DROPS Silke-Tweed
DROPS Silke-Tweed
52% zijde, 48% lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 96-2
Maat: XS/S – S/M – M/L - XL - XXL
Materialen: DROPS Silke-Tweed van Garnstudio
300-350-350-400-450 gr nr. 17, gebroken wit
en gebruik: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio
50 gr voor alle maten van nr. 02, gebroken wit
DROPS Breinld nr. 2,5
DROPS Breinld nr. 3,5 - of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 23 st x 30 nld tricotst = 10 x 10 cm. Brei een proeflapje!
DROPS Haaknld nr. 3.
DROPS Parelmoeren knopen, nr. 523: 6 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Silke-Tweed
DROPS Silke-Tweed
52% zijde, 48% lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Tips voor het minderen (geldt voor de hals): Minder naast de 1 kantst op de goede kant van het werk.
Linker voorpand:
Minder als volgt voor de 1 kantst: 1 st r afh, 1 r, afgeh st overh.
Rechter voorpand:
Minder als volgt na de 1 kantst: 2 r samenbr.

Patroon: Zie de teltekeningen M.1 t/m M.4. De teltekening geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

Achterpand: Zet 106-114-122-138-154 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten, de kantst worden op het hele werk in ribbelst gebreid) met breinld 2.5 mm en Silke-Tweed. Brei M.4 met 1 kantst aan weerskanten (1e nld = verkeerde kant). Wissel bij een hoogte van 4 cm naar breinld 3.5 mm en brei de volgende nld als volgt op de verkeerde kant: 1 kantst, M.2 over de volgende 10-14-18-26-34 st, M.3 (= 6 st), M.2 (= 4 st), M.1 (= 32 st) – u bent nu op de middenachter - M.1 (= 32 st), M.2 (= 4 st), M.3 (= 6 st), M.2 over de volgende 10-14-18-26-34 st en 1 kantst. Brei zo door volgens het patroon en meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 12 cm 4 x 1 st aan weerskanten op elke 6 cm = 114-122-130-146-162 st – brei de nieuwe st mee in patroon M.2 terwijl u verder gaat. Kant bij een hoogte van 35-36-37-38-39 cm af voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld als volgt: 1 x 4 st, 0-1-1-2-3 x 3 st, 1-1-2-3-4 x 2 st en 3-3-3-4-5 x 1 st = 96-98-102-106-110 st. Kant bij een hoogte van 52-54-56-58-60 cm de middelste 32-32-34-34-36 st af voor de hals. Kant hierna aan de halskant nog 2 x 1 st af = 30-31-32-34-35 st over voor de schouders. Brei bij een hoogte van 53-55-57-59-61 cm de 6 st in M.3 2 aan 2 samen = 27-28-29-31-32 st over voor elke schouder. Kant in de volgende nld alle st af.

Linker voorpand: Zet 51-59-59-67-75 st op (incl. 1 kantst aan de zijkant) met breinld 2.5 mm en Silke-Tweed. Brei als volgt vanaf de middenvoor (1st nld = verkeerde kant): 1 kantst, 1 av, M.4 over 48-56-56-64-72 st, 1 kantst. Op de goede kant zitten er nu 2 st in tricotst naast de kantst langs de middenvoor. Wissel bij een hoogte van 4 cm naar breinld 3.5 mm en pas het aantal st aan naar een aantal van 54-58-62-70-78. Brei door in patroon als volgt: 1 kantst, M.1 (= 32 st), M.2 (= 4 st), M.3 (= 6 st), M.2 over 10-14-18-26-34 st en 1 kantst. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 12 cm aan de zijkant zoals bij het rugpand = 58-62-66-74-82 st.

Lees het onderstaande goed door voordat u verder breit:
Armsgat: Kant bij een hoogte van 35-36-37-38-39 cm af voor het armsgat zoals beschreven voor het rugpand.
Hals: Minder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 36-37-38-39-40 cm in elke 2e nld 15 x 1 st naast de 1 kantst – zie de tips voor het minderen – en vervolgens in elke 4e nld 4-4-5-5-6 x 1 st.
Als de minderingen voor de hals en het armsgat voltooid zijn staan er nog 30-31-32-34-35 st op de nld voor de schouder. Brei bij een hoogte van 53-55-57-59-61 cm de 6 st van patroon M.3 2 aan 2 samen = 27-28-29-31-32 st over voor de schouder. Kant in de volgende nld alle st af.

Rechter voorpand: Zet op en brei zoals het linker voorpand maar in spiegelbeeld.

Mouwen: Zet 58-58-66-66-74 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 2.5 en Silke-Tweed. Brei M.4 met 1 kantst aan weerskanten (1e nld =verkeerde kant). Wissel bij een hoogte van 10 cm naar breinld 3.5 mm en ga verder met M.2 over alle st tot de vereiste afmetingen. Meerder vanaf een hoogte van 12 cm 12-14-12-16-14 x 1 st op elke 3-2.5-3-2-2 cm = 82-86-90-98-102 st – brei de nieuwe st mee in patroon M.2 terwijl u verder gaat. Kant bij een hoogte van 49-48-47-45-43 cm af voor de mouwkop in elke 2e nld als volgt: 1 x 4 st, 1 x 3 st, 3 x 2 st, 3-5-6-9-12 x 1 st en vervolgens 2 st aan weerskanten tot een hoogte van 56 cm. Minder hierna nog 1 x 3 st aan weerskanten en kant de resterende st af in de volgende nld, de mouw heeft een lengte van ca 57 cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden.

