DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

October

Gebreid DROPSvest met raglan, wordt van boven naar beneden gebreid van Delight en Vivaldi of Delight en Brushed Alpaca Silk. Maat: S - XXXL.

DROPS 143-23
DROPS design: Model nr. de-082
Garengroep A en C
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS DELIGHT van Garnstudio
200-250-250-300-300-350 gr. kleur nr. 10, olijfgroen/roest/pruim.

En gebruik:
DROPS VIVALDI van Garnstudio
150-150-150-200-200-200 gr. kleur nr. 02, donkerbruin
Of: DROPS BRUSHED ALPACA SILK van garnstudio
150-150-150-200-200-200 g kleur nr 05, beige


DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 80 cm) 6 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 14 st x 18 nld in tricotst met 1 draad Delight en 1 draad Vivaldi = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (60 of 80 cm) 5 mm - voor de randen in ribbelst.
DROPS DONKER BUFFELHOORN KNOOP NR. 537: 8 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte op de rondbreinld):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei de 3e en 4e st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van (gemeten vanaf de hals naar beneden):
MAAT S: 2, 9, 16, 23, 30, 37, 44 en 51 cm
MAAT M: 2, 9, 17, 24, 31, 39, 46 en 53 cm
MAAT L: 2, 10, 17, 25, 32, 40, 47 en 55 cm
MAAT XL: 2, 9, 17, 25, 33, 41, 49 en 57 cm
MAAT XXL: 2, 10, 18, 26, 34, 42, 50 en 59 cm
MAAT XXXL: 2, 11, 19, 27, 36, 44, 52 en 61 cm

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Begin 4 st voor de markeerder: Maak 1 omsl, brei telpatroon A.1/A.2 (de markeerder is in het midden van de patroonherhaling), maak 1 omsl. Brei de omsl in de volgende nld gedraaid, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor het lijf en de mouwen):
Brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 2 st r samen en dan 2 st gedraaid r samen.
--------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanaf de hals, van boven naar beneden.

PAS:
Zet LOSJES 80-80-88-88-92-92 st op (incl 6 voorbies st aan elke kant middenvoor) met rondbreinld 5 mm en 1 draad Delight en 1 draad Vivaldi of 1 draad Brushed Alpaca Silk (= 2 draden). Begin aan de goede kant en brei 8 nld in RIBBELST (= 4 ribbels) - zie uitleg boven. Denk om de KNOOPSGATEN op de rechter voorbies - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 6 mm en brei 1 nld recht aan de goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD 4-4-8-8-12-12 st gelijkmatig (meerder niet over de voorbiezen) = 84-84-96-96-104-104 st. Brei dan in tricotst en brei TEGELIJKERTIJD een ronding op het achterpand vanaf de hals als volgt (1e nld = verkeerde kant en brei de 6 voorbies st r aan het begin van de nld): brei tot er 16-16-18-18-19-19 st over zijn, keer, trek de draad aan en brei tot er 16-16-18-18-19-19 st over zijn aan de andere kant, keer, trek de draad aan en brei tot er 26-26-29-29-31-31 st over zijn, keer, trek de draad aan en brei tot er 26-26-29-29-31-31 st over zijn aan de andere kant, keer, trek de draad aan en brei tot er 36-36-40-40-43-43 st over zijn, keer, trek de draad aan en brei tot er 36-36-40-40-43-43 st over zijn aan de andere kant, keer, trek de draad aan en brei de rest van de nld. Plaats 4 markeerders in het werk voor de raglan als volgt (plaats de markeerders in het werk zonder de nld te breien): plaats de 1e markeerder na 18-18-21-21-23-23 st (= voorpand), plaats de 2e markeerder na 12-12-12-12-12-12 st (= mouw), plaats de 3e markeerder na 24-24-30-30-34-34 st (= achterpand) en plaats de 4e markeerder na 12-12-12-12-12-12 st (= mouw). 18-18-21-21-23-23 st over op de nld na de laatste markeerder op het voorpand.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT:
Brei 1 nld recht aan de goede kant (brei de voorbiezen in ribbelst) en meerder TEGELIJKERTIJD 3 st bij elk van de 4 markeerders als volgt: Brei 2 st in elke van de 2 st naast de markeerders aan de kant van de mouwen en brei 2 st in 1 st naast de markeerders aan de kant van voorpanden en achterpand (12 st gemeerderd op de nld, dus 4 st voor elke mouw, 2 st op het achterpand en 1 st op elke voorpand) = 96-96-108-108-116-116 st.
Brei dan in tricotst met 6 voorbies st in ribbelst aan elke kant middenvoor. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei TEGELIJKERTIJD in de volgende nld aan de goede kant (dus in de eerste nld aan de goede kant na het meerderen bij de markeerders) een kabel volgens telpatroon A.1 bij de 1e en 3e markeerder en een kabel volgens telpatroon A.2 bij de 2e en 4e markeerder (markeerders staan in het midden van elke kabel). Meerder TEGELIJKERTIJD in dezelfde nld aan de goede kant (dus begin TEGELIJKERTIJD met het breien van de kabels) voor de RAGLAN – zie uitleg boven, aan elke kant van de 4 markeerders (= 8 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen voor de raglan om de nld (dus elke nld aan de goede kant) nog 12-16-15-19-21-25 keer en dan elke 4e nld (dus om de nld aan de goede kant) in totaal 2-1-2-1-1-0 keer = 216-240-252-276-300-324 st. Het meerderen voor de raglan is nu klaar. Brei 1 nld aan de verkeerde kant als hiervoor. Brei dan 1 nld aan de goede kant als hiervoor en brei TEGELIJKERTIJD de st in de kabel in telpatroon A.1, 2 aan 2 r samen en brei de r st in de kabel in telpatroon A.2, 2 aan 2 gedraaid r samen (= 3 st geminderd per kabel) = 204-228-240-264-288-312 st over op de nld. Brei de volgende nld als volgt aan de verkeerde kant: Brei tot de 1e markeerder, zet de 42-48-48-54-58-64 st tussen de 1e en 2e markeerder op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-6-8-8-8 nieuwe st op boven de hulpdraad, brei tot de 3e markeerder, zet de 42-48-48-54-58-64 st tussen de 3e en 4e markeerder op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-6-8-8-8 nieuwe st op boven de hulpdraad en brei de rest van de nld = 132-144-156-172-188-200 st op de nld (het werk meet ongeveer 22-24-26-28-30-32 cm vanaf de schouder naar beneden).

