DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 80-15
Vest:
Maat: XS - S/M - M/L - XL - XXL
Afmetingen:
Bovenwijdte: 82-92-102-112-122 cm
Taille: 72-82-92-102-112 cm
Materialen: DROPS Alaska van Garnstudio
600-650-700-800-850 gr nr. 11, donkerrood

DROPS breinld 4.5 mm en 5.5 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

Sjaal:
Afmetingen: ca 20 x 180 cm
Materialen: DROPS Highlander van Garnstudio
150 gr nr. 14, rood mix

DROPS breinld 8 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

WIKKELVEST:

Steekverhouding: 16 st x 20 nld met breinld 5.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Brei altijd een proeflapje!

Boordst: * 1 r, 1 av *. Herhaal van * - *.

Ajour Boordst Patroon:
Nld 1 (goede kant): * 1 r, 1 omsl, 1 av afh *, herhaal van * - *.
Nld 2 (verkeerde kant): * 1 av st en 1 omsl samenbr, 1 r *, herhaal van * - *.
Herhaal nld 1 - 2.

Brei tips (voor de minderingen op het voorpand):
Alle minderingen komen op de goede kant. Minder 1 st naast de 3 kantst (die worden gebreid als volgt: 1 r (kantst in ribbelst), 1 r, 1 av) + de gemeerderde st voor de kraag, als volgt:
Na kant/kraag st: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Voor kant/kraag st: 2 r samenbr.

Achterpand: Zet 60-68-76-84-92 st op met breinld 4.5 mm en brei 4 nld ribbelst. Wissel naar breinld 5.5 mm en tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 12 cm 4 x 1 st aan weerskanten op elke 5-5-5-6-6 cm = 68-76-84-92-100 st. Kant bij een hoogte van 35-36-37-38-39 cm 3-4-5-6-8 st af aan weerskanten. Minder vervolgens 12-15-17-19-20 x 1 st voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld = 38-38-40-42-44 st. Kant bij een hoogte van 52-54-56-58-60 cm de middelste 16-16-16-18-18 st af voor de hals. Kant in de volgende nld 1 st af aan weerskanten van de hals = 10-10-11-11-12 st resteren voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van 54-56-58-60-62 cm.

Rechter voorpand: Zet 44-52-60-68-76 st op met breinld 4.5 mm en brei 4 nld ribbelst. Wissel naar breinld 5.5 mm en tricotst, met de 3 kantst (knoopbies) als volgt gebreid vanaf de kant (op de goede kant): 1 r (kantst in ribbelst), 1 r en 1 av.
Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat:
Brei bij een hoogte van 8 cm 4 nld boordst over 7-9-9-9-11 st op het middenvoorpand kant (incl. de 3 kantst die worden doorgebreid zoals eerst – brei de overige st in tricotst). Kant vervolgens de buitenste 4-6-6-6-8 st af in patroon.
Kraag: Begin in de volgende nld de meerderingen voor de kraag naast de 3 kantst. Meerder door het dwarsdraadje van de vorige nld op te nemen en dit verdraaid te breien – brei de gemeerderde st in averechte tricotst. Meerder 17 x 1 st in elke 3e nld.
Halsminderingen: Minder tegelijkertijd na de 1e meerdering voor de kraag, 16-18-22-27-29 x 1 st (zie de brei tips):
Maat XS, S/M en M/L: in elke 4e nld.
Maat XL en XXL: afwisselend in elke 2e en in elke 4e nld.
Meerderingen aan de zijkant: Meerder vanaf een hoogte van 12 cm aan de zijkant zoals beschreven voor het achterpand.
Armsgat: Kant bij een hoogte van 35-36-37-38-39 cm af voor het armsgat aan de zijkant zoals voor het achterpand.
Als alle minderingen voltooid zijn resteren er 30-30-31-31-32 st. Kant bij een hoogte van 54-56-58-60-62 cm de 10-10-11-11-12 voor de schouder af. Brei de 20 kraag st door in averechte tricotst (met de 3 kantst zoals eerst) tot een hoogte van ca 6-6-6-7-7 cm, en zet de st dan op een hulpdraad.

Linker voorpand: Zet op en brei zoals het rechter voorpand in spiegelbeeld.

