you worked from *to* on front piece, until piece measures 31 cm from marker. Happy knitting!

16.02.2024 - 07:58

country flag Karen wrote:

Hi I am stuck on this part. Sl Hi im stuck on this part. Slip the 45 sts from stitch holder at the side back on needle and insert a marker in piece. Continue from bottom of body piece. So I have added those stitches and I now have 75 stitches in total on the needle. It now resembles the right sleeve which is connected to the main body of the cardigan. Is this correct.

03.01.2024 - 22:38

DROPS Design answered:

Dear Karen, in 2nd size you are supposed to have 76 stitches: after you have slipped the bottom 45 sts on a thread, 31 sts remain on needle, then you cast on for bottom of sleeve 42 sts and work the remaining 31 sts = 73 stitches for sleeve. Note that the bottom edge on sleeve will be folded towards RS (see photo). Happy knitting!

04.01.2024 - 08:32

country flag Karen wrote:

Hi I have knitted my 17.5cm and cut the thread. The end stitches are on another needle. I have cast on 41 stitches in the middle do I need to join these two sections together when I knit my first row.

15.12.2023 - 22:55

DROPS Design answered:

Dear Karen, after cutting off the yarn, the first 41 stitches on the piece are slipped onto a stitch holder. Then cast on the new 42 stitches before the 31 stitches left on the needle. Now work over all of the stitches in short rows as indicated: first over 41 stitches (over the new cast on stitches), work back and work over the first 67 stitches (the 42 new stitches + some of the 31 sts from before), work back and then work over all of the 73 stitches. You join them as you work over them. Happy knitting!

17.12.2023 - 18:34

country flag Karen wrote:

Hi I have repeated M1 twice but my piece only measures 6.5cm do I need to keep repeating the M1 pattern to reach the 17cm length.

19.11.2023 - 23:44

DROPS Design answered:

Hi Karen, Yes, you repeat M.1 until the piece measures 17.5 cm, then continue as explained in the text. Happy knitting!

20.11.2023 - 06:42

country flag Patricia wrote:

Hello, ich brauche Hilfe. Ich wäre froh, wenn jemand mir erklärt, wie ich nach 19,5 cm für das 12/18 Modell die Ärmel stricke ? Was soll ich tun ? Danke sehr die Zeit zu nehmen, mir eine Antwort zu geben

03.11.2023 - 23:05

DROPS Design answered:

Liebe Patricia,, nach 19,5 cm (nach einer Rückreihe) soll der Faden geschnitten werden. Dann die unteren 52 Maschen stilllegen = zählen Sie ab der rechten Seite/Anfang einer Hinreihe = Seite der Jacke. Nun werden 46 Maschen angeschlagen (unterer Teil vom Ärmel) und danach stricken Sie die 34 Maschen die noch auf der Nadel sind (nach den stillgelegten Maschen = oberer Teil bis zum Hals). Jetzt stricken Sie den Ärmel über diese 80 Reihen mit den neuen beschriebenen verkürzten Reihen. Nach 18 cm ketten Sie die unteren 46 Maschen vom Ärmel, Faden abschneiden und Rückenteil über die stillgelegten Maschen + die oberen Maschen stricken. Viel Spaß beim stricken!

06.11.2023 - 08:02

country flag Patricia S wrote:

Hello, Thank you very much for your help. I don’t understand how to introduce thé armel after 19,5 cm for thé 12/18 pattern. I would like an simple explanation.

03.11.2023 - 22:24

DROPS Design answered:

Dear Patricia, when the piece measures 19.5cm, slip the first 52 sts onto a thread or auxiliary needle. Now, cast on new stitches on the needle, where the slipped stitches were before. Now you will work only over these new stitches, back and forth, as indicated, until the sleeve measures 18cm. Here you will cast off 46 stitches from the sleeve edge towards the body. You cut the thread and you slip back the stitches on the thread. Repeat at the other side for the other sleeve. Happy knitting!

05.11.2023 - 19:34