DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 154-1
DROPS design: Model nr. cm-002
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L - XL/XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio
400-450-500-550 gr. kleur nr. 13, koraal

DROPS HAAKNLD 3 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 3 patroonherhalingen van A.5 = 11 cm breed.
DROPS PARELMOER KNOOP NR. 521: 7-7-8-8 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.8.

TIP VOOR HET HAKEN:
De l-lussen zullen meer in elkaar gaan zitten dan het gehaakte patroon op de bovenkant van het lijf. Het vest zal dus vanzelf getailleerd worden zonder dat u mindert in het patroon.

KNOOPSGATEN:
Meet vanaf de halsrand aan het voorpand en naai knopen op de linkervoorbies:
MAAT S/M: 1, 7, 14, 21, 28, 35 en 41 cm
MAAT L: 1, 7, 15, 22, 29, 36 en 43 cm
MAAT XL/XXL: 1, 8, 15, 21, 27, 33, 40 en 47 cm.
MAAT XXXL: 1, 8, 15, 22, 29, 36, 43 en 50 cm.
---------------------------------------------------------

VEST:
Wordt in delen gehaakt, van boven naar beneden. De delen worden later aan elkaar genaaid.

LINKERVOORPAND:
Haak 54-66-79-92 l met Cotton Merino en haaknld 3 mm. Ga verder met 1 dstk in 4e l vanaf haak = 2 dstk. Ga verder en haak als volgt: 1 dstk in elke van de volgende 1-6-5-4 l, * sla 1 l over, 1 dstk in elke van de volgende 6 l *, herhaal van *-* 7-8-10-12 keer in totaal = 45-56-67-78 dstk.
(= 1e TOER in telpatronen A.4, A.5 en A.6).
Ga verder en haak als volgt:
TOER 2 (= verkeerde kant): haak A.6, haak dan A.5 3-4-5-6 keer in totaal en eindig met A.4. Keer het werk.
TOER 3: haak A.4, haak dan A.5 3-4-5-6 keer in totaal en eindig met A.6.
Ga verder heen en weer in dit patroon en meerder TEGELIJKERTIJD voor de hals aan de rechterkant van het werk (gezien aan de goede kant) vanaf de 6e toer in het telpatroon. Knip de draad af als de 8e toer in het telpatroon gehaakt is aan de verkeerde kant.
Haak dan 12 losse l, en haak dan als volgt aan de goede kant (= 9e toer): 1 dstk in laatste dstk op 8e TOER. Ga verder in patroon volgens telpatroon A.4, A.5 en A.6 als hiervoor. Plaats bij een hoogte van 19-21-23-24 cm een markeerder voor het armsgat aan de zijkant, en herhaal TEGELIJKERTIJD als A.4, A.5 en A.6 een keer in de hoogte zijn gehaakt A.X tot het werk ongeveer 27-29-31-33 cm meet. Pas zo aan dat het patroon eindigt op een toer met l-lussen aan de verkeerde kant. Haak dan l-lussen met 5 l in elke lus als volgt aan de goede kant: ga verder met 1e TOER van A.Z. Herhaal de 4 toeren van A.Z tot het werk 51-55-57-61 cm meet in totaal – Lees TIP VOOR HET HAKEN!
Haak een rand als volgt, begin aan de verkeerde kant: begin op de 1e toer in A.X. Haak A.6, A.5 3-4-5-6 keer in de breedte en A.4. Ga verder heen en weer tot de 2e toer in A.X met dstk-groepen is gehaakt (dus tot de 6e toer in A.X gehaakt is). Het werk meet ongeveer 56-58-62-66 cm. Hecht af. Laat het werk rusten en haak het rechtervoorpand.

RECHTERVOORPAND:
Begin en haak als het linkervoorpand maar in spiegelbeeld. Pas verder aan het linkervoorpand aan.

ACHTERPAND:
Haak eerst de rechterschouder als volgt:
Haak 52-64-77-90 l met Cotton Merino en haaknld 3 mm. Knip de draad af en laat het werk rusten.
Haak dan de linkerschouder als volgt:
Haak 54-66-79-92 l met Cotton Merino en haaknld 3 mm. Ga verder met 1 dstk in 4e l vanaf haak = 2 dstk. Ga verder en haak als volgt: 1 dstk in elke van de volgende 1-6-5-4 l, * sla 1 l over, 1 dstk in elke van de volgende 6 l *, herhaal van *-* 7-8-10-12 keer in totaal = 45-56-67-78 dstk voor de linkerschouder.
Haak dan 43 LOSSE l voor Ga verder over de rechterschouder (dus de l-toer): haak 1 dstk in de eerste 2 l op de toer = 2 dstk. Ga verder en haak als volgt: 1 dstk in elke van de volgende 1-6-5-4 l, * sla 1 l over, 1 dstk in elke van de volgende 6 l *, herhaal van *-* 7-8-10-12 keer in totaal = 45-56-67-78 dstk voor de rechterschouder.
Keer het werk (= verkeerde kant), en haak 1 dstk in elke van de 45-56-67-78 volgende dstk, haak dan 1 dstk in elke van de volgende 43 l en eindig met 1 dstk in elke van de volgende 45-56-67-78 dstk = 133-155-177-199 dstk. LET OP! Deze toer is de 1e toer in telpatroon A.1, A.2 en A.3.
Haak in de volgende toer als volgt (= goede kant): A.1, haak dan A.2 11-13-15-17 keer in totaal en eindig met A.3. Ga verder als volgt. Plaats bij een hoogte van 19-21-23-24 cm een markeerder voor het armsgat aan elke kant en herhaal TEGELIJKERTIJD als A.1, A.2 en A.3 een keer in de hoogte zijn gehaakt, patroon A.Y tot het werk ongeveer 27-29-31-33 cm meet. Pas het patroon aan de voorpanden aan. Haak dan l-lussen met 5 l in elke lus als volgt aan de goede kant: Ga verder met 1e TOER in A.Z. Herhaal de 4 toeren van A.Z tot het werk 51-55-57-61 cm in totaal – pas aan de voorpanden aan
Haak een rand aan de onderkant van het lijf als op de voorpanden. Hecht af. Laat het werk rusten. Het werk meet ongeveer 56-58-62-66 cm.