Mouw: Zet 38-40-42-44-46 st op met breinld 5.5 mm. Brei het ajour boordst patroon – zie de instructies hierboven. Wissel bij een hoogte van 12 cm naar tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 13 cm 10-11-11-12-12 keer 1 st aan weerskanten op elke 4-3½-3-2½-2½ cm = 58-62-64-68-70 st. Kant bij een hoogte van 51-50-48-46-44 cm af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 1 keer 3 st en 2-2-1-1-1 keer 2 st. Kant dan steeds 1 st af aan weerskanten tot een hoogte van 62-63-63-63-63 cm, en kant dan nog 1 keer 3 st af aan weerskanten. Het werk heeft een hoogte van ca 63-64-64-64-64 cm, kant de resterende st af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Maas de kraag dicht op het midden achter en zet hem vast langs de hals.
Zet de mouwen in het vest. Sluit de zij- en mouwnaden met de kantst als naadtoeslag, en laat een stukje van ca 2 cm open aan de rechterkant voor de ceintuur – maak de opening 7 cm vanaf de onderkant.

Ceintuur: Neem met breinld 4.5 mm st op van het linkervoorpand – begin op de plek waar de minderingen voor de hals begonnen en neem 4 cm naar beneden 11 st op. Brei boordst, met 1 st ribbelst aan weerskanten en begin de boordst met 1 r. Minder bij een hoogte van 3 en 6 cm 1 st aan weerskanten (naast de kantst) = 7 st. Brei door tot de ceintuur een lengte van ca 70-75-80-85-90 cm heeft en kant dan af in patroon. Herhaal dit op het rechter voorpand.




SJAAL:

Steekverhouding: 10 st x 16 nld in boordst = 10 x 10 cm. Brei altijd een proeflapje!

Boordst: * 3 r, 3 av *, herhaal van * - *.

Sjaal: Zet losjes 20 st op en brei boordst, met 1 kantst aan weerskanten als volgt: haal de kantst aan het begin van elke nld r af en brei hem aan het eind van elke toer recht. Kant bij een hoogte van 180 cm alle st af in patroon.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 80-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Marie-Christine G wrote:

Bonsoir, je rencontre des problèmes quand je commence les augmentations et diminutions col/encolure: il est noté de faire les augmentations sur l’envers, or si c’est tous les 3 rangs, cela donne une alternance, une fois sur l’envers, une fois sur l’endroit. Pour les diminutions tous les 4 rangs, c’est bon. D’autre part, le col ne fait pas comme sur la photo, il se rentre sur l’envers du tricot et non sur l’endroit. Pouvez-vous m’aider? Merci. Marie-Christine g

19.11.2021 - 17:08

DROPS Design answered:

Bonjour Marie-Christine, les augmentations du col se faisant tous les 3 rangs vous les ferez effectivement alternativement sur l'endroit et sur l'envers mais elles se tricoteront en jersey envers = à l'envers sur l'endroit et à l'endroit sur l'envers. S'il se retourne sur l'envers même à la fin, un blocage devrait l'aider à le retourner dans le bon sens. Bon tricot!

22.11.2021 - 07:13

country flag Anneke Dumoulin wrote:

Welke kant bedoeld men en hoe do je daLees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat: Brei bij een hoogte van 8 cm 4 nld boordst over 7-9-9-9-11 st op het middenvoorpand kant (incl. de 3 kantst die worden doorgebreid zoals eerst – brei de overige st in tricotst). Kant vervolgens de buitenste 4-6-6-6-8t die 6 steken afkanten?

18.01.2021 - 11:31

DROPS Design answered:

Dag Anneke,

De steken die je af moet kanten is aan de kant van van midden voor, dus aan de kant waar je ook gaat minderen voor de v-hals.

22.01.2021 - 16:05

country flag Anneke Dumoulin wrote:

. Kant vervolgens de buitenste 4-6-6-6-8 st af in patroon.

18.01.2021 - 11:28

country flag Yvonne wrote:

Direct na het meerderen voor de kraag moet je ook beginnen met minderen. Maar dan zijn er naalden waarbij een meerdering en een mindering naast elkaar komen. Klopt dat?

28.11.2020 - 18:52

DROPS Design answered:

Dag Yvonne,

Ja dat klopt; de meerderingen worden gemaakt om het stuk in averechte tricotsteek breder te maken en de minderingen worden gedaan om de v-hals te creëren.

