DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 131-2
DROPS design: Model nr. LA-002
Garengroep A
---------------------------------------------------------
Lengte middenachter: ongeveer 73 cm
Breedte: ongeveer 160 cm
Materiaal: DROPS LACE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 0100, naturel

DROPS RONDBREINLD 3.5 mm (80 cm) - LET OP! Lees de informatie over de stekenverhouding hieronder.
STEKENVERHOUDING:
Deze omslagdoek wordt na het breien in het water gelegd en dan opgespannen tot de juiste maat, de stekenverhouding is dus niet zo belangrijk. Maar om een idee te krijgen of u te los of te vast breit, kunt u een proeflapje breien in tricotst op breinld 3.5 mm, u dient een stekenverhouding te krijgen van ongeveer 23 st x 30 nld = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Zie telpatronen X.1, X.2, X.3, X.4, M.1 en M.2. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.
---------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen.
Zet 3 st op met rondbreinld 3.5 mm en Lace. Plaats een markeerder in de 2e st (middelste st – geeft middenachter van de omslagdoek aan). Brei 1 nld als volgt (= goede kant): 1 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 1 st r = 5 st. LET OP! Brei de omsl in de volgende nld gedraaid recht, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om een gaatje te voorkomen. Brei dan iedere nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 4 st elke nld aan de goede kant als volgt: Brei 2 st in de tweede st en in de een na laatste st aan iedere kant en maak 1 omsl aan iedere kant van de st met de markeerder (brei de omsl nog steeds gedraaid). Ga zo verder tot er 29 st op de nld staan. Brei dan verder als volgt aan de goede kant: Telpatroon X.1, telpatroon M.1A (= 4 st), telpatroon M.1C (= 5 st) en telpatroon X.2, 1 st in tricotst (= middelste st), telpatroon X.3, telpatroon M.1A (= 4 st), telpatroon M.1C (= 5 st) en telpatroon X.4.

Als er een herhaling van de telpatronen in de hoogte is gebreid, staan er 45 st op de nld. Ga verder als volgt: Telpatroon X.1, M.1A, herhaal dan M.1B (= 8 st) tot er 6 st over zijn voor de middelste st (dit aantal st varieert afhankelijk van welke nld in telpatroon X.1-X.4 gebreid wordt) brei dan telpatroon M.1C en X.2, brei de middelste st in tricotst, brei dan telpatronen X.3, M.1A, herhaal M.1B tot er 9 st over zijn op de nld (dit aantal st varieert afhankelijk van welke nld in telpatroon X.1-X.4 gebreid wordt) en brei tot slot telpatroon M.1C en X.4 over deze st.

Ga zo verder tot M.1 in totaal 20 keer in de hoogte is gebeid - de gemeerderde st worden gaandeweg mee gebreid in telpatroon M.1. Er staan nu 349 st op de nld, 174 st aan iedere kant van de middelste st. Brei 4 nld in tricotst en ga TEGELIJKERTIJD verder met de kant st in ribbelst en meerder elke nld aan de goede kant als hiervoor = 357 st, 178 st aan iedere kant van middelste st.

Brei nu als volgt aan de goede kant: 4 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven - 1 omsl, 2 st r, 10 keer telpatroon M.2, 2 st r voor de middelste st, 1 omsl, middelste st in tricotst, 1 omsl, 2 st r, 10 keer telpatroon M.2, 2 st r, 1 omsl, 4 kant st in ribbelst. LET OP! De gemeerderde st aan de zijkanten en middenachter worden in tricotst gebreid tot telpatroon M.2 klaar is. Brei als telpatroon M.2 een keer in de hoogte is gebreid, 1 nld recht aan de verkeerde kant. Kant losjes af met rechte st met 2 draden Lace.

OPSPANNEN:
Laat de omslagdoek weken in handwarm water. Haal de omslagdoek uit het water – niet wringen! – en rol de omslagdoek voorzichtig tussen een handdoek zonder te duwen of te persen. De omslagdoek is nu nog vochtig.
Leg de omslagdoek op een tapijt of matras – rek de doek voorzichtig op tot de juiste maat en zet vast met spelden. Laat de doek zo drogen. Herhaal dit proces elke keer als de doek gewassen wordt


Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st recht samen
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 st r afh, 2 st recht samen, afgeh st overh
symbols = 2 st av samen
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Garden of Diamonds

Shana, United States

131-2 Garden of Diamonds

Opecanci, Czech Republic

Châle Garden of Diamonds

PetiteMu, France

Laat een opmerking achter voor DROPS 131-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (91)

country flag Emilia wrote:

