DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 159-14
DROPS design: Model nr. me-075
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van Garnstudio
300-350-400-450-450-500 gr. kleur nr. 24, lichtgeel

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 19 st x 25 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP: gebogen (wit), NR. 521: 6-6-6-6-6-6 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 st voor de markeerder als volgt: brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Minder 1 st na de markeerder als volgt: 2 r samen.
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 198-214-230-250-274-294 st op (incl. 5 voorbies st aan elke kant van het werk) met rondbreinld 5 mm en Merino Extra Fine. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven, plaats TEGELIJKERTIJD 2 markeerders in het werk als volgt: 52-56-60-65-71-76 r, plaats 1 markeerder, 94-102-110-120-132-142 r (= achterpand), plaats 1 markeerder, 52-56-60-65-71-76 r. Brei dan als volgt aan de goede kant: A.1 (= 15 st) 1 keer, tricotst tot er 15 st over zijn, brei A.2 (= 15 st) 1 keer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING Ga zo verder in patroon tot het werk klaar is. Minder bij een hoogte van 8 cm 1 st aan elke kant van elke markeerder (= 4 st geminderd) - LEES TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen elke 3½-4-4-4-4½-4½ cm nog 6 keer = 170-186-202-222-246-266 st. Splits bij een hoogte van 33-34-35-36-37-38 cm het werk en eindig voorpand en achterpand apart als volgt: zet de eerste 45-49-53-58-64-69 (= rechtervoorpand) en de laatste 45-49-53-58-64-69 st (= linkervoorpand) op een hulpdraad, knip de draad af en ga verder alleen over de middelste 80-88-96-106-118-128 st (= achterpand).

ACHTERPAND:
= 80-88-96-106-118-128 st.
Zet nu nieuwe st op voor de mouw aan elke kant van het werk aan het einde van elke nld als volgt: 4 keer 5-4-4-3-3-2 st in totaal aan elke zijkant en dan 1 keer 7-8-6-7-3-4 st = 134-136-140-144-148-152 st op de nld. Brei de gemeerderde st in tricotst. Als alle st opgezet zijn, brei dan de volgende nld aan de goede kant als volgt: A.1, tricotst tot er 15 st over zijn en eindig met A.2. Ga zo verder in patroon. Kant bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm de middelste 28-30-32-34-36-38 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en kant 1 st af in de volgende nld langs de hals = 52-52-53-54-55-56 st over op de nld. Brei bij een hoogte van 49-51-53-55-57-59 cm 1 nld recht aan de goede kant, brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en kant dan alle st af; het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm.

RECHTERVOORPAND:
= 45-49-53-58-64-69 st.
Ga verder in tricotst en patroon. Zet TEGELIJKERTIJD st op voor de mouw aan het einde van elke nld aan de goede kant als volgt: 4 keer 5-4-4-3-3-2 st in totaal aan de zijkant en 1 keer 7-8-6-7-3-4 st = 72-73-75-77-79-81 st. Brei de gemeerderde st in tricotst. Als alle st zijn opgezet, brei dan de volgende nld aan de goede kant als volgt: A.1, tricotst tot er 15 st over zijn, eindig met A.2. Ga zo verder in patroon. Zet bij een hoogte van 44-46-48-50-52-54 cm – pas zo aan dat het na 1 hele herhaling van het kantpatroon is - de eerste 14-15-16-17-18-19 st op een hulpdraad voor de hals en kant af elke nld langs de hals als volgt: 2 keer 2 st en 2 keer 1 st = 52-52-53-54-55-56 st over voor de schouder. Brei bij een hoogte van 49-51-53-55-57-59 cm 1 nld recht aan de goede kant, brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en kant dan alle st af; het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm.

LINKERVOORPAND:
Brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld. Brei A.1 over de mouw st in plaats van A.2. Kant af voor de hals aan het begin van de nld aan de verkeerde kant.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen naast de afkantrand. Naai de mouwnaden samen in de buitenste lusjes van de kant st. Naai 6 knopen gelijkmatig verdeeld op de linkervoorbies - knoop het vest dicht door de gaatjes op de rechtervoorbies, pas de plaats van de knopen hierop aan.

HALSRAND:
Neem 82-102 st op langs de hals (incl. de st op de hulpdraden) en brei 2 ribbels. Kant alle st af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = r aan de verkeerde kant
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de omsl av
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 159-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (18)

country flag Patricia wrote:

There are no directions for buttonholes. Please let me know how best to do them Thank you

17.11.2020 - 02:20

DROPS Design answered:

Dear Patricia, there are no buttonholes worked on this jacket, you will use the holes on right band to button through. Happy knitting!

