DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
DROPS SS24

Lothlorien

Gebreid DROPS vest in ribbelst met kantpatroon en sjaalkraag van "BabyAlpaca Silk" en "Kid-Silk". Maat S-XXXL.

DROPS 166-43
DROPS design: Model nr. bs-085
Garengroep A en A of C
----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L/XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
300-350-400-450 gr, kleur nr. 8465, grijs
En gebruik:
DROPS KID-SILK van Garnstudio
125-150-175-175 gr. kleur nr. 10, grijs

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst met 1 draad van elk garen = 10 x 10 cm. (en 1 extra rondbreinld voor het begin van het werk).
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 4,5 mm – voor de ribbelst op de kraag.
DROPS PARELMOERKNOOP gebogen (wit), NR. 522: 3 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.8. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies (dus de eerste 4 st gezien aan de goede kant). 1 knoopsgat = brei de tweede en derde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S/M: 29, 37 en 45 cm
MAAT L/XL: 28, 36 en 44 cm
MAAT XXL: 27, 35 en 43 cm
MAAT XXXL: 27, 35 en 43 cm
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld. Neem 2 rondbreinld 80 cm zodat alle st passen aan het begin van het werk.
Begin aan de onderkant van het achterpand en voorpand, kant dan af st aan elke kant, ga verder op het achterpand, brei dan de sjaalkraag en naai het werk aan elkaar.

Zet 429-489-529-549 st op met rondbreinld 5 mm en 1 draad BabyAlpaca Silk en 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei in patroon als volgt aan de goede kant: 4 voorbies st in RIBBELST - zie uitleg boven, brei de laatste st in A.1, A.1 (= 20 st) 21-24-26-27 keer in de breedte, 4 voorbies st in ribbelst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei de 4 voorbies st in ribbelst tot het werk klaar is. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 261-297-321-333 st op de nld. Herhaal A.X nog 1 keer in de hoogte. Denk om de KNOOPSGATEN - zie uitleg boven. Herhaal dan de 2 laatste nld van A.X nog 11-10-9-9 keer in de hoogte. Het werk meet ongeveer 38-37-36-36 cm vanaf de opzetrand.

Brei nu als volgt: 4 voorbies st in ribbelst, A.2 (= 6 st), A.3 (= 12 st) 20-23-25-26 keer in de breedte, A.4 (= 7 st), 4 voorbies st in ribbelst. Als A.2-A.4 1 keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder in A.5 naast de voorbies st in elke kant. LET OP: brei in de 7e nld de laatste st voor de voorbies r en meerder in de 10e nld 2-1-2-1 st = 263-298-323-334 st. Als A.5 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan nog 2 nld in tricotst en kant TEGELIJKERTIJD aan het begin van deze 2 nld 77-91-100-102 st af = 109-116-123-130 st.

Ga nu verder als volgt: 4 st in ribbelst, A.6 (= 6 st), A.7 (= 7 st) tot er 8 st over zijn, A.8 (= 4 st), 4 st in ribbelst. Brei tot een hoogte van 84-92-96-97 cm - pas zo aan dat u eindigt na een 6e of 12e nld in A.6-A.8 – en ga dan verder met rondbreinld 4,5 mm en in ribbelst tot het werk klaar is.

Brei de eerste 45-48-50-53 st, plaats 1 markeerder in de volgende st, brei 4-4-5-5 st, plaats een markeerder in de volgende st, brei 7-8-9-10 st, plaats een markeerder in de volgende st, brei 4-4-5-5 st, plaats een markeerder in de volgende st, brei de volgende 45-48-50-53 st (= 4 markeerders). Meerder in de volgende nld aan de goede kant 1 st voor de 4 st met markeerders – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen afwisselend links en rechts van elke markeerder elke 4e nld nog 4 keer (= 20 st gemeerderd) = 129-136-143-150 st. Brei in de volgende ribbel niet over de buitenste 10-14-16-18 st aan elke kant en brei dan op de volgende 8 ribbels steeds over 4 st minder elke nld. Brei 2 ribbels over alle st, meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 12-16-20-24 st gelijkmatig = 141-152-163-174 st. Kant losjes alle st af.

