DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 164-41
DROPS design: Model nr. la-025
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maten: ongeveer 70 cm middenachter en ongeveer 140 cm langs de bovenkant.
Materiaal:
DROPS LACE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 3620, rood
Of gebruik:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
Ongeveer 350 gr. kleur nr. 3609, rood
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm – let op: lees over de STEKENVERHOUDING hieronder!

STEKENVERHOUDING:
Deze omslagdoek wordt nat gemaakt en opgerekt tot de juiste maat na het breien. De stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen wanneer u te los of te vast breit, kunt u ongeveer een stekenverhouding aanhouden van 24 st x 32 nld in tricotst met nld 3 mm = ongeveer 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.23. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET BREIEN:
De omslagdoek kan gebreid worden met een andere maat breinld dan hier aangegeven staat. Gebruik kleinere nld voor een kleinere omslagdoek en grotere nld voor een grotere omslagdoek. Span de omslagdoek op als hij klaar is zodat alle steken mooi gelijkmatig worden.

OPSPANNEN BIJ ANDER GAREN:
Als u een ander garen van garengroep A gebruikt, hoeft u het werk niet op te spannen om de juiste maten te krijgen, maar u kunt het vochtig maken, in vorm trekken en laten drogen.
Herhaal dit proces elke keer dat u het werk wast.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen. LEES TIP VOOR HET BREIEN!
Zet 9 st op met Lace of BabyAlpaca Silk en rondbreinld 3 mm en brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei in RIBBELST - zie uitleg boven als volgt (= goede kant): 3 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 3 r = 13 st. Plaats 1 markeerder in de middelste st en neem deze gaandeweg mee naar boven.
Meerder dan 4 st elke nld aan de goede kant als volgt: meerder 1 st naast 3 kant st aan elke kant en 1 st aan elke kant van de mid st. Meerder zo 5 keer in totaal; er zijn 33 st op de nld.

Brei nu volgens telpatroon A.1 als volgt: 3 kant st in ribbelst, A.1 over de volgende 13 st, 1 st in tricotst (= mid st, brei deze altijd in tricotst), A.1 over 13 st en 3 kant st in ribbelst. Brei A.1 1 keer in de hoogte = 61 st op de nld (dus 30 st aan elke kant van de mid st).

Brei volgens telpatroon A.2-A.4 als volgt: 3 kant st in ribbelst, A.2 over 7 st, A.3 over 14 st, A.4 over 6 st, 1 mid st, A.2 over 7 st, A.3 over 14 st, A.4 over 6 st en 3 kant st in ribbelst. Als A.2-A.4 1 keer in de hoogte is gebreid, is er ruimte voor nog 1 herhaling van A.3 tussen A.2 en A.4. Ga verder en brei volgens de telpatronen tot telpatroon A.2-A.4 3 keer in totaal in de hoogte zijn gebreid = 145 st op de nld (dus 72 st aan elke kant van de mid st).

Brei volgens telpatroon A.5-A.10 als volgt: 3 kant st in ribbelst, A.5 over 11 st, herhaal A.6 tot er 10 st over zijn voor de mid st, A.7 over 10 st, 1 mid st, A.8 over 10 st, herhaal A.9 tot er 14 st over zijn, A.10 over 11 st en 3 kant st in ribbelst. Brei A.5-A.10 1 keer in de hoogte = 217 st op de nld (dus 108 st aan elke kant van mid st).

Brei telpatroon A.11-A.16 als volgt: 3 kant st in ribbelst, A.11 over 4 st, herhaal A.12 tot er 5 st over zijn voor de mid st, A.13 over 5 st, 1 st mid st, A.14 over 5 st, herhaal A.15 tot er 7 st over zijn, A.16 over 4 st en 3 kant st in ribbelst. Brei telpatroon A.11-A.16 1 keer in de hoogte = 267 st op de nld (dus 133 st aan elke kant van de mid st).

Brei telpatroon A.17-A.23 als volgt: 3 kant st in ribbelst, A.17 over 4 st, herhaal A.18 tot er 6 st over zijn voor de mid st, A.19 over 3 st, A.20 over 7 st (mid st is de middelste van deze st), A.21 over 3 st, herhaal A.22 tot er 7 st over zijn, A.23 over 4 st en 3 kant st in ribbelst. Als de telpatronen 1 keer in de hoogte zijn gebreid, kant dan losjes alle st af. LET OP: Brei de dubbele omsl in de laatste nld van het telpatroon als volgt bij het afkanten: 1 omsl r, 2 omsl gedraaid r.

