DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 136-13
DROPS design: Model nr. Z-603
Garengroep A
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
300-300-350-350-400-450 gr. kleur nr. 6360m, blauw
50 gr voor alle maten in kleur nr. 0501m, lichtgrijs mix eco

DROPS HAAKNLD 3.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 4 x 4 patroonherhalingen = 10 x 10 cm.
1 knoop met een diameter van ongeveer 2 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET HAKEN: Vervang het eerste stk aan het begin van de toer door 3 l.

PATROON: Zie telpatroon M.1. Herhaal toer 1 en 2.
M.1 toont 3 herhalingen in de breedte en 1 herhaling in de hoogte.

TIP VOOR HET METEN:
Het kledingstuk wordt langer tijdens het dragen door het patroon. Meet daarom alle maten terwijl het werk hangt.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 herhaling in telpatroon X.1, of ½ herhaling in telpatroon X.2.
Minder aan het begin van de toer als volgt:
Vervang 1 herhaling door 6 hv en ½ herhaling door 3 hv.
Minder aan het einde van de toer als volgt: Keer het werk als er nog 1 of ½ herhaling overblijft.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouw):
Meerder ½ herhaling. Meerder door te keren 6/7 l in plaats van 3, zie telpatroon X.3.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Haak 120-132-144-156-168-180 l (incl 8 l om mee te keren) met haaknld 3.5 mm en blauw. Haak 1 stk in de 9e l van de haak, * 2 l, sla 2 l over, 1 stk in de volgende l *, herhaal van *-* = 39-43-47-51-55-59 stk. Ga verder en haak telpatroon M.1 (de 1e toer is nu klaar, begin op de 2e toer) = 19-21-23-25-27-29 patroonherhalingen. Minder bij een hoogte van 10 en 20 cm - Lees TIP VOOR HET METEN, ½ herhaling aan iedere kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN en zie telpatroon X.2 = 17-19-21-23-25-27 patroonherhalingen. Minder bij een hoogte van 35-36-37-38-39-40 cm voor de armsgaten aan iedere kant elke toer als volgt: 1-1-2-2-2-2 keer 1 herhaling, dan 0-2-2-2-4-4 keer ½ patroonherhalingen = 15-15-15-17-17-19 patroonherhalingen. Haak bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm 1 toer alleen over de buitenste 6-6-6-6-6-7 patroonherhalingen aan iedere kant (haak niet over de middelste 3-3-3-5-5-5 patroonherhalingen = hals). Haak nog 1 toer, knip de draad af en zet vast, het werk heeft een hoogte van ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm.

RECHTER VOORPAND:
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Haak 66-72-78-84-90-96 l (incl 8 l om mee te keren) met haaknld 3.5 mm en blauw. Begin middenvoor en haak richting de zijkant. Haak 1 stk in de 9e l van de haak, * 2 l, sla 2 l over, 1 stk in de volgende l *, herhaal van *-* = 21-23-25-27-29-31 stk. Ga verder en haak telpatroon M.1 (1e toer is klaar, begin op de 2e toer) = 10-11-12-13-14-15 patroonherhalingen. Minder bij een hoogte van 15 en 25 cm aan de zijkant als op het achterpand. Minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 23-24-25-26-27-28 cm voor de hals om de toer middenvoor als volgt: Minder 4-4-4-6-6-6 keer ½ herhaling. Minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 35-36-37-38-39-40 cm voor het armsgat aan de zijkant als op het achterpand. Als alle minderingen zijn gemaakt, zijn er 6-6-6-6-6-7 patroonherhalingen over voor de schouder. Haak tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet, knip de draad af en zet vast.

LINKER VOORPAND:
Haak als het rechter voorpand.

MOUW:
Haak 60-60-66-66-72-72 l (incl 8 l om mee te keren) met haaknld 3.5 mm en blauw. Haak 1 stk in de 9e l van de haak, * 2 l, sla 2 l over, 1 stk in de volgende l *, herhaal van *-* = 19-19-21-21-23-23 stk. Ga verder en haak telpatroon M.1 (de 1e toer is nu klaar, begin op de 2e toer) = 9-9-10-10-11-11 patroonherhalingen. Meerder bij een hoogte van 6 cm ½ herhaling aan iedere kant, Herhaal dit meerderen iedere 12-7-7-7-7-7 cm nog 3-5-5-5-5-5 keer - lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 13-15-16-16-17-17 patroonherhalingen. Minder bij een hoogte van 48-47-47-46-46-45 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) 1 herhaling aan iedere kant voor de mouwkop. Minder dan ½ herhaling aan iedere kant om de toer in totaal 0-0-0-0-2-2 keer, dan elke toer 6-7-8-8-6-6 keer = 5-6-6-6-7-7 patroonherhalingen. Haak tot het werk 57-57-58-58-59-59 cm meet, knip de draad af en zet vast.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in het vest. Naai de mouw- en zijnaden samen met de zijkanten tegen elkaar met nette, kleine st.

GEHAAKTE RAND:
Haak een rand met haaknld 3.5 mm en lichtgrijs mix omhoog langs het rechter voorpand, langs de hals, naar beneden langs het linker voorpand, langs de onderkant en ook langs de mouwranden als volgt: Haak 1 v, * sla 2 cm over, 4 dstk in de volgende l, 2 l, 4 dstk in dezelfde st, sla 2 cm over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-* en eindig met een hv in de eerste v.

