DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 27.39€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Milady

Gebreid DROPS mouwloos vest met pas zijdelings gebreid met kabels, verkorte toeren en een gehaakte rand van ”Nepal”. Maat: S tot en met XXXL

DROPS 133-3
DROPS design: Model nr. NE-062
Garengroep C
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS NEPAL van Garnstudio
Kleur nr. 501m, grijs mix:
500-550-600-650-700-750 gr

DROPS RECHTE BREINLD en RONDBREINLD (80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 4.5 mm.
DROPS METAAL KNOOP NR. 542: 7 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 27.39€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

RIBBELST (in de rondte op rondbreinld):
1 ribbel = 2 nld:
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

VERKORTE TOEREN:
Brei meer nld over de st aan de onderkant dan aan de bovenkant om de pas wijder te maken aan de onderkant. Dit doet u als volgt:
* Brei 2 nld over alle st, brei tot de 2e markeerder, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande nld, brei tot de 1e markeerder, keer, trek de draad aan en brei de teruggaande nld*, herhaal van *-*, dus 1 herhaling = 2 nld aan de bovenkant en 6 nld aan de onderkant.

PATROON:
Zie telpatroon M.1. Het telpatroon geeft 1 herhaling in de breedte weer (= 24 st), het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET METEN:
Meet als het werk plat ligt, het is belangrijk het werk niet op te rekken als u meet.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 2 st recht samen, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder, maak 1 omsl, brei 2 st (markeerder staat tussen deze 2 st), maak nog 1 omsl. Brei de omsl in de volgende nld gedraaid recht, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om een gaatje te voorkomen.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies aan de verkeerde kant. 1
KNOOPSGAT = brei de derde en vierde st vanaf middenvoor samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S en M: 6, 14, 22 en 30 cm.
MAAT L en XL: 7, 16, 24 en 33 cm.
Maat XXL en XXXL: 8, 17, 26 en 35 cm.
----------------------------------------------------------

PAS:
Wordt zijdelings heen en weer gebreid op de nld, van middenvoor naar middenvoor.
Zet LOSJES 34-34-37-37-40-40 st op met nld 5 mm en Nepal. Brei 2 nld recht over alle st (1e nld begint aan de onderkant aan de goede kant).
Brei de volgende nld als volgt (aan de goede kant): 12-12-14-14-16-16 st r, 2 st recht samen, 1 omsl, 1 st r, 2 st r st in iedere van de volgende 4 st (= 8 st r), 2 st r, 2 st r in iedere van de volgende 4 st (= 8 st r), 1 st r, 1 omsl, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh, 6-6-7-7-8-8 st r = 42-42-45-45-48-48 st.
Brei in de volgende nld (aan de verkeerde kant) als volgt: 6-6-7-7-8-8 st r, 2 st av, 1 st r, 8 st av, 2 st r, 8 st av, 1 st r, 2 st av en 12-12-14-14-16-16 st r.

Plaats 2 markeerders in het werk als volgt (aan de goede kant): de 1e markeerder na 15-15-17-17-19-19 st en de 2e markeerder na in totaal 33-33-35-35-37-37 st, 9-9-10-10-11-11 st over aan de bovenkant na de 2e markeerder. Brei dan VERKORTE TOEREN – zie uitleg boven in PATROON als volgt: 12-12-14-14-16-16 st in RIBBELST – zie uitleg boven, telpatroon M.1 over de volgende 24 st en 6-6-7-7-8-8 st in ribbelst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei tot het werk ongeveer 120-128-138-150-162-174 cm meet aan de onderkant – ZIE TIP VOOR HET METEN– eindig als er 2 naalden zijn gebreid over alle st. Brei de volgende nld als volgt (aan de goede kant): 15-15-17-17-19-19 st r, brei de volgende 8 st 2 aan 2 recht samen, 2 st r, brei de volgende 8 st 2 aan 2 recht samen, 9-9-10-10-11-11 st r = 34-34-37-37-40-40 st. Brei 1 nld recht over alle st, kant dan alle st af met rechte st aan de goede kant. Het werk meet ongeveer 122-130-140-152-164-176 cm aan de onderkant (= langste kant).