Rechter knoopsgatbies en hals: Neem ca 163-171-179-183-191 st op met breinld 2,5 mm en Silke-Tweed langs het rechter voorpand, langs de hals tot aan het midden van de achterhals.
Brei als volgt (1e nld = verkeerde kant): 1 kantst, 1 av, *2 r, 2 av*, herhaal van *-* en eindig met 1 kantst . Brei 1 cm boordst. Maak vervolgens gelijkmatig verdeeld 6 knoopsgaten – het bovenste knoopsgat moet ca 1 cm onder de hals komen en het onderste ca 1 cm vanaf de onderkant . 1 knoopsgat = kant 2 st af en zet in de volgende nld boven de afgekante st 2 nieuwe st op. Brei nog 1 cm boordst en kant de st af in patroon.

Linker knoopbies en hals: Brei als de rechterbies maar zonder de knoopsgaten.
Sluit de naad middenachter vlak naast de 1 kantst. Zet de mouwen in de panden en sluit de zij- en mouwnaden vlak langs de 1 kantst. Zet de knopen aan.

Gehaakte rand: Haak langs de onderkant van de mouwen, langs beide voorpanden en de hals met haaknld 3 mm en Cotton Viscose als volgt: 1 v in de eerste st, *1 picot (= 4 l, 1 stk in de 1e l), sla 1 cm over, 1 vin de volgende st*, herhaal van *-*.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
symbols = zet 2 st op de hulpnld voor het werk, 1 av, 2 r van de hulpnld
symbols = zet 1 st op de hulpnld achter het werk, 2 r, 1 av van de hulpnld
symbols = brei de 2e st r zonder deze van de linkernld te halen, brei vervolgens de 1e st r en haal beide st van de linkernld af
symbols = zet 3 st op de hulpnld voor het werk, 3 r, 3 r van de hulpnld
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 96-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (67)

country flag Lily wrote:

Bij dit patroon (96-2) zijn twee steken niet opgetekend in het telpatroon. Het gaat om de 9e naald (linkerkant van het werk), de 15e en 18e steek moeten rechts gebreid worden. Hier horen dan eigenlijk kruisjes in het telpatroon te staan. Voor de rest is het een prima patroon. Gr. Lily

15.09.2022 - 11:29

country flag Carol McMillan wrote:

Is 1/1 Cable the same as the "K 2nd st without lifting st off needle, K 1st st and slip both sts off needle" used in this pattern? If so is it a 1/1 LC or 1/1 RC (as per below)? 1/1 Cable – Left (1/1 LC) Slip 1 stitch onto a cable needle and hold in front, k1, then k1 from cable needle. 1/1 Cable – Right (1/1 RC) Slip 1 stitch onto a cable needle and hold in back, k1, then k1 from cable needle.

31.01.2022 - 22:06

DROPS Design answered:

Dear Carol, you work as 1/1 LC: you slip 1 stitch onto a cable needle and hold in front, k1 and then k1 from cable needle. Happy knitting!

31.01.2022 - 23:47

country flag PARISSE wrote:

Pouvez-vous me dire comment remplacer la partie crochet par un point au tricot ? MERCI

29.10.2015 - 19:21

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Parisse, il vous faudrait trouver un point analogue au tricot. Rappelez-vous que vous pouvez apprendre le crochet et comment réaliser cette bordure grâce à nos leçons et vidéos. Pour toute assistance complémentaire, votre magasin DROPS saura vous aider et vous conseiller. Bon tricot!

30.10.2015 - 09:54

Ruth Rabbani wrote:

Beautiful sweater. I have lots of Drops 100% pure alpaca, 23 stitches x 30 rows gauge. Can I use this alpaca yarn for drops 96-2 sweater?

17.02.2015 - 19:57

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rabbani, DROPS Silke Tweed was group A (see here, and Alpaca belongs to group A, so that you can use Alpaca as an alternative to Silke Alpaca. Click here to calculate amount of required yarn when working with an alternative. Happy knitting!

18.02.2015 - 09:06

country flag Myriam De HONTHEIM wrote:

Explication des diagrammes: il manque un mot = mettre 3 m sur l’aiguille auxiliaire devant l’placer, 3 m end, reprendre les 3 m de l’aiguille auxiliaire et les tricoter à l’end... Je suppose: mettre 3 m sur l'aiguille auxiliaire devant l'ouvrage, reprendre...

04.02.2015 - 21:03

DROPS Design answered:

Bonjour Mme De Hontheim et merci, la légende a été corrigée. Bon tricot!

05.02.2015 - 09:50

country flag Karin Venner wrote:

Meget sød, den vil jeg prøve at strikke.

02.01.2014 - 23:57

country flag Bonnie Reynell wrote:

Where the explanation to pattern diagram says 'K2 tog without lifting st off needle, K1 and slip both sts off needle' I think it should say 'K 2nd st without lifting st off needle, K 1st st and slip both sts off needle.' I couldn't figure out the English instruction so I read it in Dutch and then it made sense.

07.03.2010 - 00:37

country flag Drops Design wrote:

Hej Nej det är rätt som det står. Eftersom man ska ha en högre ärmkulle i de större storlekarna så måste man börja tidigare. Det blir så när man har en skräddad ärm.

30.09.2006 - 09:45

country flag Birgitta WE wrote:

Verkar vara fel på beskrivningen för ärm!? "När arbetet mäter49-----42 cm...." Bprde det inte börja lågt och bli högre i st för tvärtom?

27.09.2006 - 21:55

country flag Birgitta Larsson wrote:

tack på förhand

08.09.2006 - 09:02