DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 33.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 161-24
DROPS design: Model nr. cm-023
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: XS/S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio
400-450-500-500-550-600 gr. kleur nr. 01, naturel
50-50-50-100-100-100 gr. kleur nr. 16, denimblauw

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 3,5 mm - voor de boordsteek en de patroonranden (A.2).
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 33.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien.
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 222-258-294-318-354-390 st op met rondbreinld 3,5 mm en naturel. Brei 1 nld recht. Brei dan boordsteek als volgt: * 3 r, 3 av *, herhaal van *-* de hele nld. Brei als de boordsteek 6-6-6-8-8-8 cm meet in patroon in de rondte volgens telpatroon A.1. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan in patroon volgens telpatroon A.2 en minder TEGELIJKERTIJD 51-60-69-75-84-93 st gelijkmatig in de 1e nld = 171-198-225-243-270-297 st. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met rondbreinld 4 mm. Brei dan in patroon volgens telpatroon A.3 en minder TEGELIJKERTIJD 3-6-9-3-6-9 st gelijkmatig in de 1e nld = 168-192-216-240-264-288 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan in patroon volgens A.4. Brei na A.4 in patroon volgens telpatroon A.5. Als A.5 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan weer in patroon volgens A.4.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Ga na A.4 verder met rondbreinld 3,5 mm. Brei in patroon volgens telpatroon A.2 en minder TEGELIJKERTIJD 6-2-8-6-2-8 st gelijkmatig in de 1e nld = 162-190-208-234-262-280 st en 18-21-23-26-29-31 patroonherhalingen op de rondte (LET OP – in maat M en L en XXL en XXXL is er 1 st extra aan het einde van de nld na de laatste herhaling. Brei deze st als de eerste st in A.2 maar brei deze st recht op de 9e-11e-13e-15e en 17e nld). Plaats TEGELIJKERTIJD 1 markeerder aan het begin van de nld en 1 markeerder na 81-95-104-117-131-140 st.
Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 37-39-40-41-42-43 cm 2 st af aan elke kant voor de armsgaten (dus kant 1 st af aan beide kanten van beide markeerders). Brei het voorpand en achterpand apart verder.

ACHTERPAND:
= 79-93-102-115-129-138 st.
Ga verder in patroon met 1 kant st in ribbelst aan elke kant - LET OP: brei st die niet in het patroon passen richting het armsgat in tricotst. Als A.2 klaar is, ga dan verder met rondbreinld 4 mm en in naturel en in tricotst tot het werk klaar is. Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm de middelste 37-37-40-41-43-44 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en minder 1 st in de volgende nld langs de hals = 20-27-30-36-42-46 st over op de schouder. Kant af bij een hoogte van 56-58-60-62-64-66 cm. Herhaal aan de andere kant.

VOORPAND:
= 79-93-102-115-129-138 st.
Ga verder in patroon met 1 kant st in ribbelst aan elke kant als op het achterpand. Als A.2 klaar is, ga dan verder met rondbreinld 4 mm en in naturel en in tricotst tot het werk klaar is. Zet TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 46-48-50-50-52-54 cm de middelste 19-19-22-23-25-26 st middenvoor op een hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart. Kant dan af voor de hals aan het begin van elke nld vanaf middenvoor als volgt: 3 keer 2 st en 4 keer 1 st = 20-27-30-36-42-46 st over op de schouder. Kant af bij een hoogte van 56-58-60-62-64-66 cm. Herhaal aan de andere kant.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 60-60-66-66-72-72 st op met breinld zonder knop 3,5 mm en naturel. Brei 1 nld recht. Brei dan boordsteek = 3 r/3 av. Brei als de boordsteek 8 cm meet in patroon in de rondte volgens telpatroon A.1. Brei dan in patroon in de rondte volgens telpatroon A.2 en minder TEGELIJKERTIJD 15-15-12-12-18-18 st gelijkmatig in de 1e nld = 45-45-54-54-54-54 st. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met breinld zonder knop 4 mm in de rondte met naturel en in tricotst.
Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 11-11-13-13-14-14 cm 2 st midden onder de mouw. Herhaal dit meerderen elke 2½-2½-2½-2-1½-1½ cm 17-17-15-17-20-21 keer in totaal = 79-79-84-88-94-96 st.
Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 20-21-22-23-24-25 cm in de rondte de nld in A.3 die gemarkeerd is met een pijl (dus brei 1 nld met 2 st naturel, 1 st denimblauw). Ga dan weer verder met naturel tot het werk klaar is.
Kant als de mouw 55-53-52-49-47-46 cm meet losjes alle st af. Brei nog een mouw.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in de trui naast de kant st.