LIJF:
MEET NU HET WERK VANAF HIER! Ga verder heen en weer in tricotst en met 6 voorbies st in ribbelst aan elke kant middenvoor. Plaats TEGELIJKERTIJD 1 markeerder in het midden van de 6-6-6-8-8-8 nieuwe st aan elke kant. Minder bij een hoogte van 10 cm 1 st aan elke kant van de markeerders aan elke zijkant - LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 12-12-12-8-8-8 cm nog 1-1-1-2-2-2 keer = 124-136-148-160-176-188 st. Ga verder en brei tot het werk 29 cm meet (het werk meet nu ongeveer 51-53-55-57-59-61 cm vanaf de schouder naar beneden). Ga 5 cm verder met rondbreinld 5 mm en brei in ribbelst heen en weer, kant dan losjes alle st af. Het werk meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Zet de st van een hulpdraad op een korte rondbreinld 6 mm (ga verder met breinld zonder knop indien nodig) en zet nog 6-6-6-8-8-8 nieuwe st op onder de mouw = 48-54-54-62-66-72 st. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Plaats een markeerder aan het begin van de nld (= midden onder de mouw). Ga verder in tricotst in de rondte tot de mouw 2-4-4-4-4-2 cm meet. Minder nu 2 st midden onder de mouw - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke 4-2½-2½-2-1½-1½ cm nog 8-11-10-13-14-17 keer = 30-30-32-34-36-36 st. Ga als de mouw 35-34-32-31-29-28 cm meet (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) verder met breinld zonder knop 5 mm. Brei 10 cm in ribbelst in de rondte en kant dan losjes alle st af. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen samen. Naai de knopen aan.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 30.07.2013
Begin aan de goede kant en brei 8 nld in RIBBELST (= 4 ribbels) - zie uitleg boven.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 3 st r, 3 st r van de kabelnld
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 3 st r, 3 st r van de kabelnld
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 143-23

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (36)

country flag Willemien Wierenga-Bremmer wrote:

Gewijzigd online: 30.07.2013 Begin aan de goede kant en brei 8 nld in RIBBELST (= 4 ribbels) - zie uitleg boven. Kunt u ook aangeven waar deze wijziging hoort in eht patroon? Ik kan dat niet vinden. Alvast dank, Willemien

06.04.2023 - 14:51

DROPS Design answered:

Dag Willemien,

In het online patroon is de wijziging al doorgevoerd en het staat aan in een van de eerste regels onder de paragraaf 'PAS'

12.04.2023 - 20:33

country flag Julia wrote:

Hallo, ich habe eine Frage zum Stricken der Rundpasse. So wie ich das verstehe, sollte man an den vier Markierern das Zopfmuster stricken und auch dort jeweils rechts und links davon Maschen zunehmen. Stimmt das? Das würde bedeuten, ich nehme direkt im Muster Maschen dazu, sieht das nicht komisch aus? Oder ist das so zu verstehen, dass man nicht direkt neben den Markierern, sondern neben dem Muster zunimmt? Danke und viele Grüße

20.11.2020 - 18:32

DROPS Design answered:

Liebe Julia, die Markierer sind in der Mitte von den Zöpfe = 4 Maschen vor A.1/A.2 + 4 Maschen nach A.1/A.2, die Raglanzunahmen werden beidseitig von A.1/A.2 gestrickt, dh stricken Sie bis A.1/A.2, 1 Umschlag, A.1/A.2 stricken, 1 Umschlag - und so bei jedem Markierer stricken (= 8 Zunahmen pro Zunahmenrunde). Viel Spaß beim stricken!

