DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.68€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Sea Light

Gebreide DROPS trui met kabels, kantpatroon en boordsteek van ”Cotton Light” of "Belle". Maat S-XXXL.

DROPS 161-3
DROPS design: Model nr. cl-035
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON LIGHT van Garnstudio
600-650-700-800-850-950 gr. kleur nr. 08, ijsblauw

Of gebruik:
DROPS BELLE van Garnstudio
550-600-650-700-750-850 gr. kleur nr. 14, lichtblauw

DROPS RONDBREINLD (60 cm) 4,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 20 st x 26 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 en 60 cm) 4 mm - voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.68€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = * 1 nld recht, 1 nld av. * Herhaal van *-*.

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.12. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Het werk wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld in delen en later in elkaar genaaid.

ACHTERPAND:
Zet 115-123-133-143-165-177 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 4 mm en Cotton Light of Belle. Brei boordsteek als volgt: 1 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven, brei de laatste 3-7-3-8-10-16 st van A.11, A.1 0-0-1-1-1-1 keer in de breedte, A.2, A.3 1 keer, A.1 0-0-0-0-1-1 keer in de breedte, A.2, A.5 0-0-0-0-1-1 keer in de breedte, A.4, A.2, A.5 0-0-1-1-1-1 keer in de breedte, brei de eerste 3-7-3-8-10-16 st in A.12 en 1 kant st in ribbelst.
Ga zo verder tot de telpatronen in de hoogte zijn gebreid = 113-121-129-139-159-171 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING Ga verder met rondbreinld 4,5 mm en brei in patroon als volgt met 1 st in ribbelst aan elke kant: 3-7-3-8-10-16 st in tricotst, A.6 0-0-1-1-1-1 keer in de breedte, A.7, A.10 0-0-0-1-1-1 keer in de breedte, A.8, A.7, A.9, A.6 0-0-0-0-1-1 keer in de breedte, A.7, A.10 0-0-1-1-1-1 keer in de breedte, 3-7-3-8-10-16 st in tricotst.

Kant bij een hoogte van 33-34-35-36-37-38 cm de eerste 5-9-5-10-12-18 st af in de volgende 2 nld voor de armsgaten = 103-103-119-119-135-135 st. Ga verder in patroon als hiervoor naast 1 kant st in ribbelst aan elke kant. LET OP: er is geen ruimte voor de 2 buitenste st van het patroon aan elke kant.
Brei tot een hoogte van 50-52-54-56-58-60 cm (pas zo aan dat het na 1 hele herhaling van het patroon in de hoogte is) en kant st af voor de hals als volgt: brei de eerste 30-30-38-38-46-46 st, kant de volgende 43 st af en brei de overgebleven 30-30-38-38-46-46 st. Eindig dan elke schouder apart als volgt: LET OP: brei de st die niet in het patroon passen in tricotst en brei de kant st richting de hals in ribbelst.
Minder in de volgende nld langs de hals 1 st door 2 r samen te breien = 29-29-37-37-45-45 st. Brei bij een hoogte van 53-55-57-59-61-63 cm 1 ribbel over alle st en minder TEGELIJKERTIJD 2 st gelijkmatig over elke van de kabels (= 4-4-6-6-8-8 st geminderd op elke schouder) = 25-25-31-31-37-37 st. Kant alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet op en brei als het achterpand. Zet bij een hoogte van 43-45-46-48-49-51 cm – pas zo aan dat het na 1 hele herhaling in patroon is - de middelste 29 st op een hulpdraad voor de hals en eindig elke kant apart. LET OP: Brei de st die niet in het patroon passen in tricotst tot het werk klaar is. Kant dan af elke nld langs de hals: 1 keer 3 st, 2 keer 2 st en 1 keer 1 st = 29-29-37-37-45-45 st over voor de schouder. Brei bij een hoogte van 53-55-57-59-61-63 cm 1 ribbel over alle st en minder TEGELIJKERTIJD 2 st gelijkmatig over elke van de kabels (= 4-4-6-6-8-8 st geminderd op elke schouder) = 25-25-31-31-37-37 st. Kant alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUW:
De mouw wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 51-53-55-57-57-61 st op met rondbreinld 4 mm en Cotton Light of Belle. Brei in boordsteek als volgt: 1 kant st in ribbelst, 0-1-2-3-3-5 av, 3 r, 4 av, 3 r, A.2, 3 r, 4 av, 3 r, 0-1-2-3-3-5 av, 1 kant st in ribbelst. Ga bij een hoogte van 3 cm verder met rondbreinld 4,5 mm en brei als volgt: 1 kant st in ribbelst, 1-2-3-4-4-6 st in tricotst, A.8, A.7, A.9, 1-2-3-4-4-6 st in tricotst, 1 kant st in ribbelst. Meerder bij een hoogte van 9-8-13-13-9-10 cm 1 st naast de kant st in ribbelst aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen elke 2-2-2-1½-1½-1½ cm nog 17-18-19-20-22-22 keer = 87-91-95-99-103-107 st. LET OP: brei de nieuwe st in tricotst. Minder bij een hoogte van ongeveer 50-51-49-50-49-50 cm – pas zo aan dat het na een hele herhaling in de hoogte is - 2 st gelijkmatig over elke van de kabels (= 4 st geminderd) = 83-87-91-95-99-103 st. Kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Naai de st een voor een met maassteken / kitchenersteek aan elkaar. Naai de mouwen in het lijf naast de kant st in ribbelst. Naai de onderarm- en zijnaden dicht naast de kant st in ribbelst.

