DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Feathers

Gebreid DROPS vest met raglan, kantpatroon en mouwen in tricotst van ”BabyAlpaca Silk”. Maat: S - XXXL.

DROPS 158-37
DROPS design: Model nr. bs-073
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L/XL - XXL/XXXL
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
300-400-450 gr. kleur nr. 6347, blauwpaars

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP MET GATEN, NR. 521: 6-6-7 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET AANPASSEN VAN DE LENGTE:
Als u het vest iets langer wilt maken, dan kunt u dat op twee manieren doen. U kunt het deel in tricotsteek voordat u aan het patroon begint iets langer breien of u kunt meer patroonherhalingen breien op het lijf voordat u aan de armsgaten begint.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.6. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Minder 2 st in elke overgang tussen lijf en mouwen. Minder 1 st aan elke kant van de 2 st in tricotst in de overgangen. De minderingen ziet u in het telpatroon voor het lijf en de minderingen worden op dezelfde manier gemaakt op de mouwen, dus naast 1 st in tricotst richting de overgangen.
Brei voor de overgangen 2 r samen, brei na de overgangen 1 r afh, 1 r en afgeh st overh.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies aan de goede kant. 1 knoopsgat = brei de 5e en 6e st vanaf middenvoor samen en maak 1 omsl. Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S/M: 3, 12, 21, 29, 37 en 45 cm.
MAAT L/XL: 4, 13, 22, 31, 40 en 49 cm.
MAAT XXL/XXXL: 3, 12, 21, 29, 37, 45 en 53 cm
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 242-300-354 st op met rondbreinld 3 mm en BabyAlpaca Silk (1e nld = goede kant). Brei 2 r, 2 st in ribbelst, 2 r, 2 st in ribbelst (= voorbies), brei boordsteek met 2 r / 2 av tot er 8 st over zijn, 2 st in ribbelst, 2 r, 2 st in ribbelst en 2 r (= voorbies). Brei zo ongeveer 1 cm in boordsteek. Brei voorbiezen als hiervoor de rest van het werk en brei de st voor het lijf in tricotst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Minder in de eerste nld in tricotst 1-3-1 st gelijkmatig op de nld, maar minder niet over de voorbies st = 241-297-353 st. LET OP! Maak knoopsgaten – zie uitleg boven – vanaf een hoogte van 3-4-3 cm. Brei tot het werk 12 cm meet - lees TIP VOOR HET AANPASSEN VAN DE LENGTE. Brei dan volgens telpatroon A.1 als volgt: 8 voorbies st als hiervoor, A.1A over 14 st, herhaal A.1B tot er 23 st over zijn, A.1C over 15 st en 8 voorbies st als hiervoor. Brei telpatroon 2 keer in de hoogte, het werk meet ongeveer 30 cm. Brei dan als volgt: A.2A over 14 st, A.2B over 28-42-56 st, A.2C over 23 st, A.4A over 19 st, A.4B over 70-98-126 st, A.4C over 23 st, A.3A over 22 st, A.3B over 28-42-56 st en eindig met A.3C over 14 st. Nadat de eerste 13 nld van deze telpatronen zijn gebreid, zijn er 9 st afgekant aan elke kant voor de armsgaten = 223-279-335 st over op de nld en het werk meet ongeveer 34 cm. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUWEN:
Wordt in tricotst in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 48-54-58 st op met breinld zonder knop 3 mm en BabyAlpaca Silk. Brei 1 cm boordsteek (= 2 r/2 av). Brei dan in tricotst. Plaats een markeerder aan het begin van de nld = midden onder de mouw. Meerder bij een hoogte van 8-8-9 cm 1 st aan elke kant van de markeerder door een omsl te maken. Meerder ongeveer elke 2-1½-1 cm. Brei de omsl gedraaid in de volgende nld om gaatjes te voorkomen. Herhaal dit meerderen nog 17-21-26 keer (= 18-22-27 keer in totaal) = 84-98-112 st op de nld. Brei tot het werk 46-43-40 cm meet, kant dan 9 st af midden onder de mouw = 75-89-103 st over op de nld. Laat het werk rusten en brei nog een mouw op dezelfde manier.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf = 373-457-541 st. Plaats 4 markeerders in het werk, een tussen elk deel. Minder voor de RAGLAN - zie uitleg boven, naast 1 st in tricotst aan elke kant van de 4 overgangen. Brei als volgt vanaf de 14e nld in het telpatroon: (= verkeerde kant): 2 av, 2 st in ribbelst, 2 av, 2 st in ribbelst, av tot er 8 st over zijn, 2 st in ribbelst, 2 av, 2 st in ribbelst en 2 av.
Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: A.2A over 14 st, A.2B over 28-42-56 st, A.2C over 18 st, tricotst over 75-89-103 st (= mouw st, denk om het minderen op de mouw) A.4A over 15 st, A.4B over 70-98-126 st, A.4C over 18 st, tricotst over 75-89-103 st (= mouw st, denk om het minderen op de mouw), A.3A over 18 st, A.3B over 28-42-56 st en A.3C over 14 st.
Ga verder volgens het telpatroon en minder elke nld aan de goede kant op de mouwen en het lijf. Elke keer dat er 14 nld zijn gebreid van A.2, A.3 en A.4, breit u 1 herhaling van B minder tussen A en C. Brei tot patroon A.2, A.3 en A.4 een in de hoogte zijn gebreid. Herhaal nu de bovenste 28 nld van alle patronen. Ga verder tot in totaal 56-70-84 nld in patroon A.2, A.3 en A.4 zijn gebreid. Zet in de volgende nld de eerste en laatste 13-20-27 st op een hulpdraad voor de hals. Brei A.5 over de st van A.2 en A.6 over de st van A.3, ga verder over de overgebleven st en minder als hiervoor. Als A.5 en A.6 een keer in de hoogte zijn gebreid, staan er nog 73-87-101 st op de nld.
Zet de st van de hulpdraad terug op de nld = 99-127-155 st en neem 14 st op langs de zijkant van A.5 en A.6 = 127-155-183 st. Brei de voorbies als hiervoor, brei de overgebleven st in RIBBELST - zie uitleg boven. Minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld gelijkmatig tot er ongeveer 100-115-130 st op de nld staan. Brei 2 ribbels in totaal en kant af met dubbel garen aan de goede kant.