HALSRAND:
Neem aan de goede kant ongeveer 106 tot 126 st op langs de hals (incl. de st op de hulpdraad aan het voorpand) met rondbreinld 3,5 mm en naturel. Brei in patroon in de rondte volgens A.4 (begin met de 2e nld van A.4). Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, kant dan losjes af met rechte st.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 19.02.2016
Correctie: Maat S, kant af voor armsgat bij een hoogte van 37 cm.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant met naturel
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant met naturel
symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant met denimblauw
symbols = 1 omsl tussen 2 st met naturel
symbols = 2 r samen met naturel
symbols = 1 r afh, 1 r met naturel, afgeh st overh
symbols = 1 r afh, 2 r samen met naturel, afgeh st overh
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

161-24 Delphos

Margaret, France

Jacquard turquoise

Sylviane, Belgium

Delphos Sweater

Jo, United Kingdom

Laat een opmerking achter voor DROPS 161-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (63)

country flag Inger Lise R Bjørklund wrote:

Er det riktig at xxxl bare skal ha 47 cm armer? Er ikke ikke total lengde skrevet feil? Strikker denne nå og skal jeg legge ut 21 ganger blir armen 55 cm. Har jeg rett eller feil. MVH Inger Lise

24.07.2022 - 20:41

DROPS Design answered:

Hei Inger Lise, Lengden på ermene er kortere i større størrelser pga lengre bærestykke og videre skuldre. God fornøyelse!

25.07.2022 - 06:50

country flag Jorina wrote:

Hallo, ich stricke gerade Delphos und bin von der musteranleitung irritiert. Ein X steht für: 1 M li in Hinrichtung, 1 M re in Rück-R. Aber: Ich stricke in Runden. Da gibt es ja keine Rückrunde. Auch bin ich mir nicht sicher, ob bei dem Muster jeweils Reihe 1 und 2 angegeben ist, oder, wie das ja auch manchmal gemacht wird, Reihe 1,3,5 etc. Können Sie mir weiterhelfen? Viele Grüße, Jorina

30.10.2021 - 21:14

DROPS Design answered:

Liebe Jorina, ja genau, Rumpfteil wird zuerst in Runden gestrickt, aber nach Armausschnitt stricken Sie in Hin- und Rückreihen. Vor der Teilung stricken Sie in Runden und lesen Sie alle Reihen rechts nach links = alle sind Hinreihen. Viel Spaß beim stricken!

03.11.2021 - 07:10

country flag Michaela Knaus wrote:

Vielen Dank für die schnelle Antwort, manchmal sieht man vor lauter Bäumen den Wald nicht mehr :D

20.10.2021 - 07:40

country flag Michaela Knaus wrote:

Ich szrickr den Pullover in Grösse XXL und bräuchte Hilfe . Welche 29 Rapporte sind hier nach Muster A2 gemeint ? --- DEN REST ZUM RUMPFTEIL VOR DEM WEITERSTR LESEN! Nach A.4 zu Rundnadel Nr. 3,5 wechseln. Im Muster A.2 str, GLEICHZEITIG in der 1. Rd 6-2-8-6-2-8 M gleichmäßig verteilt abnehmen (= 162-190-208-234-262-280 M und 18-21-23-26-29-31 Rapporte in der Rd - ???? MfG Michaela

19.10.2021 - 15:08

DROPS Design answered:

Liebe Frau Knaus, vor A.2 sind es 264 Maschen auf der Nadel, bei der 1. Reihe in A.2 nehmen Sie 2 Maschen regelmäßig verteilt = 262 M, so haben Sie genügend Maschen um die 9 Maschen in A.2 29 Mal zu wiederholen, die letzte Masche der Runde wird dann wie die 1. Masche in A.2 gestrickt (= 9*29 +1=262 M). Viel Spaß beim stricken!