30.11.2020 - 20:07

country flag Tholozan wrote:

Bonjour, je suis sur lexplication du devant. et je ne comprends pas les 9m de cotes en plein milieu a 8 cm de hauteur? cela fait deux fois que je detricote car je ne comprends pas ... merci de maider a bientot,marie

12.11.2020 - 08:12

DROPS Design answered:

Bonjour Marie, vous tricotez simplement 4 rangs de côtes sur les 9 mailles (tailles M, L et XL) côté milieu devant = encolure - tricotez les autres mailles en jersey comme avant, puis rabattez les 6 premières de ces 9 mailles pour former la bordure de la taille = il reste 3 mailles que vous tricotez comme avant: 1 m lis au point mousse, 1 m end, 1 m env. Bon tricot!

12.11.2020 - 09:30

country flag Rosanne wrote:

Dat zie ik nog niet voor me hoe dat moet, moeten de steken dan niet eerst afgekant worden?

16.12.2019 - 14:41

DROPS Design answered:

Dag Rosanne,

Ze zouden ook afgekant kunnen worden en daarna aan elkaar genaaid, maar deze ontwerper heeft het op deze manier bedacht, wellicht om ervoor te zorgen dat de naad wat minder dik wordt.

16.12.2019 - 16:45

country flag Rosanne wrote:

De vorige vraag heb ik inmiddels opgelost. Echter: Wat doe ik bij de afwerking van de kraag (het uiterste deel dat achterin de nek komt) met de 6 steken die op een hulpdraad zijn gezet? Hoe naai/krijg ik die aan elkaar?

09.12.2019 - 22:45

DROPS Design answered:

Dag Rosanne,

Het is de bedoeling dat je de kraag midden achter dicht maast, dus de 2 korte kanten waar je de steken op de hulpdraden hebt gezet, worden ten elkaar aan genaaid.

16.12.2019 - 13:56

country flag Rosanne wrote:

Hallo, ik heb een vraag over de kraag op de voorpanden. Er staat: Kraag: begin de vlgde nld de meerderingen voor de kraag naast de 3 kantst. Meerder 17x 1 st in elke 3e nld. Halsmindn: minder tegelijkertijd na de 1e meerd. voor de kraag (voor mt M/L) 22x 1 st. “ Moet dit ook in elke 3e nld? Bij de tips staat: alle minderingen komen op de goede kant naast de 3 kantst. Maar dan heb je een meerdering en een mindering naast elkaar. Logischer lijkt me om de minderingen naast de kraag te doen.

10.11.2019 - 18:41

country flag Dolly Draper wrote:

Hi, I am confused with the front panels. I have got to here but have no idea what this means, could you help?? Do you bind off after the 4 rows? So it is the 3 edge sts plus 6 rib stitches? Read the entire next section before knitting: When the piece measures 8 cm knit 4 rows rib over the 7-9-9-9-11 sts at center front edge (incl. the 3 edge sts knit as before – knit the remaining sts in stockinette st). Then bind off the outermost 4-6-6-6-8 sts in rib.

04.08.2019 - 18:53

DROPS Design answered:

Dear Mrs Drapper, when piece measures 8 cm, continue working as before except over the first 9 stitches from RS that will be now worked in rib (= the first 3 sts + 6 more stitches). After 4 rows, cast off the first 6 stitches K over K and P over P, then start to increase for collar after the first 3 sts from RS (work these 3 sts as before: 1 st in garter st, K1, P1). Happy knitting!

07.08.2019 - 10:00

country flag Céline wrote:

Rebonjour, Autre petite question : comment fait-on pour diminuer en côte pour la ceinture ? Merci à vous.

31.03.2018 - 17:00

DROPS Design answered:

Bonjour Céline, après la m lis, tricotez 2 m ens à l'env, continuez en côtes 1/1 jusqu'à ce qu'il reste 3 m, tricotez 2 m ens à l'env et terminez par 1 m lis. Continuez en côtes jusqu'à 6 cm puis tricotez 2 m ens à l'end après la m lis en début de rang et avant la m lis en fin de rang, continuez ensuite en côtes jusqu'à la longueur souhaitée. Bon tricot!

03.04.2018 - 08:26