DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 158-21
DROPS design: Model nr. z-685
Garengroep A
----------------------------------------------------------
MUTS:
Maat: één maat
Hoofdomtrek: 54/56 cm
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 7139, grijsgroen

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 cm) 3,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 23 st x 30 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 cm) 3 mm – voor de boordsteek.

SJAAL:
Lengte: ongeveer 156 cm
Breedte: ongeveer 38 cm
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
200 gr. kleur nr. 7139, grijsgroen

DROPS RECHTE BREINLD 3,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 23 st x 30 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON MUTS:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.4. De telpatronen laten alle naalden aan de goede kant zien. De telpatronen worden in de rondte gebreid.

PATROON SJAAL:
Zie telpatronen A.5, A.6, A.2, A.7 en A.8 LET OP! Brei in telpatroon A.6 het eerste symbool in de 29e nld aan het begin van de nld de eerste keer als 2 r samen, dus aan het begin van de nld, brei dan tot er 2 st over zijn, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Hetzelfde geld voor dit symbool in A.2 in de 19e nld - zie de pijl in het telpatroon. De telpatronen laten alle naalden zien aan de goede kant.

----------------------------------------------------------

MUTS:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, ga verder met breinld zonder knop indien nodig.
Zet 120 st op met rondbreinld 3 mm en Alpaca. Brei 3 cm boordsteek (= 1 gedraaid r/1 av). Ga verder met rondbreinld 3,5 mm, brei in tricotst en meerder 36 st gelijkmatig verdeeld over de nld = 156 st. Brei telpatroon A.1 een keer in de hoogte. LET OP! Na A.1 is het patroon 1 st naar rechts opgeschoven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei telpatroon A.2 een keer in de hoogte. Brei dan volgens telpatroon A.3. Brei tot een hoogte van 20 cm en brei en minder dan volgens telpatroon A.4, dus minder in elke herhaling van dit telpatroon 2 st elke 4e nld. Na telpatroon A.4 staan er nog 26 st op de nld. Brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 r samen = 13 st. Haal de draad door de laatste st, trek de draad aan en zet vast. Het werk meet ongeveer 26 cm.

SJAAL:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Wordt in 2 delen gebreid die later aan elkaar genaai worden middenachter.
Zet 87 st op (incl. 3 kant st in ribbelst aan elke kant) met nld 3,5 mm en Alpaca. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 3 st in RIBBELST - zie uitleg boven, herhaal A.5 tot er 4 st over zijn, brei 1 st als de eerste st in het telpatroon en 3 st in ribbelst. Ga zo verder. Als A.5 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 67 st op de nld. Brei dan telpatroon A.6 een keer in de hoogte met 3 st in ribbelst aan elke kant tot het werk klaar is en telpatroon A.2 een keer in de hoogte. Brei dan volgens telpatroon A.7. Als telpatroon A.7 in totaal 5 keer in de hoogte is gebreid, brei dan telpatroon A.8 een keer in de hoogte. Brei 2 ribbels. Kant losjes af aan de goede kant. Brei nog een deel op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de twee delen aan elkaar, met de zijkanten tegen elkaar langs de afkantrand middenachter.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = r aan de verkeerde kant, av aan de goede kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 158-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (29)

country flag Paola wrote:

Ancora una cosa.....all'inizio delle spiegazioni si legge "ripetere il diagramma A.5 finché non rimangono 4 m, lavorare 1 m come la prima m del diagramma..." non riesco a capire...il diagramma A.5 è costituito da 4 ferri, quindi le spiegazioni si riferiscono all'ultimo ferro che si presenta a rovescio e significa che quindi faccio 4 m a rovescio ed una a diritto??

12.11.2022 - 09:36

DROPS Design answered:

Buonasera Paola, deve continuare a ripetere la 1° riga del diagramma A.5 fino a quando rimangono 4 maglie, poi lavorare la 1° maglia del diagramma e le 3 maglie di vivagno. Questa sequenza va ripetuta per le altre righe del diagramma. Buon lavoro!

12.11.2022 - 23:58

country flag Paola wrote:

Salve, scusate. DOpo l'avvio di 87 maglie, si esegue il diagramma A5, ed alla fine si hanno 67 maglie sui ferri. Si continua la lavorazione come indicato, mi sembrano non ci siano aumenti da fare. Mi chiedo: se proseguo con 67 maglie, non mi sembra possibile avere 38 cm di larghezza della sciarpa. Secondo il campione indicato (23 m per 10 cm) i 38 cm corrispondono a 87 maglie. GRazie se potete spiegarmi questo

11.11.2022 - 19:33

DROPS Design answered:

Buonasera Paola, è corretto, la sciarpa è più larga all'inizio e alla fine del lavoro. Buon lavoro!

12.11.2022 - 23:56

country flag Kate Ritchie wrote:

I purchased the Lake District pattern z-685. I am an experienced knitter however the instructions are incomprehensible. I am trying to start the scarf however I can't reconcile the initial stitch numbers with pattern requirements. Can you please clarify.