20.10.2021 - 07:33

country flag Jannette V Ommeren wrote:

Ik weet dat Merinowol "groeit" en dat je het beter op kleinere naalden moet breien. Maar nog nooit zo gek gehad als hier. Maat XXL uitgehaald na 20 cm. Het werd kolossaal. Uiteindelijk op naald 3,75 een trui met afmetingen XXL gebreid met de stekenaantallen tussen S en M. Dus advies: blijf meten tijdens het breien!

11.08.2021 - 15:37

country flag Florencia wrote:

Donde dice "¡Leer toda la sección siguiente antes de continuar!" Para talla M ,no entiendo que tengo que hacer cuando dice trabajar el diagrama A2, al mismo tiempo disminuir 6-2-8-6-2-8 repartidos en la 1°vta =162-190-208-234-262-280 pts y 18-21-23-26-29-31 repeticiones en la vta ? Gracias

12.05.2021 - 14:59

DROPS Design answered:

Hola Florencia. Para la talla M hay que trabajar la 1ª vuelta de A.2 y al mismo tiempo disminuir 2 puntos repartidos. Al final de la vuelta tenemos 190 puntos, que es igual a 21 repeticiones de A.2.

16.05.2021 - 17:21

country flag Carlin wrote:

Kunnen de vragen vertaald worden zodat iedereeen t kan volgen

09.02.2020 - 13:08

country flag Sabine wrote:

Im Rumpfteil werden bei Grösse M 258M angeschlagen dann A1 sprich es werden 43* 3M überzogen zusammengestrickt, d.h -86M es bleiben 172M übrig, dann nochmals 60M in der ersten Reihe von A2 abnehmen. Lt Anleitung sollen jetzt noch 198 M übrig bleiben... es sind aber nur 112M übrig. Ich habe jetzt 2* angefangen und gerechnet, es kommt nicht hin. Was muss ich korrigieren????. Bis jetzt bin ich mit vielen anderen Anleitungen von Euch gut klargekommen. Lg

27.01.2020 - 15:54

DROPS Design answered:

Liebe Sabine, bei A.1 werden keine Abanhmen gestrickt = nach A.1 haben Sie immer noch die 258 Maschen. Jetzt stricken Sie A.2 und gleichzeitig bei der 1. Reihe A.2 nehmen Sie regelmäßig verteilt 60 maschen ab, jetzt haben Sie: 258-60= 198 M. A.2 wie im Diagram weiterstricken (wird 22 Mal in der Runde wiederholt). Viel Spaß beim stricken!

28.01.2020 - 10:24

country flag MARIE wrote:

Pour les manches, comment fait-on pour conserver les motifs A2, tout en "augment(ant) 2m au milieu sous la manche "? Faut-il finalement faire les augmentations après avoir fait tous les motifs (plutôt que de les faire au milieu du rang= sous la manche)? Merci!

29.09.2019 - 18:28

DROPS Design answered:

Bonjour Marie, tricotez les augmentations en début de tour comme les dernières mailles d'un nouveau motif et tricotez les augmentations de la fin du tour comme les premières mailles d'un nouveau motif. Si vous devez tricoter le point ajouré sur ces mailles, veillez à bien compenser les diminutions de la fin/du début de A.2 par 1 jeté pour que le motif soit juste, autrement dit, si vous n'avez pas assez de mailles pour tricoter le motif, tricotez les nouvelles mailles en jersey. Bon tricot!

30.09.2019 - 11:18

country flag Isabelle wrote:

Bonjour, pourquoi faire toutes ces diminutions après les côtes ? On ne peut pas faire simplement les côtes avec les aiguilles 3,5 et le reste ( dont le point fantaisie) avec les aiguilles n°4 ?

29.09.2019 - 16:07

DROPS Design answered:

Bonjour Isabelle, si on ne diminue pas le nombre de mailles des côtes quand on commence à tricoter avec les aiguilles 4, l'ouvrage sera trop large, pour avoir les bonnes mesures (= la bonne largeur), on doit monter plus de mailles avec les aiguilles 3,5 qu'on en a besoin ensuite avec les aiguilles 4. Bon tricot!

30.09.2019 - 10:55