KNOOPHOESJE:
Haak een hoesje voor de knoop met haaknld 3.5 mm en lichtgrijs mix als volgt: Haak 2 l, haak dan 16 stk in de eerste van de 2 l, eindig met 1 hv aan de bovenkant van het eerste stk (= 1e TOER).
TOER 2: Haak 1 v in ieder stk en eindig met 1 hv in de eerste v op dse toer.
TOER 3: Haak 1 stk om de v en eindig met 1 hv in het eerste stk op de toer = 8 stk.
Plaat de knoop in het hoesje, rijg de draad langs de opening van het hoesje, trek de draad aan en zet vast. Naai de knoop op het linker voorpand, vlak voor waar het minderen voor de hals begint. Gebruik de gaatjes in het patroon als knoopsgat.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 22.05.2012
Nieuwe teltekening X.1

Telpatroon

symbols = l
symbols = stk
symbols = hv
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Whispers Cardigan

Jenny, United Kingdom

Whispers

Murakamari, Switzerland

Laat een opmerking achter voor DROPS 136-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (89)

country flag Lorraine Shepherd wrote:

Is the pattern written for a UK or US treble crochet? I am doing the UK one but it doesn’t seem to be making a large enough pattern.

25.09.2023 - 21:18

DROPS Design answered:

Dear Mrs Shepherd, pattern is available in both language, but with treble crochets in UK-English - try with a larger crochet hook size if you have too few stitches/rows for the tension - read more here. Happy crocheting!

26.09.2023 - 11:22

country flag Carmen wrote:

Hola, no entiendo las instrucciones de las disminuciones después de la sisa de las mangas para una talla L, ya que dice que se disminuye 1 repetición y luego 1/2 repetición 0 veces. Luego salen otros números y veces, ahí me perdí y no entiendo. Gracias 😁

09.01.2022 - 05:57

DROPS Design answered:

Hola Carmen, si pone 0 significa que para esa talla no se tienen que trabajar disminuciones. Para la talla L, en la manga, solo disminuimos 8 veces a cada lado en cada fila. Tienen que quedarte al final 6 repeticiones.

10.01.2022 - 19:25

country flag Nancy wrote:

Hello I want to make sure that i understand this part (dec for armholes in each side on every row as follows: 1 repetition 1-1-2-2-2-2 times, then ½ repetitions 0-2-2-2-4-4 times = 15-15-15-17-17-19 repetitions. When piece measures 52-54-56-58-60-62 cm) so i'll put it in steps : 1- work 1 repetition 1 time (x.1) 2- work 1/2 repetition 2 times (x.2) 3- work (m.1) until piece measures 54 cm So these steps are right or did i misunderstood??

12.08.2021 - 20:44

DROPS Design answered:

Dear Nancy, that's exactly how to crochet in size M. Happy crocheting!

13.08.2021 - 07:26

country flag Nancy wrote:

I did the first dec. after 10 cm Then how should i continue working is it using the M.1 or x.2

08.08.2021 - 19:51

DROPS Design answered:

Dear Nancy, after decreasing, start and end the row as shown in X.2 and continue inbetween as before (in M.1 = middle of X.2). Happy crocheting!

09.08.2021 - 08:17

country flag Els Van Zantvliet wrote:

Dank je wel voor de info

21.03.2021 - 10:57

country flag Els Van Zantvliet wrote:

Waarom minder je bij het achterpand bij 10 cm en 20 cm en bij het voorpand bij 15 cm en 25 cm?

20.03.2021 - 22:15

DROPS Design answered:

Dag Els,

Dit wordt gedaan om de minderingen verdeeld over de zijnaad te krijgen, als je ze op dezelfde hoogte doet, zou je een verspring kunnen krijgen op die plek na het in elkaar naaien.

21.03.2021 - 10:41

country flag Fiorella Catters wrote:

Grazie mille 😘

13.09.2020 - 14:26

country flag Fiorella Carrera wrote:

Forse non mi sono spiegata se il lavoro misura 10 non può misurare anche 20 cm ? Oppure 10 per quale taglia?

10.09.2020 - 16:55

DROPS Design answered:

Buongiorno Fiorella. Deve diminuire quando il lavoro misura 10 cm (per tutte le taglie) e poi quando il lavoro misura 20 cm (per tutte le taglie). Buon lavoro!

10.09.2020 - 17:34

country flag Carrera Fiorella wrote:

Per favore non mi è chiaro nel dietro e davanti’ quando il lavoro misura 10 e 20 centimetri ‘ diminuire 1/2 ripetizioni per lato (dietro) e quando il lavoro misura 15 e 25 cm ecc.

09.09.2020 - 16:30

DROPS Design answered:

Buongiorno Fiorella. Per diminuire una mezza ripetizione, deve lavorare 3 maglie bassissime sulle prime tre m della riga e finire la riga 3 maglie prima. La penultima riga del diagramma X.2 può aiutare a capire meglio come lavorare. Buon lavoro!

10.09.2020 - 16:30

country flag Sylvaine wrote:

Pour faire l'arrondi de la manche, à la fin i faut diminuer 6 fois tous les rangs 7 rapports donc 42 rapports. Ce n'est pas possible puisque l'on avait que 17 rapports en début de diminutions. Je n'y comprends rien. Merci de m'aider.

02.08.2020 - 17:31

DROPS Design answered:

Bonjour Sylvaine, on diminue d'abord un rapport entier de chaque côté puis 1/2 rapport seulement de chaque côté. Autrement dit, 17 rapports = 1 de chaque côté = 15 - 2 x 1/2 rapport (= - 1 de chaque côté soit - 2) = 13 - 6 fois 1/2 rapport = 3 rapports entiers de chaque côté, 13-6=7 rapports. Bon crochet!

03.08.2020 - 08:23