23.11.2020 - 07:59

country flag Mireille Crick wrote:

For the pattern October, do you knit with the thread of the 2 different yarns for the whole cardigan? If so, why do you need less yarn for the 'brushed alpaca silk ' than for the 'delight'yarn? Thanks.

02.11.2020 - 17:37

DROPS Design answered:

Hi Mireille, Yes the whole garment is worked with 2 strands. The length of wool in a ball varies between the different qualities, which is why you need slightly less Silk yarn in weight than Delight. Happy knitting!

03.11.2020 - 05:49

country flag Berbett wrote:

Bonjour, Le rendu de la couleur du gilet n'est pas le même que celui du modèle présenté (delight n° 10, alpaca n°5) le rendu est plus foncé et terne. Pia.

16.07.2018 - 00:43

country flag Anja Wagner wrote:

Hallo! Ich würde gerne diese schöne Jacke stricken. Allerdings ist die Wolle Drops Vivaldi ausverkauft. Könnten Sie mir hier bitte eine Garnalternative nennen? Vielen Dank! Viele Grüße - Anja

30.05.2015 - 10:37

DROPS Design answered:

Liebe Anja, eine gute Alternative mit sehr ähnlichem und tollem Flauschcharakter ist Brushed Alpaca Silk. Ein ebenso dunkles Braun wie bei Vivaldi gibt es bei Brushed Alpaca Silk nicht, aber beige (Fb 05) würde sich stattdessen anbieten, die Jacke bekommt dann einen etwas helleren Charakter und die Farben von Delight dürften damit etwas besser zur Geltung kommen und nicht so stark gedämpft werden. Aber letztendlich sind die Farben nur Geschmackssache, lassen Sie sich einfach von den Farbpaletten inspirieren! Die benötigte Garnmenge ist übrigens identisch, Brushed Alpaca Silk und Vivaldi haben auf 50 m gerechnet dieselbe Lauflänge.

30.05.2015 - 11:08

country flag Gertrud wrote:

Für diese Jacke habe ich mich entschieden, die werde ich stricken. Find sie einfach schön!

10.10.2014 - 16:13

country flag ClaraTejeteje wrote:

En la situación de tener 96p tras realizar los aumentos: 18 p+1 Primer MP +2 12p+2 Segundo MP +1 24p +1 Tercer MP +2 12p +2 Cuarto MP +1 18 p ¿El diagrama A1 o el A2, no sé, no debería estar entre Primer y Segundo MP y entre Tercer y Cuarto MP? No entiendo que estén los MP en el centro de las torsadas...¿Cuál diagrama en cuál? ¿Y dónde se empieza? Entre los marcapuntos primero y segundo tras los aumentos hay 2p+12+2p, un total de 16 p y el diagrama tiene 8p...,¿Centrado?

08.10.2014 - 10:37

DROPS Design answered:

Hola Clara. Los MP se colocan de la misma manera: 18 pts - MP - 12 pts - MP - 24 pts - MP - 12 pts - MP - 18 pts. Las trenzas (torzadas) están SOBRE (no entre) los MP. Los MP están en el centro de los pts de la trenza. Los diagramas te vienen debajo del patrón. Si tienes alguna dificultad para seguir el patrón te recomendamos acudir a la tienda más cercana de Drops.

13.10.2014 - 12:55

country flag Sabine wrote:

Bonjour, J'aimerai tricoter ce modèle en pull avec Drops Delight n0 17 "framboisier" en l'associant avec un autre fil. Quelle couleur en Vivaldi et en Brush Alpaca Silk conviendraient ? Merci

25.09.2014 - 11:03

DROPS Design answered:

Bonjour Sabine, pensez à contacter votre magasin DROPS (ses coordonnées mail et téléphone se trouvent dans la liste des détaillants en Suisse) - il pourra vous renseigner sur les associations possibles. Bon tricot!

25.09.2014 - 13:52

country flag Marie wrote:

Merci de votre réponse aussi rapide, je mls mets de ce pas. Jevous tiens au courant. Merci encore.Marie

25.07.2014 - 21:36

country flag Marie wrote:

Bonjour, j, ai un problème pour ce modèle, le raglan J'ai mis les marqueurs. Il faut ensuite tricoter 3 m à chacun des 4 marqueurs, tricoter 2 fois chacune des 2m avant/après les marqueurs côté manches, idem pour le dos. Si je dois tricoter 2 fois 2 m avant et après cela me fait 4m et pas 3 comme indiqué. A ce moment la on ne parle pas encore du diagramme. Je commence le diagramme après la première augmentation? ? Merci de m'éclairer. Marie

25.07.2014 - 12:06

DROPS Design answered:

Bonjour Marie, les premières augmentations se font: 1 m avant le 1er marqueur (devant), 2 m après le 1er marqueur, 2 m avant le 2ème marqueur (manche), 1 m après le 2ème marqueur et 1 m avant le 3ème marqueur (dos), 2 m après le 3ème marqueur et 1 m avant le 4ème marqueur (manche) et 1 m après les 4ème marqueur (devant). Tricotez 1 rang sur l'env et continuez en suiv les diag. comme indiqué. Bon tricot!

25.07.2014 - 14:31