HALSRAND:
Begin middenachter en neem ongeveer 120-130 st op incl. de st op de hulpdraad langs de hals met rondbreinld 4 mm en Cotton Light en brei in de rondte. Brei 2 nld in RIBBELST – zie uitleg boven - en pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan naar 120. Brei boordsteek als volgt: 1 r, * 3 av, 2 r *, herhaal van *-* tot er 4 st over zijn, 3 av, 1 r. Kant als de boordsteek 3 cm meet af met recht boven recht en averecht boven averecht. Hecht af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 29.08.2016
ACHTERPAND: A.10 herhaling toegevoegd voor maat XL
Gewijzigd online: 24.02.2017
ACHTERPAND: ...aan elke kant: 3-7-3-8-10-16 st in tricotst, A.6 0-0-1-1-1-1 keer in de breedte, A.7, A.10 0-0-0-1-1-1 keer in de breedte, A.8, A.7, A.9, A.6 0-0-0-0-1-1 keer in de breedte, A.7, A.10 0-0-1-1-1-1 keer in de breedte, 3-7-3-8-10-16 st in tricotst.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = bobbel: meerder 1 st naar 4 st, brei 3 nld tricotst heen en weer over deze st, brei in de 4e nld 4 st r samen.
symbols = 2 r samen, 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl av zodat een gaatje ontstaat.
symbols = 1 omsl, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh. Brei in de volgende nld de omsl av zodat een gaatje ontstaat.
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld
symbols = 2 av samen
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 161-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (48)

country flag Crocus wrote:

Une erreur de torsion de torsade sur le modèle photographié... Même les pro peuvent se tromper...c'est rassurant. :-)

15.07.2020 - 21:38

country flag Rous wrote:

Continuer avec l'aiguille circulaire 4,5 et tricoter en point fantaisie ainsi taille M avec 1 m point mousse de chaque côté: 7m jersey, A.6 en largeur, A.10 en largeur, A.8, A.7,A.6 en largeur,A.10 en jersey.1 m point mousse les autre diagrame sont marquer zero pouvez vous maider par ecrit svp

01.01.2020 - 14:54

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Rous, les réponses précédentes vous ont-elles permis de décoder les explications? Si tel n'est pas le cas, n'hésitez pas à nous en dire plus, bon tricot!

02.01.2020 - 15:19

country flag Rous wrote:

Je vous répond en deux TeX trop long Bonjour que veux dire ces 0 pour la taille M merci pour votre reponce écrite pour cette taille M

01.01.2020 - 09:24

country flag Rous wrote:

Correction en ligne le: 29.08.2016 CORRECTION DOS (A.10 en taille XL): ... Continuer avec l\'aiguille circulaire 4,5 et tricoter en point fantaisie ainsi avec 1 m point mousse de chaque côté: 3-7-3-8-10-16 m jersey, 0-0-1-1-1-1 fois A.6 en largeur, A.7, 0-0-0-1-1-1 fois A.10 en largeur, A.8, A.7, A.9, 0-0-0-0-1-1 fois A.6 en largeur, A.7, 0-0-0-1-1-1 fois A.10 en largeur, 3-7-3-8-10-16 m jersey. Bonjour que veux dire ces 0 pour la taille M merci

01.01.2020 - 09:22

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Rous, quand on doit tricoter 0 fois un diagramme, cela signifie que ce diagramme ne sera pas tricoté dans cette taille - ainsi, en M on tricote ainsi: 1 m lis, 7 m jersey, A.7 (= 29 m), A.8 (= 9 m), A.7 (= 29 m), A.9 (= 9 m), A.7 (= 29 m), 7 m jersey, 1 m lis soit: 1+7+29+9+29+9+29+7+1= 121 m . Bon tricot!

