DROPS Silke-Tweed
DROPS Silke-Tweed
52% zijde, 48% lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 95-21
Maat: XS - S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Silke-Tweed van Garnstudio
250-250-300-300-350-400 gr nr. 02, bruin

DROPS Rondbreinld nr. 3,5 - of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende stekenverhouding: 23 st x 30 nld in Rib = 10 x 10 cm.
DROPS Rondbreinld nr. 4 - of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende stekenverhouding: 20 st x 27 nld in het Gaatjesmotief = 10 x 10 cm.
DROPS Haaknld nr. 3 (voor de knoopsgatlusjes)
DROPS houten knoop, nr. 537: 3 of 4 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Silke-Tweed
DROPS Silke-Tweed
52% zijde, 48% lamswol
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Boordsteek: * 2 r, 3 av *, herhaal steeds *-*.

Ribbelst: = alle naalden recht

Ajourmotief: zie teltekeningen M.1 t/m M.3. De teltekening geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

Tips meerderen (geldt voor de schuine voorkant):
Direct na de laatste kantst langs het midden meerderen. Maak 1 omsl op de nld om 1 st te meerderen, en brei de omsl op de volgende nld verdraait r, zodat er geen gaatje ontstaat(dus achterin insteken, in plaats van voorin).

Tips minderen (geldt voor de hals):
Direct na de 3 ribbelst minderen.
Het minderen wordt altijd op de heeng nld gedaan.
Na de 3 ribbelst op minderen als volgt: haal 1 st r af, brei 1 r en haal de afgeh st daarover. Voor de 3 ribbelst op deze manier minderen: 2 st r sam.br.

Voorkant: De voorkant helemaal tot de halslijn in ribbelst breien – voor een mooi resultaat een beetje strak breien

Rug- en voorpand: het werk wordt heen en weer van middenvoor naar middenvoor op de rondbreinld gebreid. Zet met rondbreinld nr. 3,5 en Silke-Tweed 207-232-247-277-307-337 st los op (incl. 5 ribbelst aan weersz). Brei 1 nld av en brei vervolgens boordsteek met de 5 eerste en 5 laatste in ribbelst + 2 r (gezien op de goede kant) aan weersz - zie de beschrijving voor de voorkant hierboven. Bij een hoogte van 3 cm alle 3 av naar 2 av minderen = 168-188-200-224-248-272 st. Brei door in boordsteek 2 r/2 av tot een totale hoogte van ca 10-10-11-11-12-12 cm – de volgende nld moet een heeng nld zijn. Wissel naar rondbreinld nr. 4 en brei tricotst ( blijf de voorkanten op de beschreven manier breien) en tegelijkertijd het aantal st naar totaal 167-191-203-227-251-275 st minderen op de 1e nld – LET OP: Niet tussen de st van de voorranden meerderen/minderen.

Lees a.u.b het volgende stukje voordat u doorgaat met breien!

Ajourmotief: Brei bij een hoogte van 13-14-15-16-17-18 cm de volgende heeng nld als volgt: 5 ribbelst, teltekening M.1A (= 16 st), teltekening M.1B over de volgende 132-156-168-192-216-240 st, teltekeningM.1C (= 9 st) en 5 ribbelst. Brei door op deze manier totdat teltekening M.1 één keer volledig is gebreid. Zet tegelijkertijd 1 merkdraad 44-50-53-59-65-71 st vanaf beide voorkanten = 79-91-97-109-121-133 st tussen de merkdraden = rugpand. Brei na teltekening M.1 door volgens teltekening M.2 op dezelfde manier, dus 5 ribbelst, teltekening M.2A (= 16 st), M.2B over de volgende 132-156-168-192-216-240 st, teltekening M.2C (= 9 st) en 5 ribbelst. Brei door volgens teltekening M.2 op deze manier tot een totale hoogte van ca 40-41-42-43-44-45 cm – na een volledige herhaling van het ajourmotief – brei vervolgens teltekening M.3 één keer volledig op dezelfde manier (met 5 ribbelst aan weersz). Brei na teltekening M.3 verder in tricotst (de voorkant en de st langs de hals in ribbelst blijven breien).
Schuine voorkant: tegelijkertijd bij een hoogte van 13-14-15-16-18-19 cm meerderen voor de schuine voorkant aan weersz langs het middenvoorpand – zie Tips meerderen. 1 st meerderen aan weersz op elke 4-4-3,5-3,5-3-3 cm in totaal 8-8-9-9-10-10 keer.
Armsgat: kant tegelijkertijd bij een hoogte van 35-36-37-38-39-40 cm 6-6-8-8-10-10 st af aan weersz voor de armsgaten (dus 3-3-4-4-5-5 st aan beide kanten van de merkdraden). De delen worden vanaf hier apart af gebreid. Zet de st van de beide voorpanden op een draad.

