DROPS Fabel uni colour 75% wol, 25% polyamide |
2.65 € /50g |
Bestel | |
DROPS Fabel 75% wol, 25% polyamide |
2.85 € /50g |
Bestel | |
DROPS Fabel long print 75% wol, 25% polyamide |
2.99 € /50g |
Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
DROPS Fabel uni colour 75% wol, 25% polyamide 2.65 € /50g Bestel |
|
DROPS Fabel print 75% wol, 25% polyamide 2.85 € /50g Bestel |
|
DROPS Fabel long print 75% wol, 25% polyamide 2.99 € /50g Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Dit patroon is gecorrigeerd. Klik hier om de correcties te bekijken.
= recht aan de verkeerde kant |
|
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant |
|
= kant st af aan de goede kant |
|
= 2 st r samen |
|
= 2 omsl, brei in de volgende nld een omsl recht en laat de volgende omsl van de nld glijden |
|
= 1 omsl |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Sierra |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Gebreide DROPS omslagdoek met strepen en kantpatroon van "Fabel" en "Delight".
DROPS 155-9 |
|||||||||||||||||||
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r. PATROON: Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder 1 st aan de goede kant door 1 omsl te maken. LET OP: Brei de omslagen niet gedraaid in de volgende nld zodat gaatjes ontstaan. KANTPATROON: Nld 1 (= goede kant): brei alle st recht. Nld 2 (= verkeerde kant): brei alle st av. Nld 3 (= goede kant): brei 2 kant st in ribbelst, 1 omsl (= 1 st gemeerderd), * 2 st r samen, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 2 st over zijn voor de 1e markeerder, 1 st r, 1 omsl (= 1 st gemeerderd), 1 st r, brei dan * 2 st r samen, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft voor de 2e markeerder, 2 st r (markeerder staat tussen deze st), 1 omsl (= 1 st gemeerderd), * 2 st r samen, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 3 st over zijn, 1 st r, 1 omsl (= 1 st gemeerderd) en eindig met 2 kant st in ribbelst. Nld 4 (= verkeerde kant): brei alle st av. PATROON 1: * 1 ribbel (= 2 nld), KANTPATROON (= 4 nld) – zie uitleg boven *, herhaal van *-*. STREPEN: 1 ribbel met Delight (= 2 nld) KANTPATROON – zie uitleg boven - met Fabel (= 4 nld) 1 ribbel met Delight (= 2 nld) 2 nld in tricotst met Fabel 2 nld in tricotst met Delight 2 nld in tricotst met Fabel 2 nld in tricotst met Delight 2 nld in tricotst met Fabel 2 nld in tricotst met Delight 2 nld in tricotst met Fabel ---------------------------------------------------------- OMSLAGDOEK: Wordt heen en weer gebreid in STREPEN - zie uitleg boven - op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen. Zet 113 st op met rondbreinld 4 mm en Delight. Plaats 1 markeerder na de 4 st aan elke kant van de omslagdoek (= 105 st tussen de markeerders) en neem de markeerders gaandeweg mee naar boven. Brei als volgt aan de goede kant: 2 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 1 st r, brei deze st in tricotst tot het werk klaar is, (1e markeerder), brei de volgende 105 st, (2e markeerder), 1 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl en eindig met 2 kant st in ribbelst. Brei in strepen in tricotst met 2 kant st in ribbelst aan elke kant en meerder TEGELIJKERTIJD – lees TIP VOOR HET MEERDEREN boven – 1 st naast 2 kant st in ribbelst aan elke kant van het werk en meerder 1 st voor de 1e markeerder en 1 st na de 2e markeerder elke nld aan de goede kant (= 4 st gemeerderd elke nld aan de goede kant). LET OP: de gemeerderde st worden uitgelegd in de 3e nld van het kantpatroon. Brei de gemeerderde st in het patroon. Ga verder en meerder op deze manier tot er 6 patroonherhalingen met strepen zijn gebreid in totaal = 136 st voor de 1e markeerder, 105 st in het midden en 136 st na de 2e markeerder = 377 st op de nld (66 meerderingen in totaal). Het werk meet ongeveer 36 cm gemeten in de breirichting langs een van de markeerders. Brei dan met Fabel en brei PATROON 1 – zie uitleg