17.11.2020 - 10:48

country flag Silvia wrote:

Buenas tardes: He vuelto a leer el patrón y me he dado cuenta de mi error. Ya he visto que terminan igual. Gracias

12.06.2020 - 14:15

country flag Silvia wrote:

¿por qué terminan diferente los delanteros? El delantero derecho remata los puntos por el lado derecho y el delantero izquierdo remata los puntos por el lado revés

10.06.2020 - 18:11

DROPS Design answered:

Hola Silvia. para obtener el mismo número de filas en cada delantero y debido a que las disminuciones para el escote se trabajan a la inversa en cada delantero, una parte se cierra por el lado derecho y la otra parte se cierra en una fila por el lado revés.

13.06.2020 - 20:24

country flag Richard wrote:

Hi all. After binding off for the neck & continuing as instructed until 53 sts remain with the piece measuring 53cms. Binding off all sts, I will then knit the left side as front piece. The neck edge instructions are to pick up 82-102 sts around neck (includes sts on stitch holders). I am confused, there are a total of 32sts on stitch holders (left/right pieces). How many sts do I have to make up around the neck, excluding the 32sts? Thanks.

26.05.2020 - 11:06

DROPS Design answered:

Dear Richard, for the neck you will pick up along the sts slipped on a thread/cast off for neck on each front piece (= 16 sts + 2 sts 2 times + 1 st 2 times on each front piece) + pick up sts along the last row to the shoulder seam on front pieces and on back piece + pick up sts along the 32 middle sts on back piece (see this video and this one. The number of stitches is not that important, make sure to pick up enough sts so that the neck edge won't be too tight nor too loose - adjust the number of sts on first row from WS if necessary. Happy knitting!

26.05.2020 - 12:23

country flag Richard wrote:

Hi everybody. I'm knitting the right front in (L size)., picking up from the 53 sts that were cast off when doing the back. I knit until the piece measures 48cms - then you say "adjust after 1 WHOLE REPETITION of lace pattern - slip the first 16sts on a stitch holder for neck". When you say "repetition", do you mean a total of 10 row (A1 & A2); or approximately 4cms? Finishing on a WS row. Your help is always invaluable. Thank you & be safe. Richard.

25.05.2020 - 17:03

DROPS Design answered:

Dear Richard, yes correct, "repetition" means here when the last row of diagrams have been worked (after 10 rows, last row worked from WS). Happy knitting!

26.05.2020 - 08:17

country flag Richard wrote:

Hello. I have aborted knitting this pattern. I should explain - although my tension was correct & using 5mm needles, I was knitting with 'cotton merino' yarn. Now I will use the 'Extra Fine' yarn as specifiedspecified, but the Drops label that came with the yarn states the needle size as 4mm. What should I do? Thank you.

13.05.2020 - 22:11

DROPS Design answered:

Dear Richard, please knit a gauge swatch and check agaist what is given in the pattern and go up or down a needle size accordingly. Happy Knitting!

14.05.2020 - 01:41

country flag Richard wrote:

Good morning all. I am making this in size 'L', & my tension is correct . Having cast on 230 stitches, I have made the calculation that this will give a 'circle' measuring 121 cms approx. The measurement shown in the pattern is 58cm (x2) = 116cm. This seems very large (48.42 in). I have completed 10 rows in stocking stitch & it measures 4 cms. Please can you confirm, the measurements are correct. Thank you. ALWAYS WEAR A FACE MASK WHEN YOU ARE OUT...

28.04.2020 - 11:48

DROPS Design answered:

Dear Richard, make sure to keep the correct tension, your work might be somewhat larger than it should be - the 5 front band sts on each side are not including, so that it should be right with 19 sts s= 10 cm. Happy knitting!

28.04.2020 - 12:02

country flag Karen wrote:

I'm making the small size and the 80 stitches for the back when cast on the 5 4x is 20 correct? Then 7 on each side is 14..so 80 plus 34 is 114 but says we should have 134..am I missing something..thanks in advance!! Love your patterns!!

19.07.2017 - 23:28

DROPS Design answered:

Dear Karen, 80 sts remain on back piece after dividing piece, you then cast on in each side 5 sts 4 times + 7 sts 1 time = 2 x 20 sts + 2 x 7 sts = 54 sts are inc in total (27 sts in each side for each sleeve) so that 80 sts + 54 = 134 sts. Happy knitting!

20.07.2017 - 09:58

country flag Anna Svendsen wrote:

Det står inget om knapphål??

12.10.2016 - 22:09

Oksana wrote:

When it says: cast off on every row from the neck - does that mean in every next (2-d) row or in every row (every first row)? Thank you in advance for the prompt answer!

30.04.2015 - 18:28

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oksana, you cast off for neck at the beg of every row starting from neck towards shoulder (= every other row). Happy knitting!

02.05.2015 - 14:18