02.01.2020 - 14:57

country flag Nicole Rous wrote:

Bonjour je ne comprend pas du tout votre diagramme pou la taille M 123 maille je me mélange avec ces dia gramme pour les cotes prouvez vous m'aider en simplifiant pour le modelé M en vous remerciant

30.12.2019 - 16:13

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Rous, vous pouvez surligner les indications pour votre taille pour mieux les repérer, ainsi en taille M, vous allez tricoter: 1 m lis au point mousse, tricotez les 7 dernières m de A.11, A.2 (=29m), A.3 (=10 m), A.2 (= 29 m), A.4 (=10 m), A.2 (= 29 m), tricotez les 7 premières m de A.12, 1 m lis au point mousse soit: 1 + 7 + 29 + 10 + 29 + 10 + 29 + 7 + 1 = 123 m. Bon tricot!

02.01.2020 - 13:45

country flag Jos Keesman Vree wrote:

Goede middag, ik heb al eerder een vraag gesteld maar nog geen antwoordt gekregen, weet niet of mijn mail adres is overgekomen dus probeer ik het nogmaals.

05.02.2019 - 14:38

country flag Jos Keesman wrote:

Goede middag, Ik wil heel graag het patroon breien van Sea Light in de maat L maar wat ik ook probeer (reken) ik kom er niet uit.ook niet met de correctie die er in staat. Kunt u mij zeggen in welke volgorde en hoe vaak ik de verschillende patroon deeltjes moet breien? Bij voorbaat hartelijk dank

03.02.2019 - 14:53

DROPS Design answered:

Dag Jos,

Om te beginnen: de correcties zijn al verwerkt in het online patroon.

Telkens als je een reeks met getallen ziet met streepjes er tussen, zoek je het getal van jouw maat. Voor maat L is dat het derde getal 0-0-0-0-1-1. Dus als er staat: Brei A.1 0-0-0-0-1-1 keer dan brei je in jouw geval A.1 0 keer.

(Sommigen vinden het handig om het patroon te kopiëren en plakken in een tekstverwerker en dan de getallen te verwijderen die je niet nodig hebt. Je kunt ook de telpatronen even apart uitprinten.

08.02.2019 - 16:53

country flag Isabella Kleist wrote:

Korrektur: Nach ein wenig rechnen und tüfteln hier nun die richtige Musteraufteilung für Größe S - RM 3 M glatt re, 1x A.2 1x A.3 1x A.2 1x A.4 1xA.2 3 M glatt re RM (= 115 M) insgesamt 1x in die Höhe stricken. Danach RM 3 M glatt re 1x A.7 1x A.8 1xA.7 1xA.9 1xA.7 3 M glatt re RM (= 113 M). Könnt gerne meine Auflistung für die Korrektur nutzen, die auch in anderen Sprachen zu korrigieren ist. ☺

03.10.2017 - 12:14

country flag Isabella Kleist wrote:

Von A.11 str, A.1 0-0-1-1-1-1 x in der Breite, A.2, A.3, A.1 0-0-0-0-1-1 x in der Breite, A.2, A.5 0-0-0-0-1-1 x in der Breite, A.4, A.2, A.5 0-0-1-1-1-1 x in der Breite, die ersten 3-7-3-8-10-16 M von A.12 ... Habe ich ein Verständnisproblem, doch wie kann ich 0x etwas stricken um ein Muster zu erhalten oder soll es bedeuten das ich den Mustersatz immer nur 1x stricke und 0x wiederhole?

03.10.2017 - 10:47

DROPS Design answered:

Liebe Frau Kleist, in die ersten Größen wird A.1 nicht gestrickt, so stricken Sie einfach A.11, dann A.2, A.3, A.2, A.4, A.2, A.5 usw... Viel Spaß beim stricken!

03.10.2017 - 13:19

country flag Giovanna wrote:

Buongiorno, chiedo se possibile lavorare le maniche in tondo in modo da evitare una cucitura

26.02.2017 - 12:35

DROPS Design answered:

Buongiorno Giovanna, se preferisce può lavorare le maniche in tondo, avendo cura di adattare il motivo alla lavorazione in tondo. Buon lavoro!

26.02.2017 - 15:22