DROPS Bomull-Lin
DROPS Bomull-Lin
53% katoen, 47% linnen
vanaf 3.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Perly May

Gebreide DROPS trui in ribbelst, tricotst en met splitten van "Bomull-Lin" of "Paris". Maat: S - XXXL.

DROPS 160-5
DROPS design: Model nr. l-132
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BOMULL-LIN van Garnstudio
400-450-450-500-550-600 gr. kleur nr. 03, lichtbeige
Of gebruik:
DROPS PARIS van Garnstudio
450-500-550-600-650-750 gr. kleur nr. 26, donkerbeige

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 9 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 10,5 st x 18 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Bomull-Lin
DROPS Bomull-Lin
53% katoen, 47% linnen
vanaf 3.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 st aan het begin van de nld als volgt: 1 kant st, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Minder 1 st aan het einde van de nld als volgt: brei tot er 3 st over zijn op de nld, brei de volgende 2 st r samen, 1 kant st.

TIP VOOR HET METEN:
Meet vanwege de ribbels en het gewicht van het garen alle maten terwijl u het werk omhoog houdt; anders wordt de trui de lang tijdens het dragen.
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet LOSJES 54-58-64-70-76-82 st op met rondbreinld 9 mm en 2 draden Bomull-Lin of Paris. Brei dan ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven, maar brei verder met maar 1 draad. DENK OM DE STEKENVERHOUDING Plaats bij een hoogte van 18 cm - LEES TIP VOOR HET METEN - 1 markeerder aan elke kant van het werk (split begint hier).
Minder bij een hoogte van 26 cm 1 st aan elke kant van het werk - LEES TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen aan elke kant elke 9 cm nog 1-1-2-2-2-2 keer = 50-54-58-64-70-76 st. Kant bij een hoogte van 46-47-48-49-50-51 cm af voor de armsgaten aan elke kant van het werk als volgt: 2 st aan het begin van de volgende 2 nld = 46-50-54-60-66-72 st. Kant bij een hoogte van 62-64-66-68-70-72 cm - DENK OM TIP VOOR HET METEN - de middelste 16-16-16-18-18-18 st af voor de hals en eindig elke schouder apart (= 15-17-19-21-24-27 st over op elke schouder). Minder 1 st in de volgende nld aan de goede kant langs de hals = 14-16-18-20-23-26 st. Kant losjes af bij een hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm.

VOORPAND:
Zet op en brei als het achterpand. Kant bij een hoogte van 56-58-59-61-62-64 cm de middelste 14-14-14-16-16-16 st af voor de hals en eindig elke schouder apart (= 16-18-20-22-25-28 st op elke schouder). Minder dan aan het begin van elke nld langs de hals als volgt: 2 keer 1 st = 14-16-18-20-23-26 st. Kant losjes af bij een hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.

MOUW:
De mouw wordt van boven naar beneden gebreid.
Neem 44-46-48-50-52-54 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 9 mm en Bomull-Lin of Paris - LET OP: begin en eindig naast de 2 st afgekante st voor de armsgaten aan elke kant en neem st op naast de kant st. Brei in tricotst heen en weer op de rondbreinld. Plaats bij een hoogte van 2 cm 1 markeerder aan elke kant - voor de afwerking van de mouw.
Minder bij een hoogte van 5-4-5-4-5-3 cm 1 st aan elke kant van het werk naast de kant st. Herhaal dit minderen elke 3 cm nog 8-8-7-7-6-6 keer = 26-28-32-34-38-40 st. Kant losjes af als de mouw 38-37-36-34-32-30 cm meet (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders).

AFWERKING:
Naai de mouwnaden samen naast de kant st - LET OP: de 2 cm die heen en weer zijn gebreid voor de markeerder aan de bovenkant van de mouw komen tegen de afgekante st voor de armsgaten. Naai de zijnaad dicht, vanaf het armsgat tot de markeerders voor de split - naai in de buitenste lusjes van de kant st.

Telpatroon

symbols = breirichting
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 160-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (49)

country flag Maura Porrati wrote:

Non capisco se si lavora con Bomull Lin a 1 o 2 capi (DIETRO: Si lavora avanti e indietro sui ferri circolari. Avviare, senza stringere troppo il filo, 54-58-64-70-76-82 m sui ferri circolari n° 9 con 2 capi del filato Bomull-Lin oppure del filato Paris. Lavorare a COSTE A LEGACCIO - vedere le spiegazioni sopra, ma lavorare solo con 1 capo del filato.). Mi potete spiegare?