AFWERKING: Naai de openingen onder de mouwen samen en naai de knopen op het linkervoorpand.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 21.08.2014
Onder LIJF:...Brei telpatroon 2 keer in de hoogte, het werk meet ongeveer 30 cm. ...... = 223-279-335 st over op de nld en het werk meet ongeveer 34 cm. Laat het werk rusten en brei de mouwen.
Gewijzigd online: 11.10.2016
Correctie in telpatroon A.4, rij 27 en 41

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 steken
symbols = recht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = kant de st af
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 158-37

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (27)

country flag Aline wrote:

Bonjour cher Studio, sans diagramme pour tricoter l'encolure, première fois que je tricote un gilet, je ne comprends pas comment finir ce col, ni à quoi il ressemble. Pourquoi mettre des mailles en attente devant (20 de chaque côté) ? Pourquoi ne pas former cette encolure en tricotant toutes les mailles ? Merci beaucoup de votre réponse

31.03.2022 - 09:07

DROPS Design answered:

Bonjour Aline, en début de rang sur l'endroit, tricotez les 20 premières mailles et glissez-les en attente; tricotez le rang comme avant, tournez, tricotez les 20 premières mailles sur l'envers et mettez-les en attente, tricotez le reste du rang comme avant. Ces 20 mailles de chaque côté seront reprises ensuite pour le col. Tricotez maintenant les diagrammes A.5 au-dessus de A.2 et A.6 au-dessus de A.3 et les autres mailles comme avant (vous allez diminuer comme indiqué dans les diagrammes). Après A.5/A.6, reprenez les 20 mailles de chaque côté et relevez 14 m le long de A.5/A.6 (de chaque côté) et tricotez le col. Bon tricot!

31.03.2022 - 09:53

country flag Renata wrote:

Przerobiłam na wysokość schematy A2, A3 i A4, w opisie jest napisane, że teraz należy cyt.: "Powt. teraz 28 rz. na górze wszystkich schematów. Dalej przer. aż w sumie będzie przerobionych 56-70-84 rz. ściegiem fantazyjnym A.2, A.3 i A.4. " Ponieważ nie ma schematu do kontynuacji wzoru a opis jest niejasny, proszę o pomoc: jakie rzędy powtórzyć Jak od tego momentu ma wyglądać robótka?

16.07.2018 - 22:23

DROPS Design answered:

Witaj Renato, Robisz to samo co dotychczas, czyli zamykasz oczka na reglan, ale teraz przerabiasz od 15-tego rzędu w schematach A.2, A.3 i A.4. Będzie po prostu mniej motywów, ale zaczynasz od początku 15-tego rz. i przerabiasz na takiej liczbie oczek jaka ci pozostała, aż dojdziesz do brzegu (nie zapomnij o obszyciach przodów, które są przerabiane jak dotychczas). Ażur biegnie do końca karczku na przodzie i na tyle. Powodzenia!

18.07.2018 - 10:12

country flag Christiane wrote:

Hallo, sehr schönes Muster. Ich habe jetzt A5 und A6 einmal in der Höhe gestrickt in Größe L/XL. Ich habe aber nicht 87 Maschen auf der Nadel, sondern 121. Ich habe alles kontrolliert und nachgerechnet, aber es bleiben viel zu viele Maschen. Muss ich weitere Male Reihen in A2 und A 3 stricken? Aber es sind insgesamt 70 Reihen. Vielleicht können Sie mir helfen. Danke und viele Grüße

18.04.2017 - 17:20

country flag Olga Zurkova wrote:

Hallo! Beginnt man jede Reihe gleich mit dem Bündchen? Oder strickt man zuerst eine Randmasche? Und wenn eine Randmasche gestrickt wie, dann wie? Vielen Dank vorab!

