DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 42.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 123-2
DROPS design: Model nr. Z-527
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS ALPACA
600-650-700-800-850-950 gr. kleur nr. 2020m, eco licht camel mix

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst met 2 draden Alpaca = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 en 80 cm) maat 4.5 mm – voor de randen.
DROPS HAAKNLD 4.5 mm – voor de knoopsgatlussen.
DROPS BUFFELHOORNKNOOP, nr. 535:
2 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 42.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de rand op het voorpand en het achterpand): Maak alle minderingen aan de goede kant!
Minder als volgt na 1 ribbelst: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder als volgt 2 st voor 1 ribbelst: 2 st recht samen.

PATROON:
Zie telpatroon M.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET BREIEN:
Om te voorkomen dat de mouwranden `naar buiten wijzen` aan de bovenkant breit u als volgt na 2 cm: brei over de middelste ongeveer 12-18 st aan de bovenkant op de mouwrand de 2 st tussen de rechte st samen (dit is dus steeds een ribbelsteek en een averechte st die u samen breit) – brei hierna de st tussen iedere rechte st verder in ribbelst tot het werk klaar is (dus brei afwisselend 1 nld recht en brei 1 nld av over deze st).
--------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld zodat alle st op de nld passen.

ACHTERPAND:
Zet 84-90-98-106-116-126 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met rondbreinld 4.5 mm en 2 draden Alpaca. Brei 6 nld RIBBELST - zie boven. Ga verder met rondbreinld 5 mm in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. Minder bij een hoogte van 6-6-6-7-7-7 cm 1 st aan iedere kant – Zie TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen aan iedere kant elke 5.5-5.5-6-7.5-7.5-7.5 cm in totaal 5-5-5-4-4-4 keer = 74-80-88-98-108-118 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Zet bij een hoogte van 30-31-32-32-32-32 cm 28-28-28-27-27-26 nieuwe st op aan het einde van de volgende 2 nld = 130-136-144-152-162-170 st. Ga verder in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant.

Zet bij een hoogte van 53-55-57-59-61-63 cm st op een hulpdraad voor de ronding van de schouder aan het begin van iedere nld aan iedere kant als volgt (brei de st voordat u ze op de hulpdraad zet om te voorkomen dat u de draad af moet knippen): 0-0-0-0-0-6 x 8 st, 0-0-1-6-5-0 x 7 st, 5-5-4-0-0-0 x 6 st en 1 x 4-7-9-0-10-0 st - LET OP: haal de eerste st recht af en trek de draad goed aan nadat de st op een hulpdraad zijn gezet. Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 56-58-60-62-64-66 cm de middelste 22-22-24-26-26-26 st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder. Kant 1 st af langs de hals in de volgende nld. Zet nu de overgebleven 19-19-19-20-22-23 st op dezelfde hulpdraad als de schoudersteken = 53-56-59-62-67-71 st op de hulpdraad. Het werk meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de onderkant tot het hoogste punt op de schouder.

RECHTER VOORPAND:
LEES ALLE ONDERSTAANDE TEKST DOOR VOOR U GAAT BREIEN!
Zet 84-90-98-106-116-126 st (inclusief 1 kant st aan iedere kant) op met rondbreinld 4.5 mm en 2 draden Alpaca. Brei 6 nld ribbelst en ga verder met rondbreinld 5 mm in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. Minder bij een hoogte van 6-6-6-7-7-7 cm aan de zijkant als beschreven voor het achterpand (dus aan de linkerkant van het werk gezien vanaf de goede kant). Minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 23-24-24-25-25-26 cm aan de rechterkant van het werk gezien vanaf de goede kant voor de schuining van het voorpand als volgt: 1-1-2-2-3-3 x 5 st, 5-5-5-6-6-7 x 3 st, 8-9-9-10-10-11 x 2 st en 18-19-19-19-19-19 x 1 st.

Zet TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 30-31-32-32-32-32 cm 28-28-28-27-27-26 nieuwe st op aan het einde van de nld richting de zijkant. Zet TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 53-55-57-59-61-63 cm st op een hulpdraad voor de ronding van de schouder als beschreven voor het achterpand. Het werk meet nu ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de onderkant tot het hoogste punt op de schouder.

LINKER VOORPAND:
Als het rechter voorpand, maar in spiegelbeeld.

AFWERKING:
Zet de 53-56-59-62-67-71 st van de hulpdraad van een schouder op de rondbreinld 4.5 mm en ga verder als volgt met 2 draden Alpaca: brei 1 nld recht aan de goede kant – LET OP: Neem om een gaatje te voorkomen in iedere overgang een st op in de overgang en brei deze samen met de eerste st op de linker nld. Kant in de volgende nld losjes af met rechte st aan de goede kant. Herhaal op dezelfde manier langs de 3 andere schouderranden. Naai de schoudernaden dicht naast de afkant nld – zorg dat de naad niet te strak wordt. Naai de onderarm naden en de zijnaden dicht in de kant st.