Rugpand: = 73-85-89-101-111-123 st. Kant verder af voor de armsgaten aan de weersz op elke 2e nld: 0-0-0-1-1-2 x 3 st, 0-2-2-3-5-5 x 2 st en 2-3-4-4-4-6 x 1st = 69-71-73-75-77-79 st – Brei door volgens het ajourmotief met 1 kantst aan weersz – LET OP: de st, die bij het afkanten voor de armsgaten, geen onderdeel van het motief zijn in tricotst breien, zorg dat er altijd een omslag t.o. een samengebreide st staat en vice versa opdat het stekenaantal correct blijft – brei na teltekening M3 verder in tricots.
Brei bij een hoogte van 51-53-55-57-59-61 cm 4 nld ribbelst over de middelste 25-27-27-29-29-31 st (de overige st op de gewone manier breien). Kant op de volgende nld de middelste 19-21-21-23-23-25 st af voor de hals. Kant verder op de volgende nld 1 st af aan de halszijden – zie Tips minderen = 24-24-25-25-26-26 st voor elke schouder. Brei door in tricotst met 3 ribbelst aan de halszijden en kant de st af bij een totale hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm.

Linker voorpand: brei door volgens het motief en meerder tegelijkertijd door voor de schuine voorkant. Kant tegelijkertijd af voor het armsgat aan de zijkant zoals voor het rugpand. Als het afkanten en meerderen voltooid is, staan er totaal 47-48-50-51-53-54 st op de nld (dus 1 kantst, 33-34-35-36-37-38 st motief en 13-13-14-14-15-15 ribbelst langs het middenvoorpand). Kant tegelijkertijd na de laatste meerdering langs het middenvoorpand (het werk heeft een totale hoogte van ca 41-42-43-44-45-46 cm), de 10-10-11-11-12-12 voorste st van het middenvoorpand af voor de hals. Kant verder 1 st af aan de halszijde op elke 2e nld – zie Tips minderen: totaal 13-14-14-15-15-16 keer = 24-24-25-25-26-26 st op de schouder. Brei door met 3 ribbelst langs de halskant. Kant de overige st af bij een totale hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm.

Rechter voorpand: als het linker voorpand breien, maar in spiegelbeeld.

Mouwen: de mouw wordt heen en weer op de rondbreinld gebreid. Zet met rondbreinld nr. 3,5 en Silke-Tweed 77-77-77-92-92-92 st los op (incl. 1 kantst aan de weersz). Brei 1 nld av. Brei vervolgens door in boordsteek met 1 kantst aan weersz. Bij een hoogte van 4 cm elke 3 av naar 2 av minderen = 72-72-72-86-86-86 st. Herhaal het minderen bij 8 en 12 cm, steeds op de av st, zodat bij 12 cm de boordsteek 2 r/2 av is met 1 kantst aan weersz = 62-62-62-74-74-74 st. Brei door in boordsteek tot een totale hoogte van 13-13-14-14-15-15 cm – de volgende nld moet een heeng nld zijn. Wissel naar breinld nr. 4 en brei tricotst en minder tegelijkertijd het aantal st naar een totaal van 51-55-57-59-61-63 st in de 1e nld.

Lees a.u.b. het volgende stukje voordat u doorgaat met het breien van de mouwen!