PLAATS MARKEERDERS:
Verwijder de markeerders uit het werk en plaats 4 nieuwe markeerders als volgt: Leg het werk plat op tafel en meet langs de langste kant (= onderkant).
Plaats de 1e MARKEERDER na 18½-20-21½-24-26½-29½ cm, de 2e MARKEERDER 24-25-27-28-29-29 cm vanaf de eerste, de 3e MARKEERDER 37-40-43-48-53-59 cm vanaf de tweede en de 4e MARKEERDER 24-25-27-28-29-29 cm vanaf de derde, ongeveer 18½-20-21½-24-26½-29½ cm over na de laatste markeerder.

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden.
Zet 5 st op met Nepal en rondbreinld 5 mm (= voorbies), neem dan 1 st op in iedere ribbel (1 ribbel = 2 nld in ribbelst) aan de onderkant van de pas tot de 1e markeerder (= ongeveer 30 tot 49 st op het linker voorpand), zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe st op (= onderkant mouw), sla over tot de 2e markeerder, neem 1 st op in iedere ribbel tot de 3e markeerder (= ongeveer 60 tot 98 st op het achterpand), zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe st op (= onderkant mouw), sla over tot de 4e markeerder, neem 1 st op in iedere ribbel langs de rest van de pas (= ongeveer 30 tot 49 st op het rechter voorpand), zet 5 nieuwe st op aan het einde van de nld (= voorbies).

Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en pas TEGELIJKERTIJD gelijkmatig het aantal st aan tot 150-160-174-190-210-232 st (minder/meerder niet over de voorbies st). Plaats 2 markeerders in het werk; 40-42-46-50-55-60 st vanaf iedere kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 70-76-82-90-100-112 st tussen de markeerders voor het achterpand). MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Ga verder in ribbelst over alle st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan iedere kant van de markeerders aan de zijkant - LEES TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen iedere 4 cm in totaal 3 keer = 138-148-162-178-198-220 st.
Maak TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 6-6-7-7-8-8 cm knoopsgaten op de rechter voorbies - zie uitleg boven!
Meerder bij een hoogte van 20 cm 1 st aan iedere kant van de markeerders aan de zijkant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen iedere 4 cm in totaal 4 keer = 154-164-178-194-214-236 st. Kant losjes alle st af. Het werk meet ongeveer 36-38-38-40-40-42 cm.

LINKER VOORBIES:
Neem aan de goede kant 1 st op in iedere van de 5 st die opgezet zijn voor de voorbies aan de linkerkant met nld 5 mm. Brei in ribbelst tot de voorbies ongeveer 2 cm korter is dan de pas (de voorbies wordt een beetje opgerekt als hij aan het lijf wordt genaaid zodat hij niet te los is), kant dan alle st af. Naai de voorbies aan de pas, met de zijkanten tegen elkaar.

RECHTER VOORBIES:
Brei als de linker voorbies maar maak als de voorbies 1 cm meet 1 knoopsgat boven de andere knoopsgaten, maak nog een knoopsgat als de voorbies 9-9-10-10-11-11 cm meet en 1 knoopsgat als er nog 4 nld over zijn voor de voorbies klaar is, kant dan alle st af.


GEHAAKTE KANTEN RAND:
Haak een rand in de st in ribbelst aan de onderrand langs de pas (dus in dezelfde st waar st opgenomen zijn voor het lijf). Hou het werk met de halsopening naar u toe, haak met 1 draad Nepal op haaknld 4.5 mm – begin middenvoor als volgt: 1 v in de eerste st naast de voorbies, * 5 l, 1 stk in de eerste l, sla ongeveer 1.5 cm over, 1 v *, herhaal van *-* tot de laatste st voor de voorbies aan de andere kant.
Stoom de rand goed zodat deze netjes naar beneden blijft liggen.