MOUWRAND:
Neem 1 st op in iedere st rond de mouwrand met de kleine rondbreinld 4.5 mm en 2 draden Alpaca. Brei 1 nld av en brei 1 nld recht, pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan naar 90-93-99-105-114-120 st. Ga verder in M.1 – Zie TIP VOOR HET BREIEN! Kant als de mouwrand 6 cm meet af met recht boven recht en averecht boven averecht.

KRAAG:
Begin op het rechter voorpand waar geminderd is voor de schuining van het voorpand en neem aan de goede kant ongeveer 128-134-143-149-158-164 st op (deelbaar door 3 plus 2) langs het voorpand tot middenachter op het achterpand met rondbreinld 4.5 mm en 2 draden Alpaca. LET OP: zorg dat u genoeg steken opneemt in het schuine deel op het voorpand. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en ga verder in M.1 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant (Nld 1 = goede kant). Kant losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht als de kraag ongeveer 16-16-17-17-18-18 cm meet.
Herhaal langs het linker voorpand maar pas zo aan dat het patroon aansluit middenachter als de kraag wordt samengenaaid.

VERDERE AFWERKING:
Naai de kraag samen middenachter in de buitenste lusjes van de st om een dikke naad te voorkomen. Haak een klein bandje op een van de voorpanddelen in de hoek bij de kraag (bij de afkant nld). Begin aan de verkeerde kant ongeveer 2 cm vanaf de kant, haak 1 v in de eerste st, 6 l en zet vast met 1 hv ongeveer 2 cm naar beneden langs de kraag. Knip de draad af en zet vast. Haak een gelijk bandje in de hoek op het andere voorpand (ook aan de verkeerde kant). Naai de knopen aan – naai een knoop op de goede kant midden onder de mouw aan de rechterkant van het werk en naai de andere knoop aan de verkeerde kant midden onder de mouw aan de linkerkant van het werk.



Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 123-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (22)

country flag Hanny wrote:

De steken die je over houd op het voorpand worden die afgekant, ik hou v d maat xl 20st over. bvd

23.10.2015 - 14:33

DROPS Design answered:

Hoi Hanny. Je moet niet vergeten om de laatste 20 st ook op de hulpdraad te zetten zoals op het achterpand: "Zet nu de overgebleven 19-19-19-20-22-23 st op dezelfde hulpdraad als de schoudersteken" = 53-56-59-62-67-71 st op de hulpdraad. Je leest in AFWERKING hoe je de 62 voor de schouder moet breien en afkanten.

05.11.2015 - 11:07

country flag Grudzinski Helene wrote:

Je ne comprend pas pourquoi il faut utiliser une aiguille circulaire de 40 et une de 80. Merci de me répondre. Cordialement. Hélène

23.04.2014 - 09:29

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Grudzinski, on utilise la 80 cm pour tricoter le gilet (en allers et retours pour avoir suffisamment de place pour toutes les mailles), et la 40 cm pour les bordures des manches. Bon tricot!

23.04.2014 - 10:52

country flag Kinowski wrote:

Bonjour, pouvez-vous svp m'indiquer le nombre de pelotes nécessaire "DROPS ALPACA de Garnstudio" pour réaliser le modèle 123-2 en taille L. Merci d'avance.

16.11.2013 - 14:39

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Kinowski, en taille L, il faut 700 g DROPS Alpaca, soit 700/50 g la pelote = 14 pelotes, sur la base d'un échantillon de 17 m x 22 rangs en jersey avec le fil en double = 10 x 10 cm. Bon tricot!

18.11.2013 - 09:24

country flag DROPS Design wrote:

Du skall maska av från avigan dvs sticka aviga maskor medan du minstar och från rätsidan blir detta räta m. Lycka till!

27.01.2012 - 10:03

country flag Febe wrote:

På första Monteringen står det: "Sticka 1 rätt v från rätsidan .... På nästa v avm löst med räta från rätsidan." Detta betyder att man stickar 2 varv från rätan efter varann.... Omöjligt!!!

26.01.2012 - 16:32

country flag Drops Design wrote:

Jo, fex i den mindste str: Når arb måler 53 cm strikker du de første 6 m yderst på skulderen og sætter dem på en tråd, fortsæt at strikke pinden ud. Det gør du så hver gang du har strikket de yderste 6 m i samme side 5 gange og til sidst 4 m 1 gang. God fornøjelse!

07.10.2010 - 09:11

country flag Hanne Nielsen wrote:

Hvad menes der med når der står på 8 linje på ryggen : Når arb måler 53- 55 – 57 osv sættes der m på 1 tråd til skrå skulder i beg af hver p i hver side: (m strikkes før de sættes på tråden så man undgår at klippe tråden): 8m 0-0-0-0-0-6 gange, 7 m osv

07.10.2010 - 09:04

country flag Jacqueline Grice wrote:

Can't wait to get yarn for this pattern and start knitting it. Looks awesome...Thanks

27.08.2010 - 14:25

country flag Rianne wrote:

Wat een eenvoudig maar geweldig mooi model. ga het meteen maken. ook leuk voor mensen met een maatje meer

16.08.2010 - 01:55

country flag Ulla wrote:

Nej, ingen favorit, den blir alldeles för klumpig att ha på sig!

24.07.2010 - 18:33