OPSPANNEN:
Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is.
Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat.
Als u Baby AlpacaSilk gebruikt, lees dan OPSPANNEN BIJ ANDER GAREN.
Leg de omslagdoek op een matras of tapijt – rek op tot de juiste maat en zet vast met spelden; trek de punten van de blaadjes naar buiten.
Laat de omslagdoek drogen. Herhaal dit opspannen iedere keer als de omslagdoek gewassen is.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen
symbols = 1 av afh (met garen achter het werk), 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 av afh (met garen achter het werk), 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 2 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de 1e omsl r en de 2e omsl gedraaid r en kant dan af
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 164-41

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (55)

country flag Kassalia Maria wrote:

Liebes Team wenn ich die ersten 13M gestrickt habe bei A1 bleiben noch 7M übrig wie komme ich weiter vielen dank

01.03.2023 - 09:51

DROPS Design answered:

Liebe Frau Kassalia, wenn Sie so stricken: 3 M kraus rechts, A.1 (= 13 M), 1 M glatt rechts (Mittel-M), A.1 (=13M) und 3 M kraus rechts stricken Sie: 3+13+1+13+3=33 Maschen (nach der 1. Reihe haben Sie 4 Maschen zugenommen). Schauen Sie mal ob 1. Reihe in A.1 richtig über 13 M gestrickt wurde. Viel Spaß beim stricken!

01.03.2023 - 10:07

country flag Kassalia Maria wrote:

Hallo liebes Team ich versuche zum ersten mal ein solches tuch zu stricken Frage wird es von oben nach unten gestrickt ? Ich komme nicht klar bei A1 muß ich es doppelt stricken . VIELEN DANK

28.02.2023 - 17:21

DROPS Design answered:

Liebe Frau Kassalia, ja genau, das Tuch wird von oben nach unten gestrickt. Zuerst sollen Sie krausrechts stricken und 4 Maschen bei jeder Hinreihe zunehmen bis 33 M sind. Dann stricken Sie so: 3 M kraus rechts, A.1 (= 13 M), 1 M glatt rechts (Mittel-M), A.1 (=13M) und 3 M kraus rechts. A.1 wird so beidseitig von der Mittel-M gestrickt. Viel Spaß beim stricken!

28.02.2023 - 17:59

country flag Fontaine wrote:

Bonjour, Les photos du modèle le montre en jersey endroit et les explications le donnent en point mousse. Je viens de le commencer, il ne correspond pas aux photos.... je suis seule dans ce cas ?

13.04.2022 - 23:53

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Fontaine, les tous premiers rangs du châle se tricotent au point mousse, puis lorsque l'on tricote les diagrammes, il est bien indiqué de tricoter: 1 m end sur l'endroit, env sur l'envers autrement dit jersey endroit. Ou bien ai-je mal compris votre question?

19.04.2022 - 14:22

country flag Milalala wrote:

Oh, das hilft mir leider gar nicht: A2 beginnt eben nicht mit einem Umschlag, sondern mit einer (glatt) rechtsgestrickten Masche, d. h. am Anfang: drei kraus rechts gestrickte Maschen, dann eine glatt rechtsgestrickte Masche aus A2, dann der Umschlag. Ebenso bei der Mittelmasche: Mittelmasche, dann eine dann eine glatt rechtsgestrickte Masche aus A2, dann der Umschlag. So sieht es die Anleitung vor, was jedoch falsch aussieht.

15.12.2021 - 11:20

DROPS Design answered:

Liebe Milalala, A.2 beginnt doch mit einem Umschlag und wird so über 7 Maschen gestrickt (Hinreihen liest man rechts nach links): 1 Umschlag, 1 re, 2 M re zs, 1 Umschlag, 1 re, 2 M re zs, 1 Umschlag, 1 re = es sind jetzt 8 M. Die MittelMasche wird nach dem Umschlag A.4 gestrickt, dann nach dieser Masche stricken Sie A.2 und damit immer bei Hinreihen mit 1 Umschlag anfangen. Kann das Ihnen helfen?

15.12.2021 - 11:55

country flag Milalala wrote:

Im Anleitungsteil, in dem man 3 + A2 + A3 + A4 + 1 + A2 + A3 + A4 + 3 stricken soll, habe ich folgende Fragen: 1. Stimmt das so, dass es nicht symmetrisch ist? Soll es wirklich nicht 3 + A2 + A3 + A4 + 1 + A4 + A3 + A2 + 3 sein? 2. In diesem Teil schließt die Mittelmasche zum ersten Mal nicht an einen Umschlag an, was ich nicht verstehe: Aus A4 kommend gibt es einen Umschlag, dann die Mittelmasche, aber mit A2 fortfahrend kommt wieder eine rechte Masche. Kann das stimmen? Hilfe!