Ajourmotief: Brei bij een hoogte van 16-16-17-17-18-18 cm de volgende heeng nld op deze manier: 1 kantst, 0-2-3-4-5-6 tricotst, teltekening M.1A (= 16 st), teltekening M.1B over de volgende 24 st, teltekening M.1C (= 9 st), 0-2-3-4-5-6 tricotst en 1 kantst. Brei teltekening M.1 één keer volledig, en brei vervolgens teltekening M.2 op dezelfde manier brei de gemeerderde st in tricotst en waar mogelijk mee in patroon– zie beschrijving hieronder. Brei bij een hoogte van ca 29-29-30-30-31-31 cm – d.w.z. na een volledige herhaling van het ajourmotief – teltekening M.3 op dezelfde manier, en brei de rest van de mouw in tricotst.
Meerderen: tegelijkertijd het meerderen bij een hoogte van 17-17-18-18-19-19 cm met 1 st aan weersz in totaal 10-11-11-14-15-16 keer voor Maat XS: afwisselend op de 4e en 5e nld, Maat S: op elke 4e nld, Maat M: afwisselend op de 3e en 4e nld, Maat L: afwisselend op de 2e en 3e nld, Maat XL: op elke 2e nld en Maat XXL: op elke nld = 71-77-79-87-91-95 st - de nieuwe st in tricotst breien.
Mouwkop: Kant bij een hoogte van 35-34-33-32-30-28 cm af voor de mouwkop aan de weersz op elke 2e nld: 1 x 4 st, 1 x 3 st, 2-3-3-4-4-4 x 2 st en 1-3-4-4-7-8 x 1 st. Kant verder 2 st af aan de weersz tot een totale hoogte van 41-42-42-42-42-42 cm, en kant daarna 1 x 3 st keer af aan weersz. Kant de overige st af, de mouw heeft een totale lengte van ca 42-43-43-43-43-43 cm.

Afwerken: sluit de schoudernaden. Sluit de mouwnaden vlak langs de kantst, en zet de mouwen in het vestje.

Knoopsgatlusjes: haak 3 of 4 lusjes langs het rechter voorpand met haaknld nr. 3 en Silke-Tweed. Het bovenste lusje ca 0,5 cm van de bovenkant en de volgende met een tussenafstand van ca 6 tot 8 cm .
1 knoopsgatlusje = 1 v in een st, 6 l, 8 nld ribbelst overslaan en sluit het lusje met 1 hv in de volgende st.

Naai de knopen op de overgang tussen de ribbelst en het ajourmotief (zie foto).

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant
symbols = 1 omslag
symbols = 2 st r samenbreien
symbols = haal 1 st r van de nld af, 1 r, haal de afgeh st daarover
symbols = haal 1 st r van de nld af, 2 st r samenbreien, haal de afgeh st daarover
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 95-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Miriam Rombach wrote:

Ich bin beim linken Vorderteil. Abnahme für den Halsausschnitt.Da bin ich mir unsicher Gr.S: Vorteile+Rückenteil wird bei 36cm separat gestrickt. Bei 41cm soll ich schon für den Ausschnitt abnehmen? Die wenn ich 8x alle 4cm an derBlende zunehme, bin ich da noch garnicht fertig. Kann das sein, dass 41cm ohne Bündchen gemeint ist?

18.02.2023 - 18:13

DROPS Design answered:

Liebe Frau Rombach, Halsausschnitt beginnt man wenn die Arbeit 42 cm (Größe S = 2. Größe) ab der Anschlagskante misst, dann nehmen Sie 1 Masche in jeder 2. Reihe 14 Mal ab, und stricken Sie bis die Arbeit 56 cm misst. Viel Spaß beim stricken!

20.02.2023 - 09:43

country flag CHTIOUI wrote:

Bonjour, je n'ai pas compris comment se tricote le motif M3??? Pouvez vous m'expliquer s'il vous plaît, merci.