Witam! Mam problem w końcowym etapie a mianowicie ze schematem M.2. Czy każdy z prawych rzędów w tym wzorze rozpoczyna się od 4 o. brzeg, narzutu i 2 oczek prawych , schematem M.2 oraz 2 o.p i narzut przed oczkiem środkowym ? Nie rozumiem dlaczego nie zgadza mi się liczba oczek i ciagle wychodzi mi za dużo oczek. Czy napewno w tej części opisu nie ma jakiegoś błędu? Będę bardzo wdzięczna za odpowiedz ! Pozdrawiam! Emilia

26.07.2021 - 14:25

DROPS Design answered:

Witaj Emilio, jest tak jak piszesz i nie ma tu błędu. Nawet jak wykonujesz brzeg (wzór fal) to aby szal uzyskał swój trójkątny kształt liczba oczek musi się zwiększać. W pierwszej połowie schematu M.2 zwiększa się również liczba oczek w schemacie (poza 4 narzutami poza schematami w rzędzie). Na końcowym etapie schematu M.2 dodajesz tylko 4 o. w każdym rzędzie na prawej stronie robótki. Powodzenia!

27.07.2021 - 15:55

country flag Emilia wrote:

Witam! Dziękuję za odpowiedz na poprzednie pytanie! Zastanawiam się jednak czy te dodawane oczka - narzuty wokół oczka środkowego są przerabiane na lewej stronie robótki jako oczka przekręcone lewe czy prawe ? Dziękuję z góry ! Pozdrawiam !

03.05.2021 - 17:44

DROPS Design answered:

Witaj Emilio, na lewej stronie robótki narzuty wokół oczka środkowego będą przerabiane na lewo. Pozdrawiamy!

04.05.2021 - 12:48

country flag Emilia wrote:

Witam! Zastanawiam się czy narzuty przed oczkiem środkowym są w tym wzorze zawsze przerabiane z tyłu robótki tzw jako oczka przekręcone czy tylko na początku ? Czy w schematach X2 i X3 te narzuty przy oczku środkowym należy tez przerabiać jak oczka przekręcone czy zwyczajnie na prawo ? Z góry dziękuję za odpowiedz !

29.04.2021 - 12:08

DROPS Design answered:

Witaj Emilio, te dodawane oczka z obu stron oczka środkowego są przerabiane jako przekręcone w kolejnym rzędzie, na całej długości szala. W tych miejscach po zblokowaniu i tak będą widoczne małe dziurki. Pozdrawiamy!

29.04.2021 - 13:41

country flag Lilla My wrote:

Bonjour, Je ne suis pas sûre d'avoir bien compris la bordure : au rang 3 de M2, il me reste 4 mailles avant (et après) la maille centrale, est-ce normal ? Il me semble que oui puisque j'ai augmenté de 4 jetés au rang 1. Mais du coup est-ce que toutes les mailles rajoutées (celles des bords et du milieu) se tricotent en jersey au milieu ? Ou faut-il tricoter 3 mailles end. en début de rang et 3 mailles au milieu et ajouter tous les rangs endroit une maille à ces endroits ? Merci !

28.04.2020 - 14:35

DROPS Design answered:

Bonjour Madame My, essayez de bien mettre un marqueur entre chaque diagramme, il vous sera ainsi plus facile de vérifier votre nombre de mailles à chaque rang, comme dans les diagrammes. Bon tricot!

28.04.2020 - 15:55

country flag DE OLIVEIRA wrote:

Bonjour J ai un soucis quant à la réalisation du dessin M1. Pas de pb jusqu'à l'obtention des 66 mailles soit M1 tricoté 2 fois en hauteur. Par contre pour commencer la 3ème hauteur M1, du fait que nous avons commencé par M1A nous devrions reprendre avec M1C et pour cela il nous faut 5 m or il n'y en a que 4 de disponible du fait des augmentations précédentes. Dans ce cas, nous laissons les 4 m en attente pour cette 3ème série et attendons la 4ème pour tricoter un nouveau motif?

22.04.2020 - 09:57

DROPS Design answered:

Bonjour Mme De Oliveira, j'ai peur de ne pas comprendre votre propos. Vous répétez M.1 en hauteur de la même façon à chaque fois: X.1 en début de rang, puis M.1A, vous répétez M.1B jusqu'à ce qu'il reste le nombre de mailles de M.1C + X.2 avant la maille centrale, puis vous tricotez M.1C, X2, la m centrale, X.3, M.1A, vous répétez M.2B le même nombre de fois qu'avant la m centrale et vous terminez par X.4. Techniquement, vous aurez 1 motif de M.1B en plus à chaque fois que vous répétez les motifs en largeur (= on augmente 8 mailles: 4 m dans X.1 + 4 m dans X.2). En espérant que ces informations vous aident. Bon tricot!