14.12.2021 - 20:59

DROPS Design answered:

Liebe Milalala, so stimmt es, die beiden Seiten sind beidseitig von der Mittelmasche gleich: A.2-A.3-A.4. So stricken Sie weiter über A.1. Am Anfang der Reihe gibt es 1 Umschlag (vor der 1. Masche in A.2), am Ende A.4 vor der Mittelmasche, am Anfang A.2 nach der Mittelmasche und am Ende der Reihe am Ende A.4. Kann das Ihnen helfen?

15.12.2021 - 08:00

country flag Julie wrote:

Bonjour.pour être sure de la taille, j'ai fait des calculs :il y a effectivement un problème. Pour un échantillon de 24*32 -> 10*10, on devrait tricoter 224 rangs pour avoir 70 cm au milieu du dos (et 140 d envergure). En faisant la somme des rangs des motifs ( A1, 3*A2, A5, A11, A17), on obtient 160 rangs (soit 50 cm au lieu de 70cm). Il semble difficile d étirer le châle de 50 à 70 juste en le bloquant. La photo aussi est plus cohérente avec les 50 cm, sauf si la femme mesure 2.5m

23.03.2021 - 18:17

DROPS Design answered:

Bonjour Julie, un modèle ajouré de ce type ne peut pas se recalculer ainsi, le milieu dos (le long de la maille centrale), vous n'aurez que des jours, et après blocage, les mesures seront plus que les 32 rangs de l'échantillon. Vous pourrez trouver les photos de différentes tricoteuses ici, sur Ravery. Bon tricot!

24.03.2021 - 09:34

country flag Tewia wrote:

Bonjour, je suis arrivée à la fin de la troisième étape où je dois avoir 72 mailles de chaque côté de la maille centrale. Mais j'arrive à 86 mailles, je n'arrive pas à comprendre pourquoi. J'ai pourtant suivi les instructions et fais 3 fois en hauteur A2-A4. J'obtiens bien les motifs de feuilles régulier. Pouvez-vous m'aider? Merci.

07.02.2021 - 17:08

DROPS Design answered:

Bonjour Tewia, il semble que vous avez tricoté 1 fois de trop les diagrammes en hauteur, après 3 motifs en hauteur vous devez avoir: 3 m point mousse, 14 m de A.2, 42 m de A.3, 13 m de A.4, 1 m centrale, 14 m de A.2, 42 m de A.3, 13 m de A.4, et 3 m point mousse = 145 m et 72 de chaque côté de la m centrale - Après la 1ère fois, vous avez 89 m, après la 2ème fois, vous avez 117 m et après la 3ème fois, 145 m au total. Bon tricot!

08.02.2021 - 10:24

country flag Lynne wrote:

Is there a photo of this shawl laid flat. I need to view the placement of graphs A2, A3 and A4. at the top of the garment. Thankyou

20.07.2020 - 11:01

DROPS Design answered:

Dear Lynne, we do not have much pictures - work A.2-A.4 over the stitches of A.1 = there are 27sts in each A.1 after last row in diagram, work then these 27 sts with: A.2 (= 7 sts), A.3 (= 14 sts) and A.4 (= 6 sts). Continue the 3 sts in garter stitch on each side and the middle stitch in stocking stitch. Happy knitting!

29.07.2020 - 08:09

country flag Joëlle Gac wrote:

Oui ,il est magnifique ! Mais trop petit à mon goût . J'ai utilisé la laine et la grosseur d'aiguilles recommandées et j'obtiens un châle plus petit que ce que vous avez dit même après l'avoir bloqué . Je ne suis pas une débutante et en principe les échantillons sont respectés . Aux personnes qui souhaitent le réaliser ,tenez compte de ma remarque .

09.07.2020 - 19:06

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gac, il doit mesurer 140 cm d'envergure, donc peut être vous l'auriez souhaité plus grand? Si votre tension était juste = 24 m x 32 rangs jersey, vous devriez avoir les bonnes mesures finales. Bon tricot!

10.07.2020 - 08:30

country flag Esther wrote:

Buenas noches mi pregunta es cuando se empieza la segunda tanda de aumentos pone de los tres primeros hacer un aumento este aumento se hace sacando de un punto dis o con una hebra? Gracias

27.04.2020 - 22:32

DROPS Design answered:

Hola Esther. Los aumentos se trabajan de la misma manera que antes, es decir, echando 1 hebra.

28.04.2020 - 16:40