AFWERKING:
Naai de knopen aan.




Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Recht aan de verkeerde kant
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 4 st r,
4 st r van de kabelnld
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 4 st r,
4 st r van de kabelnld
symbols = 2 st recht samen, 1 omsl
symbols = 1 omsl, 1 st r afh, 1 st r,
afgeh st overh
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 133-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (46)

country flag Mary Jill Davidson wrote:

I’m having trouble placing markers in the very beginning. Says at 19 state and then at 37sts but there are only 48 stitches on the needle

04.12.2022 - 00:09

DROPS Design answered:

Dear Mrs Davidson, count the number of stitches from the beg, ie first after 19 sts, then after 18 sts (so that the 2nd marker is after a total of 37 sts), 11 sts remain on needle. Happy knitting!

06.12.2022 - 09:11

country flag Maria Forsström wrote:

FÖRKORTADE VARV: För att oket ska bli vidare nertill måste det stickas fler varv över de nedersta m jämfört med de översta. Detta görs så här: *Sticka 2 v över alla m. Ska jag sticka bara rm eller något annat? Det framgår inte riktigt.

30.08.2022 - 08:23

DROPS Design answered:

Hej Maria, du stickar enligt mönstret på alla varv (både när du stickar över alla varv och när du stickar förkortade varv) :)

31.08.2022 - 13:48

country flag Ana Maria wrote:

Hola este modelo es hermoso, podría adaptarlo para niña de 3 a 4 años? Muchas gracias

11.07.2019 - 02:11

DROPS Design answered:

Hola Ana Maria, el patron que perece similar pero es para ninos: ESTA AQUI. Buen trabajo!

11.07.2019 - 08:33

country flag Joanna wrote:

Do you work the set of 6 short rows repeats throughout the yoke? If so, how does this blend with M1 pattern stitches? Do you skip the pattern stitches that are omitted by the short rows or ?? Thanks for any help. I want to knit on plane tomorrow.

02.04.2019 - 16:27

DROPS Design answered:

Dear Joanna, you work *2 rows over all stitches (including M.1, ie row 1 and row 2 in M.1), then work 2 rowz over the 33-33-35-35-37-37 sts (= 12-12-14-14-16-16 sts in garter stitch + the first 21 stitches in M.1 = row 3 and 4 in M.1), then work 2 rows over the first 15-15-17-17-19-19 sts (= the first 12-12-14-14-16-16 sts in garter st + the first 3 sts in M.1)*, repeat from *-* until yoke is finished, but continue working M.1 so that the first cable is worked on 3rd row worked on these stitches and then every 6th row. Happy knitting!

03.04.2019 - 08:31

country flag Xenia wrote:

No entiendo absolutamente nada. Normalmente veo los patrones en inglés, lo imprimí en inglés y nada. Lo he impreso en español y sigo sin entender, he visto todos los vídeos y es imposible. No es claro.

12.01.2019 - 02:28

country flag Francesca wrote:

Buongiorno, ho provato a lavorare come mi avete detto ma se lavoro i ferri accorciati come da modello, devo girare il lavoro in mezzo allo schema M.1. L'unico modo per evitarlo è lavorare fino a 3 maglie dopo il 2° segnapunti e non fino al 2° segnapunti come indicato , girare e lavorare fino alla fine del lavoro, girare e lavorare fino a 3 maglie prima del 1° segnapunti e non fino al 1° segnapunti come indicato, girare e lavorare fino alla fine, ripetere, ecc. E' corretto? Grazie, Francesca

13.01.2017 - 13:39

DROPS Design answered:

Buonasera Francesca. Le indicazioni sono corrette. Se però come risultato finale preferisce quello che ottiene lavorando come ha indicato lei, può proseguire in questo modo. Buon lavoro!