AFWERKING:
Naai naad A en B samen (zie telpatroon). Naai in de buitenste lusjes van de kant st om een dikke naad te voorkomen. Armsgat = 20-22-23-24 cm. Herhaal aan de andere kant. Dus naai naad C en D samen op dezelfde manier. Hecht af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de omsl av zodat gaatjes ontstaan.
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = meerder nld - zie uitleg in patroon
symbols = herhaal de laatste 2 toeren in het telpatroon – zie de uitleg in het patroon
symbols = breirichting
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 166-43

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (44)

country flag Chris wrote:

Hello, I see at the very bottom of lothlorien/166-43 a border that looks like a garter stitch band. I don't see it in the written instructions. Do I start with this border or is it added at the finishing of the poncho? Thank you, Chris

08.08.2022 - 04:46

DROPS Design answered:

Dear Chris, the 2 ridges visible at the bottom of the jacket are the 4 first rows worked at the bottom of A.1 (= knit 1 row from RS with decreases, knit 1 row from WS, knit 1 row from RS with decreases, knit 1 row from WS). Happy knitting!

08.08.2022 - 07:54

country flag Patricia wrote:

Re bonjour, j'ai compris pas la peine de me répondre à ma question . Le fait de l'écrire je viens de comprendre. Il ne faut pas tricoter trop tard le soir on n'a pas les idées claires. Merci, bonne journée.

09.03.2020 - 09:06

country flag Patricia wrote:

Bonjour, je viens de finir A1, si j'ai bien compris je dois tricoter A2 A3 A4 puis de nouveau A2 A3 A4 et ainsi de suite sur tout le rang. Je si fais cela au bout d'un moment je suis décalée et les diminutions et les jetés se retrouvent au milieu des 12 mailles de A1. ça ne cadre plus . Je ne sais pas si j'arrive à me faire comprendre, je suis perdue. Merci de votre aide.

09.03.2020 - 08:47

DROPS Design answered:

Bonjour Patricia, vous allez répéter A.3 seulement, autrement dit, vous tricotez vos 4 m de bordure devant au point mousse, puis les 6 m de A.2, puis vous répétez les 12 mailles de A.3 jusqu'à ce qu'il reste 11 mailles, et vous terminez par les 7 m de A.4 et 4 m au point mousse. Sur l'envers, tricotez A.4, répétez A.3 et terminez par A.2 en lisant les diagrammes de gauche à droite. Bon tricot!

09.03.2020 - 12:46

country flag Henna Oron wrote:

Ik vind het vermoeiend om lange tijd naar het beeldscherm te kijken, zijn uw patronen ook als PDF te printen?

21.01.2020 - 22:32

DROPS Design answered:

Dag Henna,

Jazeker! Onder de materialenlijst staat een knop 'Patroon'. Klik hierop en klik dan op afdrukken, om een print te maken van het patroon.

26.01.2020 - 14:51

country flag RossWildflower wrote:

The first row instructions say: Cast on 429-489-529-549 sts on circular needle size 5 mm / US 8 with 1 strand BabyAlpaca Silk and 1 strand Kid-Silk (= 2 strands). Work pattern as follows from RS: 4 band sts in GARTER ST - see explanation above, work last st in A.1, A.1 (= 20 sts) 21-24-26-27 times in width, 4 band sts in garter st. Does this mean I should work the first stitch in ALL RS rows and last stitch in ALL WS rows as the last st in A.1? For how many rows?

27.06.2019 - 19:30

DROPS Design answered:

Dear Mrs RossWildflower, from RS you will always work the last stitch in A.1 after the front band sts and before repeating A.1 (read diagrams from the right towards the left). From WS work the front band sts, then repeat A.1 (read diagrams from the left towards the right) then work the last st in A.1 and finish with the front band sts. That way pattern will be symetrical on each side. Read more about diagrams here. Happy knitting!