12.03.2024 - 07:41

DROPS Design answered:

Buongiorno Maura, come indicato nelle spiegazioni, l'avvio del lavoro è a due capi, poi si prosegue con 1 capo solo. Buon lavoro!

12.03.2024 - 16:04

country flag Sharon Hun wrote:

Hi! Would like to knit this in the round. Should I anticipate any problems?

23.02.2024 - 10:41

DROPS Design answered:

Dear Mrs Han, note that the bottom of piece is worked separately for the splitts in the side; You have to adjust garter stitch as it is worked differently when working in the round (see video). And you will then have to work back and forth again after dividing for armholes. Happy knitting!

23.02.2024 - 14:03

country flag Jayne wrote:

Can I use alpaca mix for this pattern? \r\n\r\nWould I use one or two strands ? \r\nThankyou

02.05.2023 - 19:06

DROPS Design answered:

Dear Jayne, you can use 2 strands Alpaca (yarn group A) to replace 1 strand Bomull-Lin / Paris (yarn group C) - see our yarn converter - just remember to check and keep your tension. Happy knitting!

03.05.2023 - 10:59

country flag Jenny wrote:

Hej! Stämmer det att jag ska sticka rätstickning på fram och bakstycke (räta fram och tillbaka) och slätstickning på armarna (räta på räta och aviga på aviga)? Varför gör jag så? Hälsar en nybörjare! Jenny

08.01.2022 - 10:36

DROPS Design answered:

Hej Jenny. Ja det stämmer. Designen är gjord så att det är slätstickning på ärmarna och rätstickning på fram och bakstycke. Mvh DROPS Design

11.01.2022 - 12:09

country flag Maria Claudia wrote:

Buongiorno, devo provare a fare il campioncino per il lavoro e mi chiedevo: 10,5 maglie per 10 cm cosa significa? Che devo avere 21 maglie per 20 cm? O che posso avere in base alla mia tensione 10 o 11 maglie per 10 cm?

16.05.2021 - 08:43

DROPS Design answered:

Buonasera Maria, il campione dev'essere di 10,5 maglie per 10 cm oppure 21 maglie in 20 cm. Buon lavoro!

17.05.2021 - 22:09

country flag Karin Van Brakel wrote:

Ik begrijp niet wat ik moet doen bij de mouw: begin en eindig naast de 2 st afgekante st voor de armsgaten aan elke kant en neem st op naast de kant st.

22.03.2021 - 19:17

DROPS Design answered:

Dag Karin,

Je begint niet gelijk aan het begin met het opnemen van steken, maar je slaat de 2 afgekante steken over. Langs de rand van het pand waar je de steken opneemt, neem je op naast de kantsteek, dus tussen de kantsteek en de eerste steek.

08.04.2021 - 09:46

country flag Lorenza Bertolino wrote:

Perché sul Drops 160-5, si utilizzano i ferri circolari?

11.02.2021 - 08:31

DROPS Design answered:

Buongiorno Lorenza, al di fuori dell'Italia, si usano solitamente i ferri circolari. Questo modello è lavorato in piano, può utilizzare i ferri dritti. Buon lavoro!

12.02.2021 - 22:59

country flag Sonia PC wrote:

Hola, No entiendo si al levantar los puntos para la manga tengo que coger los puntos de orillo y la duda. Sí es así, para qué sirve el marcapuntos de los 2 cm??? La manga es punto jersey y el cuerpo punto musgo? Gracias

08.10.2019 - 23:49

DROPS Design answered:

Hola Sonia. Al insertar el marcapuntos marcamos la parte de la manga que se cose al cuerpo en la parte de la sisa bajo la manga, 2 cm a cada lado. Sí, la manga se trabaja en punto jersey y el cuerpo en punto musgo.

14.10.2019 - 21:10

country flag Maryse Davreux wrote:

Bonjour, Pourquoi faut-il avoir 2 fils pour monter les mailles et par la suite n’en prendre qu’un seul?

07.05.2019 - 05:20

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Davreux, on utilise 2 fils pour le rang de montage pour qu'il soit plus souple, mais on continue ensuite avec 1 seul fil. Bon tricot!

07.05.2019 - 09:26

country flag Evq wrote:

Varför rundstickor till detta mönster? Fram- och bakstycke stickas ju för sig....förstår inte detta riktigt.

10.01.2019 - 20:16

DROPS Design answered:

Hej, du kan sticka modellen på antingen rundsticka eller parstickor.

15.01.2019 - 14:00