13.01.2017 - 22:29

country flag Francesca wrote:

Buongiorno, una domanda, i ferri accorciati si lavorano insieme allo schema M. 1. Se si, lavoro 2 ferri su tutte le m (inizio dal rovescio?), poi lavoro fino al 2° segnapunti sul rovescio (cioè il 1° inserito sul diritto?), giro e torno indietro (fino alla fine?), lavoro fino al 1° segnapunti sul rovescio (cioè il 2° inserito sul diritto?) giro e torno indietro (fino alla fine?). I ferri accorciati li lavoro di seguito per tutta la lavorazione dello sprone? Grazie francesca

10.01.2017 - 12:41

DROPS Design answered:

Buongiorno Francesca. Lavora i ferri accorciati insieme al diagramma M.1. Il primo ferro dei ferri accorciati è sul diritto del lavoro: posiziona i segni senza lavorare il ferro. Quindi la posizione corretta dei segnapunti è quella sul diritto del lavoro. Lavora tutto lo sprone con ferri accorciati. Buon lavoro!

10.01.2017 - 12:58

country flag Beatrice Lüthi wrote:

Eine Frage....strickt man das wunderschöne Gilet von unten her und wenn ja was bedeuten die Passen und Blenden.....wunderschöne Wolle aber eher komplizierte Anleitung! Hat das im deutschsprachigen Gebiet bereits jemand gestrickt?Danke für eine kurze Antwort!freundliche Grüsse....Beatrice Lüthi

17.08.2016 - 15:33

DROPS Design answered:

Hallo Frau Lüthi, die Passe ist der obere Teil und die Blende ist die Knopfleiste. In der Anleitung finden Sie beschrieben, wie gestrickt wird: zunächst wird die Passe quer gestrickt, der Rest wird von oben nach unten (an)gestrickt.

18.08.2016 - 08:47

country flag Kirsten Petersen wrote:

Hvor tit skal forkortede pinde strikkes, dvs. vendestrik til 1. og 2. mærke, dette er ikke nævnt i opskriften. I tredie afsnit under bærestykke, står der hvordan man strikker frem og tilbage til 1. og 1. mærke hvorefter mønster kommer 12 retstrik se forkl. over, M.1 over de næste 24 masker og 6 retstrik, men der er intet nævnte hvor tit man skal lave FORKORTEDE PINDE, er det efter hvert diagram M1 som går over 12 pinde.

25.01.2016 - 14:20

DROPS Design answered:

Hej Kirsten, De forkortede pinde strikker du hele vejen rundt ifølge FORKORTEDE PINDE: For at bærestk skal blive videre i nederkanten skal der strikkes flere pinde over de nederste m i forhold til de øverste, dette gøres således: * Strik 2 p over alle m, strik til 2.mærke, vend, stram tråden og strik tilbage, strik til 1.mærke, vend, stram tråden og strik tilbage *, gentag fra *-*, dvs at 1 rapport = 2 p øverst og 6 p nederst. God fornøjelse!

27.01.2016 - 15:44

country flag Sarah wrote:

Wird das Muster M1 nur in den Hinreihen gestrickt? Wenn ja, auch wenn die Reihe nicht komplett gestrickt wird, also z.B. nur vom Reihenanfang bis zur 1., oder zur 2. Markierung?

21.10.2015 - 17:26

DROPS Design answered:

M.1 zeigt alle R, also auch die Rück-R. Hier steht, an welcher Stelle Sie M.1 in der R stricken: "12-12-14-14-16-16 M. KRAUSRIPPE – siehe oben, M1 über die nächsten 24 M. und 6-6-7-7-8-8 M. Krausrippe." M.1 wird also nur 1x komplett in der R gestrickt, die restlichen M werden kraus re gestr.

30.10.2015 - 09:42