28.06.2019 - 06:27

country flag Pauline wrote:

Hallo, ich würde allzu gerne dieses Modelll stricken, vertrage aber keine Mohair-Garne auf meiner Haut. Kann ich Kid-Silk einfach weglassen? Falls ja, reicht Baby Alpaca Silk 2-fädig für dieses Modell aus oder benötige ich das Garn dann 3-fädig? Welche Nadelstärke ist für Alpaca Silk 2-fädig oder 3-fädig am Besten?

20.06.2019 - 20:52

DROPS Design answered:

Liebe Pauline, Sie können 1 Faden Kid-Silk durch 1 Faden BabyAlpaca Silk ersetzen, so stricken Sie mit 2 Fäden BabyAlpaca Silk - beide gehören der Garngruppe A - benutzen Sie unseren Garnumrechner um die neue Menge zu kalkulieren (die Garnmenge in BabyAlpaca Silk für Ihre Größe kommt noch dazu). Viel Spaß beim stricken!

21.06.2019 - 06:56

country flag Susanne wrote:

Hallo, ich verstehe nicht, was mit „A.X“ gemeint ist? „Wenn A.1 1 x in der Höhe gestr wurde, sind 261-297-321-333 M auf der Nadel. A.X noch 1 x in der Höhe arb. Die KNOPFLÖCHER nicht vergessen - siehe oben. Dann die 2 letzten R von A.X noch 11-10-9-9 x in der Höhe arb. Die Arb hat eine Gesamtlänge von ca. 38-37-36-36 cm ab dem Anschlagrand.“ Nochmal A1???? Danke und Gruß!

18.05.2019 - 14:36

DROPS Design answered:

Liebe Susanne, wenn A.1 1x in der Höhe gestrickt wird, stricken Sie die mit A.X markierten Reihen = die letzten 18 Reihen in A.1 - dann wiederholen Sie nur die 2 letzten Reihen (siehe Pfeil und schwarzer Punkt). Viel Spaß beim stricken!

20.05.2019 - 10:11

country flag Valérie P. wrote:

Bonjour, Je viens de recommencer l'ouvrage car je ne sais pas si il faut commencer le A1 par la dernière maille du motif sur toute la hauteur du A1? ou simplement sur les 3 premiers rangs ? merci de votre réponse

26.08.2018 - 09:58

DROPS Design answered:

Bonjour Valérie, quand vous tricotez A.1, vous tricotez ainsi: 4 m point mousse, la dernière m de A.1, puis vous répétez A.1 en largeur et terminez par 4 m point mousse, et ce, jusqu'à ce que A.1 soit terminé en hauteur: le motif est ainsi symétrique de chaque côté. Bon tricot!

05.09.2018 - 14:37

country flag Valérie P. wrote:

Bonjour, Je voudrais savoir si vous avez une vidéo qui montre comment monter les 429 mailles avec 2 jeux d'aiguilles circulaires pour ce modèle. Merci

10.08.2018 - 10:45

DROPS Design answered:

Bonjour Valérie P., nous n'avons pas de vidéo de ce type, montez simplement la moitié des mailles sur une aiguille circulaire, et montez l'autre moité des mailles sur l'autre aiguille à suivre simplement. Bon tricot!

10.08.2018 - 10:56

Marilyn wrote:

I am on row 10, having made the yarnovers in row 9. I don't know how I can purl the yarnovers without creating a new stitch. Row 11 does not show additional stitches. Please help!

09.02.2018 - 03:15

DROPS Design answered:

Hi Marilyn, All the yarn overs are accompanied by either K2 together or slip 1 stitch, knit 1 and pass the slipped stitch over. So the number of stitches stays the same and the pattern gives the lace effect. On the next row purl the yarn overs to leave a hole. Happy knitting!

09.02.2018 - 07:06