boven, met 2 kant st in ribbelst aan elke kant en ga TEGELIJKERTIJD verder met meerderen als hiervoor elke nld aan de goede kant. Brei de gemeerderde st in het patroon. Ga verder en meerder zo tot er 4 patroonherhalingen van PATROON 1 zijn gebreid in totaal = 160 st voor de 1e markeerder, 105 st in het midden en 160 st na de 2e markeerder (78 meerderingen in totaal) = 425 st op de nld. Brei dan 1 nld recht aan de goede kant met Delight als volgt: brei 2 kant st in ribbelst, * 1 omsl, 1 st r *, herhaal van *-* nog 4 keer (= 5 st gemeerderd), brei tot er 5 st over zijn voor de 1e markeerder, brei dan als volgt * 1 omsl, 1 st r *, herhaal van *-* nog 9 keer (= 10 st gemeerderd), brei 52 st in tricotst, 1 omsl (= 1 st gemeerderd), brei in tricotst tot er 5 st over zijn voor de 2e markeerder, brei dan * 1 omsl, 1 st r *, herhaal van *-* nog 9 keer (= 10 st gemeerderd), brei in tricotst tot er 7 st over zijn op de nld, * 1 omsl, 1 st r *, herhaal van *-* nog 4 keer (= 5 st gemeerderd), eindig met 2 kant st in ribbelst. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant, brei de omsl van de vorige nld gedraaid om gaatjes te voorkomen = 456 st op de nld. Het werk meet ongeveer 42 cm gemeten in de breirichting langs een van de markeerders. Brei dan de rand van de omslagdoek. RAND: Keer het werk niet maar zet 14 nieuwe st op met Delight voor de rand van de omslagdoek aan de verkeerde kant. Keer het werk, brei 1 nld recht over de 14 nieuwe st. Keer het werk. Brei dan volgens telpatroon A.1 over deze st aan de verkeerde kant (1e nld in telpatroon = verkeerde kant). LET OP! Brei elke nld aan de goede kant de laatste st samen met de volgende vrije st van de omslagdoek – zo wordt de rand aan de omslagdoek vast gebreid. Haal in de volgende nld de 1e st af alsof u hem averecht zou breien. Ga verder in A.1 langs de hele rand van de omslagdoek = 57 punten. Kant losjes alle st af. OPSPANNEN: Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is. Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat. Spreid het werk uit op een matras of kleed en laat het drogen. Herhaal dit proces iedere keer als de omslagdoek gewassen is. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (28)
Karen wrote:
This is a beautiful shawl and I have now reached the edging part. Looking at diagram A1, I am a bit confused. Is the whole edging part done in garter stitch or stocking stitch? The squares with the lines through say K from WS, then the blank squares say K from RS, P from WS, but on that row you are always on the RS, so how can you purl? Any advice gratefully received.
03.03.2022 - 00:17DROPS Design answered:
Dear Karen, A.1 is worked in garter stitch; first row in A.1 is worked from WS = K from WS and on the RS row you will K from RS. Happy knitting!
03.03.2022 - 10:30Anne Bernard wrote:
Bonjour Je suis arrivée à la bordure mais je ne comprends pas que la 1ère maille est à l'endroit sur le l'envers si je dois glisser la 1ère m à l'envers. Merci
22.03.2020 - 14:44DROPS Design answered:
Bonjour Mme Bernard, pour attacher la bordure au châle, vous tricotez la dernière maille de la bordure et la maille en attente du châle ensemble à l'endroit, tournez et glissez la 1ère maille de la bordure comme pour la tricoter à l'envers (et continuez ensuite le diagramme). Bon tricot!
23.03.2020 - 10:43Emma wrote:
Das Tuch ist fertig.Sieht toll .Mit Armstulpen ist es perfekt.
26.03.2018 - 12:25Emma Model wrote:
Ich bin von Tuch begeistert.Gestern abend habe ich angefangen. Ich habe die Farbe uni Weiß und Grün gewählt. Sieht toll aus. Die Anleitung nach 2maligen lesen hat geklappt. An alle Strickbegeisterte grüße Emma
15.03.2018 - 16:53Elisabeth Dürrbeck wrote:
Ich möchte das o.g. Modell Stricken. Aber eine andere Farbe verwenden, und zwar Drops Delight 12, Regenbogen . Kann ich das zusammen mit der Farbe Fabel 800, Natur-beige stricken oder sieht eine andere Farbe dazu besser aus?
