DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Salt Water

Het setje bestaat uit: DROPS Bolero met gehaakte manchetten van ”Cotton Viscose” en ”Vivaldi” en een los gebreide DROPS ½rok van ”Vienna”

DROPS 94-2
Jasje:
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio
150-200-200-200-250 gr nr. 02, natuur
en gebruik: DROPS Vivaldi van Garnstudio
100-100-100-100-100 gr nr. 06, natuur
DROPS Breinld nr. 6 – Of de breinld die u nodig heeft voor deze stekenverhouding: 14 st x 20 nld met 1 draad van beide garens in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS Breinld nr. 5 (voor de rand op de rug-, voorpanden en mouwen)
DROPS Haaknld nr. 4.

Rok:
Maat: S - M - L - XL - XXL
De rok zal ca 10 cm langer worden in het dragen, in vergelijking met de maten op de schematekening.
Materialen: DROPS Vienna van Garnstudio
100-100-100-150-150 gr nr. 21, natuur
En gebruik: DROPS Snow van Garnstudio
100 gr voor alle maten van nr. 01, natuur
DROPS Breinaalden nr. 15 – Of de breinld die u nodig heeft voor deze stekenverhouding: 5 st x 7 nld tricotst met Vienna = 10 x 10 cm.
DROPS Haaknld nr. 8.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

BOLERO:

Ribbelst: alle naalden recht breien

Rugpand: zet met breinld nr. 5 en 1 draad van beide garens (= 2 draden) 49-54-62-72-79 st op (incl. 1 kantst aan weersz). Brei 6-6-8-8-10 nld ribbelst, wissel naar breinld nr. 6 en brei door in tricotst. Tegelijkertijd bij een hoogte van 3-3-4-5-6 cm 1 st meerderen aan weersz op elke 2,5.-3.-3,5.-4.-4. cm totaal 6-6-5-4-4 keer = 61-66-72-80-87 st. Kant bij een hoogte van 19-20-21-22-23 cm af voor de armsgaten aan weersz op elke 2e nld: 1 x 3 st , 1-1-2-3-4 x 2 st en 1-2-2-3-4 x 1 st = 49-52-54-56-57 st. Kant bij een hoogte van 36-38-40-42-44 cm de middelste 11-12-12-14-15 st af voor de hals. Kant verder op de volgende nld 1 st af aan de halszijden = 18-19-20-20-20 st voor elke schouder. Kant de overige st af bij een totale hoogte van 38-40-42-44-46 cm.

Rechter voorpand: zet met breinld nr. 5 met 1 draad van beide garens (= 2 draden) 37-39-43-47-50 st op (incl. 1 kantst aan weersz). Brei 6-6-8-8-10 nld ribbelst, en kant vervolgens de laatste 14 st op het midden van het voorpand af voor de voorsluiting = 23-25-29-33-36 st op de nld. Wissel naar breinld nr. 6 en brei door in tricotst, maar de eerst 3 st langs het middenvoorpand op het hele werk in ribbelst breien. Tegelijkertijd, bij een hoogte van 3-3-4-5-6 cm meerderen aan de zijkant zoals bij het rugpand = 29-31-34-37-40 st. Kant bij een hoogte van 19-20-21-22-23 cm af voor het armsgat aan de zijkant zoals bij het rugpand = 23-24-25-25-25 st op de breinld. Kant bij een hoogte van 38-40-42-44-46 cm de eerste 18-19-20-20-20 st van de schouder af. Brei de rand van de hals door over de resterende 5 st (dus 2 tricotst en 3 ribbelst). Als deze rand een hoogte van ca 4 tot 5,5 cm vanaf de schouder heeft (u mag deze rand iets rekken bij het vast zetten in de hals) de st op 1 hulpdraad zetten.

Linker voorpand: als het rechter voorpand breien, maar in spiegelbeeld.

Mouwen: zet met breinld nr. 5 met 1 draad van beide garens (= 2 draden) 36-38-39-41-43 st op (incl. 1 kantst aan weersz). Brei 2 nld ribbelst, wissel naar breinld nr. 6 en brei door in tricotst. Vanaf een hoogte van 4 cm 1 st meerderen aan weersz op elke 3,5.-2,5.-2.-2.-1,5. cm in totaal 6-7-8-9-10 keer = 48-52-55-59-63 st. Kant bij een hoogte van 24-23-23-22-21 cm af voor de mouwkop aan weersz op elke 2e nld:1 x 3 st, 2 x 2 st en 2-3-3-5-5 x 1 st , kant verder 2 st af aan weersz tot een totale hoogte van 31-31-31-32-32 cm. Kant daarna 1 x 3 st af aan weersz. Kant de overige st af, de mouw heeft een totale hoogte van ca 32-32-32-33-33 cm.