22.04.2020 - 11:18

country flag Rigmor Pedersen wrote:

Når jeg skal til at strikke mønster x1 og M1 plus x2, har jeg 14 M til midten, når jeg så har strikke første pind i mønstret skulle der være 16 M efter pind to, men jeg har altså 18 M, til midten, hvad gør jeg forkert

31.05.2019 - 13:46

DROPS Design answered:

Hei Rigmor. Du har 29 masker på pinnen, 14 masker på hver side av masken med merket i. Det økes 1 maske i hver av X-diagrammene, mens i M.1 forblir maskeantallet det samme. Det økes altså 2 masker på hver side av midten: 1 maske innenfor kantmaskene i rille, og 1 maske på hver side av masken med merket = 16 masker på hver side av midten etter 1. pinne. På 2. pinne økes ingen masker og maskeantallet forblir det samme (33 masker, 16 asker på hver side av midten). På pinne 3 øker du igjen 2 masker på hver side av midten = 18 masker på hver side og 37 masker totalt på pinnen. God fornøyelse

31.05.2019 - 14:23

country flag Francine wrote:

Je ne comprends pas comment un losange peut toujours être complet de part et d'autre du milieu du fait des augmentations en X2 et X3. Comment faut-il faire pour celà ? Merci de votre réponse. Cordialement

09.05.2019 - 11:32

DROPS Design answered:

Bonjour Francine, quand les diagrammes X.1 à X.4 sont tricotés 1 fois en hauteur, reprenez tous les diagrammes dès le 1er rang: X.1 sur les 4 premières m, M.1A sur les 4 m suivantes, répétez M.1B jusqu'à ce qu'il reste 6 m avant la m centrale, tricotez M.1C, X.2, la maille centrale, puis tricotez l'autre côté du châle de la même façon en commençant par X.3 et en terminant par X.4 - les augmentations de chaque côté et au milieu se tricotent d'abord en jersey (= 8 premiers rangs de X.1 à X.4) puis en point fantaisie M.1 (= on a suffisamment de mailles pour 1 motif de M.1B entre M.1A et M.1C de chaque côté du châle. Bon tricot!

09.05.2019 - 13:58

country flag Christina wrote:

Danke vielmals!!!!

23.04.2019 - 13:05

country flag Christina wrote:

Hallo, Zwei Fragen: *wenn ich die Umschläge verschränkt anstricke, entstehen ja kaum Löcher, aber das Muster lebt doch von den Löchern! *wenn am Beginn die Rückreihen rechts gestrickt werden, entstehen ja Krausrippen. Am Bild ist das Spitzerl aber glatt....? Freu mich auf die Klärung! Danke!

16.04.2019 - 11:14

DROPS Design answered:

Liebe Christina, am Anfang vom Tuch stricken Sie krausrechts (mit den Umschlägen verschränkt) bis Sie 29 M haben. Dann stricken Sie die Diagramme wie beschrieben (= leeres Kästchen = 1 M glatt rechts, dh das Muster wird dann glatt rechts mit dem Lochmuster gestrickt), mit 3 Maschen kraus rechts auf beiden Seiten (= die 3 ersten Maschen in X.1 + die 3 letzten Maschenb in X.4). Viel Spaß beim stricken!

23.04.2019 - 10:27

country flag Cinzia wrote:

Buongiorno. Io vorrei utilizzare il punto M1 per fare una stola dritta (non uno scialle triangolare). Non riesco a capire come si sovrappongono le parti M1.A, M1.B e M1.C per ottenere il disegno corretto. Potete, per piacere, fornire uno schema con solo M1 senza gli X ripetuto in verticale 2 o 3 volte in modo da avere la guida per il disegno? Grazie Cordiali saluti Cinzia

13.04.2019 - 07:43

DROPS Design answered:

Buongiorno Cinzia, le parti di M.1 non si sovrappongono, ma in alcuni punti dello scialle si lavora M.1A poi delle ripetizioni di M.1B e alla fine M.1C. Purtroppo non possiamo soddisfare la sua richiesta riguardo lo schema, non ci è possibile fornire un'assistenza così personalizzata, ma può provare a riprodurlo su un foglio a quadretti. Buon lavoro!

13.04.2019 - 09:09