12.08.2021 - 04:48

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ritchie, for the scarf you cast on 87 stitches, purl 1 row (= wrong side) then work as follows (from right side): 3 sts in garter stitch, work A.5 (= 16 sts on first row) until 4 sts remain (= 5 times), work the first stitch in A.5 (so that pattern is symmetrical) and end with 3 sts in garter stitch. You will decrease 2 sts on row 1 and on row 3 in each A.5 = 12 sts remain when A.5 is done: 3 sts garter st + 12 sts x 5 repeats + 1st st A.5 + 3 sts garter st = 67 sts remain. Hope this will help, happy knitting!

12.08.2021 - 08:47

country flag Julie wrote:

Pour l’écharpe Je monte mes 87 m après tricote premier rang endroit après je commence la figure 5 . Doit ton toujours commencer de bas en haut. Et de gauche vers la droite ou l’inverse Merci

28.02.2021 - 04:09

DROPS Design answered:

Bonjour Julie, le diagramme est lu de bas en haut. Sur l'endroit nous lisons le diagramme de droite à gauche, et sur l'envers dans le sens opposé (de gauche a droite). Bon tricot!

28.02.2021 - 22:15

country flag Heike Kopp wrote:

Guten Tag Ich habe eine Frage zu A7 - Rückreihe. Die Angabe im Diagramm "1M re in Rück-R, 1 M li in Hin-R" verwirrt mich etwas. Was für eine Masche muss ich als 1. in der Rückreihe stricken (nach den 3 Randmaschen) und als letztes (vor den 3 Randmaschen) Mit freundlichen Grüßen

30.10.2020 - 14:01

DROPS Design answered:

Liebe Frau Kopp, die 1. Masche in A.7 wird rechts bei den Hin- sowie den Rückreihen gestrickt =diese Masche wird kraus rechts gestrickt - Am Ende der Reihe enden Sie mit der 1. Masche in A.7 (damit das Muster symetrisch ist) = 1 Kraus rechts Masche vor den 3 letzten Maschen. Viel Spaß beim stricken!

30.10.2020 - 15:14

country flag Heike Kopp wrote:

Guten Morgen, Muss nach Muster A5 weiter so gestrickt werden: .... "bis zu den letzten 4 M, 1 M wie die 1. M im Diagramm (damit das Muster symmetrisch wird) und 3 M kraus re." Einen schönen Gruß

28.10.2020 - 08:28

DROPS Design answered:

Liebe Frau Kopp, stimmt ja, enden Sie die Hinreihen mit 1 M wie die 1. M im Diagram (und 3 M kraus re). Viel Spaß beim stricken!

28.10.2020 - 15:19

country flag Margaret wrote:

The pattern I am after is 158-21 the hat that I’m having problems with I don’t understand it and my grandmother can’t read it as she can’t see clearly thank you again

29.06.2020 - 14:11

DROPS Design answered:

Dear Margaret, can you please explain us more? Which part don't you understand? ARe you working on the hat? on the scarf? Do not hesitate to write us more details so that we can help you :)

29.06.2020 - 15:01

country flag Margaret wrote:

Pattern 158-21 can you please tell me how to do the 3rd row of the pattern please thank you sorry to be a burden but I’m writing this for my grandmother she doesn’t know how to read the pattern so I’m trying to help her

28.06.2020 - 06:44

DROPS Design answered:

Dear Margaret, which pattern are you talking about? One of the diagrams? Hat? Scarf? Please let us know more - and remember you will find here how to read knitting diagrams. Happy knitting!

29.06.2020 - 08:20

country flag Margaret Scerri wrote:

As I have wrote to you before once I have don the first row of A.1 do I continue to pattern A.2 or repeat A.1 all round

26.06.2020 - 13:04

DROPS Design answered:

Dear Mrs Scerri, when A.1 (= 20 rows) is done, work A.2 (= 20 rows) one time in height. On next to last row in A.1 you will work the last stitch on round together with the first 2 sts of first repeat of the round and repeat this (= work last st A.1 tog with first 2 sts next A.1). So that beg of round is displaced 1 st towards the right. After A.2 work A.3 (= 12 sts/6 rows). When piece measures 20 cm, work A.4 to the end. Happy knitting!

26.06.2020 - 13:24

country flag Margaret Scerri wrote:

Can you please tell me if I’m doing the right thing in the first row of the pattern in the hat (knit 1stitch bring yarn over slip 1 pass slip stitch over knit 1 bring yarn over slip 1stitch pass slip stitch over knit 1 stitch knit 2 together yarn forward knit 1 knit 2together yarn forward knit 1then follow by A2 then A3

25.06.2020 - 12:49

DROPS Design answered:

Dear Mrs Scerri, I miss the description of some st, row 1 in A.1 should be worked as follows: (K1, yarn over, slip 1, K1, psso, K1, yarn over, slip 1, K1, psso, K1, K2 tog, yarn over, K1, K2 tog, yarn over) - repeat from (to). Happy knitting!

25.06.2020 - 17:04