Naai de schoudernaden van de voorpanden en het achterpand samen.

MOUW:
Wordt heen en weer gehaakt vanaf het lijf naar beneden.
TOER 1: begin bij een van de markeerders en haak l-lussen langs het armsgat als volgt: * 5 l, sla ongeveer 1½ cm over, 1 v *, herhaal van *-* tot er 22-26-27-28 l-lussen zijn in totaal tussen de twee markeerders.
Ga verder in patroon vanaf de 2e toer in telpatroon A.Z, minder TEGELIJKERTIJD aan het begin van de volgende 2 toeren 1 l-lus aan de zijkant – Zie telpatroon A.7 voor de linkerkant van de mouw en A.8 voor de rechterkant van de mouw. 20-24-25-26 l-lussen over. Herhaal dit minderen aan het begin van de volgende 2-4-4-4 toeren = 18-20-21-22 l-lussen over. Ga verder met l-lussen als hiervoor en minder als volgt: voor maat S/M, minder 1 l-lus aan elke kant van de mouw bij een hoogte van 15 cm en voor maten L - - XL/XXL – XXXL minder 1 l-lus aan elke kant van de mouw bij een hoogte van 13-12-11 cm en 1 l-lus aan elke kant bij een hoogte van 19-18-15 cm = 16-16-17-18 l-lussen over. Ga verder tot de mouw 27-25-23-20 cm meet (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) en pas zo aan dat u eindigt in de een na laatste toer van A.Z (dus een toer met hele l-lussen aan elke kant van het werk). Haak dan een rand als volgt: begin op de 1e toer in A.X (= toer met l-lussen, en halve l-lussen aan elke kant van het werk) en haak dit patroon over alle l-lussen aan de onderkant van de mouw. Ga verder heen en weer tot de 6e toer van A.X gehaakt is (dus de 2e toer met dstk-groepen). Hecht af.

AFWERKING:
Haak de onderarmnaden en zijnaden samen als volgt: 1 v in voorpand, 3 l, 1 v in achterpand, * 3 l, sla ongeveer 1 cm over, 1 v in voorpand, 3 l, sla 1 cm over, 1 v in achterpand *, herhaal van *-* en werk op dezelfde manier over de mouw.

HALSRAND EN VOORBIES:
Haak dan een rand langs de voorbies en de hals. Begin aan de onderkant op het rechtervoorpand en haak als volgt: bevestig het garen met een v, * 3 l, sla 1 cm over, 1 v *, herhaal van *-* langs de rechtervoorbies, de hals en de linkervoorbies.
Naai de knopen op de linkervoorbies - zie uitleg boven. Knoop het vest dicht door een gat op het rechtervoorpand.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 05.03.2014
onder LINKERVOORPAND (haak eerst A.4 en eindig met A.6): TOER 3: haak A.4, haak dan A.5 3-4-5-6 keer in totaal en eindig met A.6.
Gewijzigd online: 30.04.2014
Nieuwe teltekening: Aanpassingen in de 3e en 4e toer van A.1, A.2 en A.3
Gewijzigd online: 09.03.2023
Nieuwe telpatronen: Wijzigingen in de 12e en 14e naald in A.1, A.2 en A.3 en A.4, A.5 en A.6.

Telpatroon

symbols = 1 l
symbols = 1 dstk
symbols = 1 v in lus
symbols = 1 v in st
symbols = 1 lus: 1 v, 3 l, 1 v
symbols = 1e l-toer wordt ook uitgelegd in het patroon
symbols = als de 8e TOER gehaakt is, knip dan de draad af en haak nieuwe l voor de hals.
symbols = als de hele telpatronen A.4, A.5 en A.6 een keer in de hoogte zijn gehaakt, herhaal dan patroon A.X vanaf 1e TOER in dit telpatroon.
symbols = als u een rand haakt aan de onderkant van lijf en mouwen, begin dan in deze toer.
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 154-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (179)

country flag Jo Murphy wrote:

Nice pattern, but I can understand where some people may have a problem. Your diagrams for the front and back are different. In AX there are 4 dtr at each end of the row but in AY there is 3 at the beginning and 4 at the end. Also the number of turning chain for rows 12 and 14 is 8 in AX but for the back there are 7 on row 4, 6 on row 6 and then changes to 8 for row 12 and 7 for row 14 in AY. Is this correct?