14.08.2019 - 17:41

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Chtioui, M.3 va se tricoter ainsi: on commence par M.3A (après les 5 m point mousse), on répéte M.3B jusqu'à ce qu'il reste 14 mailles, on tricote ensuite M.3C et on termine par les 5 m au point mousse. Bon tricot!

15.08.2019 - 09:28

Kathy wrote:

I wrote the chart into a line by line pattern, For instance Line 1 of M2 would read K4, *K2tog, YO, K1, YO, S1K1Psso, K7, repeat from *, K4. Looking at other people's completed sweaters, it looks like the YO is made before the decrease to create the chain looking diagonal row of decreases. Did I translate the chart correctly? Or is the YO worked before the decrease.

31.05.2017 - 01:28

DROPS Design answered:

Dear Kathy, almost correct, M.2A= K4, K2 tog, YO, K1, YO, S1K1psso, K7 - M2B = K2 tog, YO, K1, YO, S1K1psso, K7 - M2C = K2 tog, YO, K1, YO, S1k1psso, K4. Happy knitting!

31.05.2017 - 08:37

country flag Franny wrote:

I don't understand the Front Edge Shaping instructions. Do the cms refer to length of garment and is the increase at the beginning and end of the row? I am very confused. Would appreciate it if someone could help me. Thank you

09.10.2016 - 15:40

DROPS Design answered:

Dear Fanny, the cms refers to the entire length, so you'll start working the front shaping when you'll start the pattern. You've to increase following the instructions stated in the increasing tip. Happy knitting!

10.10.2016 - 07:17

country flag Mervat wrote:

Hi ....i knitted M2 for 1 time . should i repeat it and then finish with M3 once ?? thank you

26.02.2016 - 22:18

DROPS Design answered:

Dear Mrs Mervat, you first work M.1 1 time in height, then repeat M.2 in height until piece measures 40-45 cm (see size - adjust to a complete diagram), then work M.3 1 time in height and continue in stocking st until finished measurements. Happy knitting!

27.02.2016 - 16:29

country flag LOUCHART wrote:

Merci de votre réponse super je vais pouvoir continuer le tricot.

17.03.2015 - 13:34

country flag LOUCHART Marie-France wrote:

Bonjour, Je ne comprends pas le motif m1b car il se tricote sur 11m et j'ai 192 m donc 192: 11 =17,45 et j'ai essayé mais soit il me manque 5m ou soit 5 de trop. Pourtant j'ai le même nombre de mailles que sur le modèle. Pouvez vous m'aider merci

17.03.2015 - 11:19

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Loucart, M1B se tricote sur 12 m (Rang 1 = 2 m ens à l'end, 1 jeté, 1 m end, 1 jeté, 1 surjet simple, 7 m end), on va le répéter 16 fois = 192 m. Bon tricot!

17.03.2015 - 13:28

country flag Julie Matthews wrote:

I am about to knit this pattern and have circled the size I am going to make. There seem to be 3 places where there are only 5 options though there are 6 sizes. 1)'front edge shaping' line 2 and 2) 'back piece' line 1 and line 6. Have you any corrections for this? Many thanks

01.04.2014 - 20:34

DROPS Design answered:

Dear Mrs Matthews, pattern have been edited so that there are all indications for all sizes now. Thank you very much for your patience. Happy knitting!

05.05.2014 - 13:46

country flag Blahblah wrote:

Nr of stitches on sleeve for the second size don't match. When starting stockinette the patt. says 55 sts although the first lace part only adds up 53 sts.

20.02.2013 - 21:58

DROPS Design answered:

Dear Blahblah, in 2nd size, you will work pattern as follows : 1 edge st, 2 sts stocking sts, M.1A (=16 sts), M.1B over the next 24 sts, M.1C (= 9 sts), 2 sts stocking sts and 1 edge st = 55 sts. Continue with M.2 as for M.1. Happy knitting!

21.02.2013 - 11:32

country flag DROPS Design wrote:

The translations for the Diagrams for all Garnstudio patterns are included within the text of the Pattern itself. If you look you will find lines starting with an = sign. These are the translations, and they are given in the same vertical order as the chart symbols within the diagram.

18.05.2008 - 21:28