DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.42€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Malena Cardigan

Gebreid DROPS vest met kantpatroon en raglan van ”Safran”. Maat: S - XXXL.

DROPS 155-21
DROPS design: Model nr. e-222
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: S /M - L /XL – XXL/XXXL
Materiaal: DROPS SAFRAN van Garnstudio
300-350-400 gr. kleur nr. 17, wit

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP NR. 521: 7-7-8 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.42€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies aan de goede kant. 1 knoopsgat = brei de 3e en 4e st vanaf middenvoor samen, maak dan 1 omsl. Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S/M: 12, 19, 26, 33, 40, 47 en 49 cm
MAAT L/XL: 11, 19, 27, 35, 43, 51 en 53 cm
MAAT XXL/XXXL: 7, 15, 23, 31, 39, 47, 55 en 57 cm.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 st voor de 1e, 3e, 5e en 7e markeerder als volgt: brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder 1 st na de 2e, 4e, 6e en 8e markeerder als volgt: brei 2 st r samen.
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 242-298-354 st op met rondbreinld 3 mm en Safran. Brei 2 ribbels in RIBBELST over alle st - zie uitleg boven, brei dan als volgt - aan de goede kant: 8 st in ribbelst (= voorbies), 1 st in tricotst, A.1 (= 14 st) over de volgende 224-280-336 st (= 16-20-24 patroonherhalingen in de breedte), 1 st in tricotst en eindig met 8 st in ribbelst (= voorbies). Ga zo verder in patroon en brei de voorbiezen in ribbelst tot het werk klaar is en brei de 1 st in tricotst aan elke kant in tricotst tot het werk klaar is. Maak bij een hoogte van 12-11-7 cm knoopsgaten – zie uitleg boven. Brei tot een hoogte van 32-31-30 cm – pas zo aan dat de volgende nld een 13e of 27e nld in telpatroon A.1 is – en brei als volgt aan de goede kant: 8 st in ribbelst (= voorbies), 1 st in tricotst, A.1 over de volgende 52-66-80 st (LET OP: brei in tricotst over de laatste st, dus niet 2 st r samen als in het telpatroon) en kant de volgende 8 st af (= de laatste 4 en eerste 4 st in A.1), begin A.1 na 4 st in het telpatroon (LET OP: begin niet met 1 omsl als in het telpatroon) en brei A.1 over de volgende 104-132-160 st (LET OP: brei in tricotst over de laatste st, dus niet 2 st r samen als in het telpatroon), kant de volgende 8 st af (= de laatste 4 en eerste 4 st in A.1), begin A.1 na 4 st in het telpatroon (LET OP: begin niet met 1 omsl over de eerste 4 st als in het telpatroon) en brei A.1 over de volgende 52-66-80 st, 1 st in tricotst en eindig met 8 st in ribbelst (= voorbies). 8 st afgekant aan elke kant van het werk en 226-282-338 st over op de nld. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUWEN:
Worden heen en weer gebreid op de nld.
Zet 86-100-114 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 3 mm en Safran. Brei 2 ribbels, brei dan als volgt - aan de goede kant: 1 kant st in ribbelst, A.1 (= 14 st) over de volgende 84-98-112 st (= 6-7-8 patroonherhalingen in de breedte) en eindig met 1 kant st in ribbelst. Brei als A.1 een keer in de hoogte is gebreid de eerste 13 nld nog 1 keer en kant TEGELIJKERTIJD in de laatste nld 5 st af aan elke kant van het werk (incl. 1 kant st aan elke kant) = 76-90-104 st op de nld. Knip de draad af en zet vast.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld 3 mm als het lijf = 378-462-546 st. Brei als volgt – begin in de 14e nld (= aan de verkeerde kant):
8 st in ribbelst (= voorbies), 1 st in tricotst, A.1 (= 14 st) over de volgende 42-56-70 st, A.3 (= 10 st) plaats TEGELIJKERTIJD de 1e markeerder na 9 st, A.2 (= 10 st) plaats TEGELIJKERTIJD de 2e markeerder na 1 st (= 2 st tussen de markeerders), A.1 over de volgende 56-70-84 st, A.3 plaats TEGELIJKERTIJD de 3e markeerder na 9 st, A.2 plaats TEGELIJKERTIJD de 4e markeerder na 1 st (= 2 st tussen de markeerders), A.1 over de volgende 84-112-140 st, A.3 plaats TEGELIJKERTIJD de 5e markeerder na 9 st, A.2 plaats TEGELIJKERTIJD de 6e markeerder na 1 st (= 2 st tussen de markeerders), A.1 over de volgende 56-70-84 st A.3 plaats TEGELIJKERTIJD de 7e markeerder na 9 st, A.2 plaats TEGELIJKERTIJD de 8e markeerder na 1 st (= 2 st tussen de markeerders), A.1 over de volgende 42-56-70 st en eindig met 1 st in tricotst en 8 st in ribbelst (= voorbies). Ga zo verder in patroon en minder TEGELIJKERTIJD voor de raglan – zie TIP VOOR HET MINDEREN- als volgt: minder 1 st voor de 1e-3e-5e en 7e markeerder en 1 st na de 2e-4e-6e en 8e markeerder elke nld aan de goede kant (= 8 st geminderd) 28-37-44 keer in totaal = 154-166-194 st over op de nld. Brei 2 ribbels in ribbelst over alle st en minder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld in van de laatste ribbel 22-26-44 st gelijkmatig = 132-140-150 st. Kant alle st af.