01.10.2016 - 12:08

DROPS Design answered:

Liebe Frau Zurkova, wenn man die Bündchen strickt, hat man keine Randmasche, dh. Mit 2 M glatt re anfangen (Hin-R) und mit 2 M glatt re enden (Hin-R).

03.10.2016 - 09:00

country flag Anne wrote:

Kaarrokkeessa kun otetaan ensimmäiset ja viimeiset silmukat apulangalle (tässä tapauksessa 13kpl) ja jatketaan ohjeen mukaisesti A2 mallineuleen silmukoilla piirrosta A5 ja vastaavasti A3 kanssa, niin jäävätkö kuviot A5 ja A6 vajaaksi? Koska minulla jää vain 12 silmukkaa näitä kuvioita varten. Vai siirretäänkö jotkut muut silmukat apulangalle kuin etukappaleiden reunimmaiset?

17.04.2016 - 18:27

DROPS Design answered:

Vain ensimmäiset ja viimeiset 13 s siirretään apulangalle. Piirrosten A.5 ja A.6 mallikertojen ensimmäisellä kerroksella tulee olla 19 s. Voit aina ottaa yhteyttä lähimpään DROPS-jälleenmyyjäliikkeeseen, he auttavat sinua mielellään paikan päällä.

21.09.2016 - 16:47

country flag Dorothy Storm wrote:

Jeg har i mit foregående notat skrevet om en fejl i opskriften. Jeg har nu strikket 42 pinde i A4 og har 2 steder opdaget at maskeantallet ikke passer i forhold til mønsteret. Det drejer sig om 2 steder ved raglanindtagningen i pind 27 og 41 hvor der står en indtagningen og en løs af. Mit spørgsmål er: Er løs af ikke en fejl? Hvis det er rigtigt bør man se bort fra min kommentar fra 7/4.

08.04.2016 - 07:31

DROPS Design answered:

Hej Dorothy, Jeg kan godt se hvad du mener, der burde ikke have været et omslag i forbindelse med indtagningerne i hver side på p 27 og 41. Jeg skal bede Design om at se på det. Tak for info!

08.04.2016 - 09:54

country flag Dorothy Storm wrote:

Der er fejl i mønsteret ved A4 , og C4, pind 27 fra 4. Maske hvor der mangler 1 løs af 1 ret træk den løse maske over. Det samme gælder i slutningen af pinden hvor der mangler 2 ret sammen. Ellers mangler selve raglanindtagningen på denne pind.

07.04.2016 - 13:47

country flag Babika Szunomar wrote:

Beste Dropsdesign, Ik ben bezig met de meerderingen in de mouwen - ik begrijp dat ik aan het begin van de pen links en rechts van de eerste steek 1 steek meerder. Klopt het dat de meerderingen alleen aan de ene kant plaatsvinden? De mouw wordt dan aan een kant breder. Of moet het aan weerszijden van de mouw. Alvast bedankt voor uw antwoord.

31.10.2015 - 20:05

DROPS Design answered:

Hoi Babika. Je breit in de rondte en meerdert aan elke kant van de markeerder (= midden onder mouw). Dus je maakt 1 omsl voor en 1 omsl na = 2 st gemeerderd aan beide zijkanten van de midden onder de mouw. Dus je meerdert niet aan één kant.

02.11.2015 - 14:42

Sallyanne Lewis wrote:

In the first row it says K 2, 2 sts in garter st, K 2, 2 sts in garter st (= band), does this mean K8 garter stitch or K4 garter stitch It does not make sense to me please help

05.02.2015 - 03:41

DROPS Design answered:

Dear Mrs Lewis, the 8 sts front band are worked as follows : 2 sts in stocking st, 2 sts in garter st, 2 sts in stocking st and 2 sts in garter st (1st band, seen from RS). Happy knitting!

05.02.2015 - 09:39

country flag Astrid wrote:

Ich stricke gerade Größe L/XL und wundere mich, warum 54 Maschen für die Ärmel angeschlagen werden sollen. Im Rippenmuster sollte die Zahl doch durch 4 teilbar sein, damit nicht irgendwo 4 gleiche Maschen sind, oder?

17.01.2015 - 19:18

DROPS Design answered:

Liebe Astrid, Sie haben Recht, das Muster geht nur in der kleinsten Größe auf. Ich werde die Frage an die Designerinnen weiterleiten, allerings ist die neue Kollektion gerade noch sehr vorrangig. Damit Sie weiterstricken können, würde ich empfehlen, 2 M weniger anzuschlagen und nach dem Bündchen diese 2 M gleichmäßig verteilt zuzunehmen.

18.01.2015 - 18:45