Afwerken: sluit de schoudernaden.

Halskant: sluit de halsrand in het midden achterop met kleine onzichtbare steken. Naai de rand vast langs de achterhals met kleine mooie steken – rand aan rand.
Zet de mouwen in het jasje. Sluit de mouw- en zijnaden vlak binnen de kantsteken.

Gehaakte rand langs de halslijn:
Haak met een haaknld nr. 4 en Vivaldi als volgt – begin beneden op het rechter voorpand net boven de voorsluiting en haak in de eerste ribbelst als volgt: 1 hv in de eerste st, 3 l, ca 1 cm overslaan, en haak in de volgende st 2 stk, 2 l en 3 stk, * ca 3 cm overslaan, en haak in de volgende st 3 stk, 2 l en 3 st *, herhaal steeds *-* langs het rechter voorpand, rond de halslijn en naar beneden langs het linker voorpand, en sluit af met 1 hv in de laatste st net boven de voorsluiting – LET OP: De rand moet recht zijn.

Gehaakte manchetten: haak met haaknld nr. 4 en met Vivaldi aan onderkant van de mouwen op deze manier (haak in de opzet toer):
1e tr: 1 hv in de eerste st in het midden onder aan de mouw, 3 l, 2 stk in dezelfde st, 2 l, 3 stk in dezelfde stk, * ca 2,5 cm overslaan, en haak in de volgende st 3 stk, 2 l en 3 stk *, herhaal steeds *-* en sluit af met 1 hv in de 3e l van het begin van de tr – LET OP: des te dichter de stk-groepen bij elkaar worden gehaakt, des te breder wordt het eind van de manchet.
2e tr: haak 1 hv in het eerste l-boogje, 3 l, 2 stk om hetzelfde l-boogje, 2 l, 3 stk om hetzelfde l-boogje * haak om het volgende l-boogje 3 stk, 2 l en 3 stk *, herhaal steeds *-* en sluit af met 1 hv in de 3e l van het begin van de tr.
3e tr: haak 1 hv om het eerste l-boogje, 4 l, 2 dubb-stk om hetzelfde l-boogje, 3 l, 3 dubb-stk om hetzelfde l-boogje, * haak om het volgende l-boogje 3 dubb-stk, 3 l en 3 dubb-stk *, herhaal steeds *-* en sluit af met 1 hv in de 4e l van het begin van de tr.
4e tr: haak hv tot het eerste l-boogje, 4 l (= 1 dubb-stk), 3 dubb-stk om hetzelfde l-boogje, 3 l, 4 dubb-stk om hetzelfde l-boogje, * haak om de volgende l-boogje 4 dubb-stk, 3 l en 4 dubb-stk *, herhaal steeds *-* en sluit af met 1 hv in de 4e l van het begin van de tr.




ROK:

Tips meten: het werk meten, als het vlak op bijvoorbeeld een tafel ligt.

Tips meerderen: 1 st meerderen door 1 omsl te maken. Brei op de volgende nld deze omsl gedraaid r/av (dus in het achterste deel van de st breien in plaats van voorin) zodat er zich geen gaatje vormt.

Rok: Lees Tips meten! Zet met Vienna 40-44-48-54-60 st op over 2 breinld nr. 15 (dit wordt gedaan om de rand elastisch te maken). Trek de ene breinld uit het werk en brei tricotst. Bij een hoogte van 12-12-12-13-13 cm 6 st gelijkmatig meerderen op de nld – lees Tips meerderen. Herhaal het meerderen op deze manier bij 24-24-25-26-26 cm en 36-37-38-39-40 cm = 58-62-66-72-78 st. Kant bij een hoogte van ca 46-48-50-52-54 cm los af – omdat de rand niet te strak mag zijn, maak 1 omsl na ca elke 4e st, tegelijkertijd met het afkanten (kant ook de omsl af).
Sluit de naad van de rok in het midden achter in het uiterste deel van de laatste st, zodat de naad onzichtbaar wordt – gebruik hiervoor de matrassteek.

Touwtje: haak met een haaknld nr. 8 en Snow een koordje van l – dit koordje moet een lengte van ca 130 tot 160 cm hebben (of een gewenste lengte). Knip de draad af, en trek het koordje door een rij van st langs de bovenrand.