AFWERKING: Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op het linkervoorpand.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 155-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (19)

country flag Helene wrote:

Je m'excuse de revenir encore sur ce point mais a2 et a a3 le rang 14 a un patron et le a1 est tout a l'envers je ne comprends pas comment faire je fais le patron de a2 et a3 sur l'envers ???? Merci

05.05.2018 - 00:18

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, tout à fait, le rang 14 de A.1 est celui que l'on tricote au 1er rang de l'empiècement, et en même temps, on tricote le 1er rang de A.2 et A.3 (= A.2 et A.3 commencent sur l'envers = à l'envers sur l'envers). Bon tricot!

07.05.2018 - 08:38

country flag Helene wrote:

Bonjour encore moi, est-ce normal que le a1 soit décaller du a2 et a3 dans les derniers cas ils ont des rangs endroit au lieu de dentelle , si oui pouvez vous m'expliquer le pourquoi je ne comprends pas tres bien merci

03.05.2018 - 21:36

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, le dernier rang de A.1 sur le dos et les devants doit être le 13ème ou le 14ème rang de A.1 (= sur l'endroit). Quand on commence l'empiècement, on tricote sur l'envers, le 1er rang de A.2 et A.3 se font donc sur l'envers (= à l'envers sur l'envers) et continuez A.1 comme avant (= rang 14 ou 28 = sur l'envers aussi). Bon tricot!

04.05.2018 - 08:45

country flag Helene wrote:

J\'essaie de placer les marqueurs et ca ne fonctionne pas. les 2 premiers marqueurs arrivent au début de la manche mais les 2 suivants sont dans la manche car j\'ai 76 mailles. et pour les marqueurs 5-6 vous dites 84 mailles moi j\'en ai 104 donc je me retrouve avec les marqueurs dans le dos , qu\'est que je n\'ai pas compris \r\nMerci

02.05.2018 - 19:09

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, le 1er marqueur est sur le devant, 1 m avant la fin de A.3 (= 42 m de A.1 + 9 m de A.3, marqueur, 1 m de A.3), le 2ème marqueur est après la 1ère m de A.2 et le 3ème marqueur après la 9ème de A.3 (manche= 1 m A.3, marqueur, 9 m A.3, A.1 sur 56 m, 9 m A.3, marqueur, 1 m A.2), pour le dos, 4ème marqueur est après la 1ère m de A.2 et le 5ème marqueur après la 9ème de A.3 (= 1 m A.2, marqueur, 9 m A.2, A.1 sur 84 m, 9 m de A.3, marqueur, 1 m de A.3 = 84 m), placez le 6ème marqueur après la 1ère m de A.2 (devant= 1 m A.2, marqueur, 9 m A.2, A.1 sur 56 m, 1 m end, 8 m) . Bon tricot!