22.10.2015 - 10:04DROPS Design answered:
Das ist letztendlich immer Geschmackssache. Natur/beige ist ja sehr neutral und passt daher auch zu regenbogen, allerdings wird diese Farbe aus dem Programm genommen. Alternativ bietet sich natur oder einer der Grautöne an, je nachdem, wie hell die hellen Bereiche werden sollen. Ich würde zu regenbogen einen hellen Ton wählen, damit sich die Farben gut davon absetzen und somit noch mehr zum Leuchten kommen.
30.10.2015 - 12:29Regina Hausdorf wrote:
Was bedeutet Drops Rundnadel 4? Wenn am Knäuel selbst 2,5mm Nadelstärke steht. Mit welcher Stärke stricht Ihr jetzt dieses Tuch? Ich habe die Wolle bereits vor mir liegen. Danke für Eure Antwort
15.01.2015 - 23:55DROPS Design answered:
Sie halten sich immer an die in der Anleitung angegebene Nadelstärke, also 4 mm. Die Angabe auf der Banderole ist nur ein Richtwert. Für Tücher wird gerne eine etwas dickere Nadel genommen, damit sie lockerer fallen. Sie müssen aber auch die Maschenprobe einhalten und die Nadelstärke verwenden, die Sie zum Erreichen der Maschenprobe benötigen, das kann dann ggf. von der 4er-Nadel abweichen. Gutes Gelingen!
17.01.2015 - 19:05Marlou wrote:
Prachtige sjaal waarbij ik al moeite heb met het begin! Vraag 1 Brei ik iedere nld aan de goede kant 1 omslag 1 r, 1 omslag 1 r en meerder ik dan ook nog 2 x2 steken. Vraag 2 ik begin met delight begin ik dan met de eerste naald van de strepen - in ribbel dus?
14.01.2015 - 20:20DROPS Design answered:
Hoi Marlou. Je meerdert zoals beschreven in elke nld op de goede kant (Zie TIP VOOR HET MEERDEREN). 1 omslag aan beide kanten van de markeerder = 4 omslagen per keer = 4 st. Vraag 2: Ja! :-)
15.01.2015 - 16:56Jutta wrote:
Hallo, ich habe das Tuch schon zwei mal gestrickt und bei beiden Tücher brauchte ich je 50 g Delight mehr. Da ich immer 50 g mehr kaufe als angebegen war es bei mir nicht so schlimm. Aber Ihr sollte die menge von Delight anpassen. LG Jutta
25.06.2014 - 22:32Marijke wrote:
Ik had het alleen over de punten, de rand van de sjaal dus. Als je het patroon volgt (schema A1) dan krijg je een ribbel, maar dat is niet mooi. Ik heb het patroon nu zelf aangepast naar tricotsteken, alleen de buitenste 2 steken als ribbel. Volgens mij moeten de streepjes tussen de omslagen op de tekening weg. Ik vind het in elk geval een verbetering. Overigens vraag ik me ook af of ik wel genoeg wol heb. Die rand kost enorm veel wol. Dus dat zou ik zeker aanpassen!
24.04.2014 - 22:52DROPS Design answered:
Hoi Marijke. De rand is correct, maar je mag natuurlijk altijd eigen aanpassingen maken. Er was helaas wel een fout in de hoeveelheid garen Delight. Dit is op 24/4 aangepast (Kijk onder correcties). Voor hoe de rand gebreid moet worden, dan kan je hier ook kijken:
25.04.2014 - 12:32Anna wrote:
Hallo, ich hab ein ähnliches Problem wie Barbara; mein drittes Knäuel Delight ist ca 60 Reihen vor Schluss der Bordüre zu Ende gegangen. Trotzdem: Ein wunderschöner Schal. Ich habe noch Wolle für ein zweites Exemplar in einer anderen Farbe, werde dann die zwei fehlenden Knäuel nachbestellen und bis dahin ist mein erstes (ja noch nicht vollendetes) Tuch zumindest davor sicher, dass meine Schwester es mir mopst. :)
23.04.2014 - 23:15