Gehaakte rand: haak met een haaknld nr. 8 en Snow langs de onderrand van de rok als volgt: 1 v in de eerste st, * 4 l, 1 stk in de eerste van de 4 l, 1 st overslaan, 1 v in de volgende st *, herhaal steeds *-* op de hele tr en sluit af met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 94-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (28)

country flag Lena wrote:

Jeg har tidligere strikket denne, og den er så fin. Nu kunne jeg godt bruge en tilsvarende jakke med længde til livet. Altså ca. 15 cm længere. Hvordan gør jeg det? Kan jeg “bare” vente det ønskede antal cm inden jeg starter ind og udtagning?

24.04.2020 - 22:11

DROPS Design answered:

Hej Lena, Ja det kan du absolut gøre :) God fornøjelse!

28.04.2020 - 11:50

country flag Sharon wrote:

I made the basic pattern with drops brushed silk and a silk-cotton yarn. I used a different lace edging made with the brushed silk and I made the ties longer to wrap around for a ballerina top. Its gorgeous and I cant take it off :) . Im going to make more, adjusting the sleeve caps because its loose above the bust for people with larger breasts-cast of 4 instead of 3 and decrease 2 another time on the sleeves &on the corresponding armholes, then incr. body width toward the shoulders if needed

27.03.2019 - 17:06

country flag Valerie wrote:

Bonjour je voudrais realiser ce modele ,la jupe,pour l’ete que me conseiller vous comme fil pas trop lourd d’ete. Merci

01.10.2018 - 19:11

DROPS Design answered:

Bonjour Valérie, pour ce modèle estival, je pense qu'il faudrait garder un fil du groupe D ou une alternative (voir ici pour conserver l'effet ajouré du déjaugé - elle se porte en "sur-jupe". Votre magasin DROPS saura vous conseiller si besoin, même par mail ou téléphone. Bon tricot!

02.10.2018 - 09:11

Daniela wrote:

Sia il cotton viscose che il vivaldi si lavorano con i ferri 3.5/4. Perchè nel modello si usano i ferri n. 5 e 6?

30.08.2015 - 17:55

DROPS Design answered:

Buongiorno Daniela. Vengono suggeriti i ferri n° 5 e 6 in quanto si lavora con 1 capo di ognuna delle due qualità (= 2 capi lavorati insieme). Verifichi anche di scegliere la misura dei ferri che le consente di ottenere il campione indicato. Buon lavoro!

31.08.2015 - 09:52

country flag Anne wrote:

Bij de rok staat in de 2e regel dat je de breinaald eruit moet trekken en verder in tricotsteek ;=] Het lijkt erop dat er iets is mis gegaan met de vertaling. Ook de pendikte is hierna niet helemaal duidelijk.

06.12.2014 - 20:25

DROPS Design answered:

Hoi Anne. Je zet de st op over 2 nld = de steken worden dan groter en elastischer. Dan trek je de ene nld eruit en begint met breien. Je zet op over de 2 nld 15 mm en breit met de 15 mm. Er verandert niets in de naalddikte.

10.12.2014 - 12:38

country flag Briant wrote:

Trop mimi ce petit boléro plein de délicatesse j'aime vraiment beaucoup

12.12.2013 - 18:59

country flag Drops Deutsch wrote:

Die Anleitung ist jetzt angepasst.

18.05.2011 - 09:23

country flag Anke wrote:

Die Anleitung für die Ärmel wurde nicht richtig übernommen die Zunahme für die Ärmel wurde angegeben mit: Wenn die Arb. 4 cm misst, 1 M auf jeder Seite alle 5.-4.-3,5.-3.-2,5. cm total 6-7-8-9-10 mal zun. RICHTIG ist: alle 3,5.-2,5.-2.-2.-1,5. cm total 6-7-8-9-10 mal zun. (so steht es in der norwegischen Anleitung)- schade nur, dass ich es zu spät herausgefunden habe, also alles noch mal und ich stricke immer beide Ärmel gleichzeitig, ärgerlich :-(

17.05.2011 - 11:14

country flag Bonifet Anne-Françoise wrote:

J'ai déja tricoté ce modèle en eté 2008 je vais de noouveau le faire pour une amie. Il est superbe

14.06.2009 - 23:04

country flag Anne-Françoise wrote:

J'ai commandé la la laine chez le dépositaire de NARBONNE, des que j'ai ricoté je vous donnerais mes impressions sur le boléro

21.06.2008 - 13:43