15.02.2023 - 23:46

DROPS Design answered:

Dear Mrs Murphy, diagrams have been edited, thanks for your feedback. Happy crocheting!

09.03.2023 - 15:38

country flag Linda wrote:

Beste, als ik het aantal steken van de beide voorpanden optel kom ik op 136 ( maat L) steken (op het breedste stuk). Bij het rugpand wordt er gesproken over 155 steken, waardoor het rugpand een stuk breder wordt. Klopt dit?

15.06.2022 - 15:21

DROPS Design answered:

Dag Linda,

Na de eerste toer heb je op beide voorpanden 56 steken, maar daarna haak je verder in patroon en komen er steken bij aan de zijde van A.4.

16.06.2022 - 22:15

country flag Ve Adams wrote:

Could someone explain to me in words how I go about rows 3 and 4 in the A4, A5 and A6 section. I keep looking and looking at it and just can't figure out how to even start. Thanks

18.02.2022 - 09:25

DROPS Design answered:

Dear Mrs Adams, each stitch is represented by a symbol, when reading diagrams, refers first to the diagram key to know how to crochet, then work - from RS: A.4, then repeat A.5 and finish with A.6 and from WS: work A.6, repeat A.5 and finish with A.4 - reading from the left towards the right. This lesson explains how to crochet diagrams. Happy crocheting!

18.02.2022 - 14:18

country flag Ve Adams wrote:

Row 2 of left front piece states to do A6 then A5 then A4. So why is row 3 A6, A5, A4? As I've turned so shouldn't it be A4, A5 then A6?

16.02.2022 - 18:47

DROPS Design answered:

Hi Ve, You are quite right, when working back you reverse the pattern. Happy knitting!

17.02.2022 - 06:48

country flag Jo wrote:

I have crocheted one of your patterns before and found it difficult to follow and not clear instructions. A friend gave up on it because she found it too difficult to follow. Then I liked this one and find it too is not easy to follow. Sorry, but I’m giving up on this one.

21.09.2021 - 12:07

country flag Carol Anne Dashwood wrote:

I would love to make this blush top but it looks so difficult. What does A1 A2 A3 A5 etc. mean? Is this for advanced skill crochet as i am beginner intermediate but just love this design Carol

24.05.2021 - 19:06

DROPS Design answered:

Dear Carol Anne, this is actually not that complicated piece, and intermediate crocheter can easily do it. A.1, A.2 etc are elements of the pattern, like A.1 is what you start with, A.2 is the part you repeat, A.3 is how you finish a row. A.4-A.5 shows how you shape the neckline. There are a few tutorial you can use, they are linked below the pattern, and you can always ask for help in the store you bought your DROPS yarn from. Happy Crafting!

24.05.2021 - 20:49

country flag Helle Nordal wrote:

Jeg er ved at hækle Summer Blush, men kan ikke få diagram A6, A5 og A4 til at passe med maskeantallet, da jeg skal gentage A6 og A5 6 gange, og det får jeg til at blive mere end 92 masker

11.03.2021 - 15:47

DROPS Design answered:

Hej Helle, første række er forklaret i opskriften, når du har hæklet den har du 78 dbl-st. Nu starter du med A6, og gentager kun A5 6 gange og afslutter med A4. God fornøjelse!

12.03.2021 - 08:57

country flag Susan Williamson wrote:

I have made the two fronts and am now working on the back, but it is so big. I am usually a medium but I have now started it in small - but it is still way too big. I have also gone down a crochet hook size and my crochet is tight, rather than loose, but I can't get three repeats to anything like 11cm. Is anyone else having this problem with this pattern?

31.07.2020 - 18:14

DROPS Design answered:

Dear Mrs Williamson, are you working with DROPS Cotton Merino? Read more about tension here. Happy crocheting!

03.08.2020 - 07:29

country flag Cinzia wrote:

All'inizio della spiegazione di DAVANTI SINISTRO non capisco cosa devo fare con la dicitura : "1 m.a.d in ognuna delle 1-6-5-4 cat successive" ; non vedo la corrispondenza col disegno! Grazie

15.07.2020 - 22:51

DROPS Design answered:

Buongiorno Cinzia, a seconda della taglia deve lavorare 1 maglia alta doppia nella catenella successiva per la taglia S/M, nelle 6 cat successive per la taglia L, nelle 5 catenelle successive per la taglia XL/XXL, nelle 4 catenelle successive per la taglia XXXL. Buon lavoro!

25.09.2020 - 09:26

country flag Annemarie Kappen wrote:

Hoi, ik heb hetzelfde probleem, ook achterpand breder dan voorpanden. Endat terwijl ik met de zelfde haaknaald gebruik. De fout moet dan in het patroon zitten

24.06.2020 - 13:53