03.05.2018 - 09:24

country flag Helene wrote:

Bonjour, lorsque c\'est écrits ne pas tricoter les 2 der. mailles ens. comme sur le diagramme est-ce seulement a la fin des 52 mailles ou a chaque fois que le recommence le diagramme\r\nMerci

12.04.2018 - 19:47

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, c'est juste sur ce rang, quand on tricote les 52 m du devant et les 104 m du dos, lorsque l'on rabat les mailles des emmanchures, juste avant de mettre les mailles en attente et de tricoter les manches. Bon tricot!

13.04.2018 - 08:28

country flag Taisy wrote:

Bonjour, Je voudrais tricoter ce modèle pour le porter aussi bien boutonné sur le devant que sur le dos. Pourriez-vous m'aider pour adapter les explications? Merci

29.03.2017 - 16:51

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Taisy, nous ne sommes malheureusement pas en mesure de pouvoir adapter chacun de nos modèles à chaque demande individuelle. Il n'y a, pour ce modèle, pas de de diminutions pour l'encolure devant ni de ré-hausse pour l'encolure dos dans ce modèle, vous devriez probablement pouvoir le porter boutonné dans le dos. Pour toute assistance complémentaire, votre magasin DROPS saura vous aider. Bon tricot!

30.03.2017 - 08:34

country flag Kirsti Porko wrote:

Suomenkielisessä ohjeessa on virhe raglankavennuksissa. "Kavenna jokaisella oikean puolen krs:lla ennen 1.-3.-5. ja 7. merkkilankaa 1 s ja kavenna joka 2. krs 2.-4.-6. ja 8. merkkilangan jälkeen 1 s (työstä kapenee jokaisella kavennuskerroksella 8 s)." Jokaisella oikean puolen kierroksella kavennetaan ennen 1., 3. ja 5. merkkilankaa ja 2.,4. ja 6. merkkilangan jälkeen. Tuo ohjeen ylimääräinen "joka 2. krs" vie ihan väärään lopputulokseen.

13.03.2016 - 10:48

country flag Helene wrote:

Bonjour, je voudrais savoir: lorsque vous dites 114 m (y compris 1 m lis de chaque côté) elles sont incluses dans les 114 ou on doit en monter 116 je suis toujours melange Merci

13.11.2015 - 02:05

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, les mailles lis sont déjà montées et font partie des 114 m à monter. Bon tricot!

13.11.2015 - 09:20

country flag Michelle wrote:

Bonjour, désolée d'insister. Au rang 14 vous dites "placer le 1er,2ème...8eme marqueur". Au rang suivant dimin ou augment avt le 2ème, 4ème etc... Le 1er qui se présente est le 8eme marqueur du rang précédent.

05.06.2015 - 17:57

DROPS Design answered:

Bonjour Michelle, c'est exact, comme on place les marqueurs sur l'envers, le 1er marqueur sur l'endroit est le dernier marqueur placé sur l'envers. Bon tricot!

06.06.2015 - 15:04

country flag Michelle wrote:

Bonjour le tricot est trop tendu dans l'espace des 8 mailles pour insérer les manches et il est impossible de tricoter avez vous un conseil? le numéro des marqueurs au rang 14 est-il le même qu'au rang suivant ou bien est-ce comme ils se présentent? comment se repérer dans les diagrammes avec les diminutions?

02.06.2015 - 15:25

DROPS Design answered:

Bonjour Michelle, si les premiers rangs sont un peu difficile, vous pouvez vous aider d'une 2ème aiguille circulaire au début. Les marqueurs placés au 14ème rang de l'empiècement restent en place, on diminue ensuite au niveau des marqueurs - cf "DIMINUTIONS". Placez des marqueurs entre chaque motif pour bien vous repérer. Bon tricot!

02.06.2015 - 16:56

country flag Michelle wrote:

Doit-on placer les marqueurs en partant de l'envers ou de l'endroit? Empiecement: reprendre les manches au dessus des mailles rabattues? Doit-insérer les manches, soit 76 mailles, dans l'espace de 8 mailles? Peut on voir un dessin d'illustration

16.05.2015 - 10:50

DROPS Design answered:

Bonjour Michelle, les marqueurs se posent en tricotant le 14ème rang = sur l'envers. La vidéo ci-dessous montre comment ajouter les manches au-dessus des mailles rabattues pour les emmanchures. Bon tricot!

16.05.2015 - 11:12