DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Peach Day

DROPS jurk van ”Muskat” met kantpatroon en korte mouwen. Maat S tot en met XXXL. DROPS design: Model nr. R-554.

DROPS 120-41
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS MUSKAT van Garnstudio,
550-600-650-700-800-850 gr. kleur nr. 40, koraalrood.

DROPS BREINLD 3.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 22 st x 30 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

--------------------------------------------------------
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatroon M.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
Eerste nld = goede kant.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor het lijf):
Maak alle minderingen aan de goede kant!
Minder als volgt NA 1 kant st en NA de eerste herhaling van M.1: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder als volgt VOOR de tweede herhaling van M.1 en VOOR 1 kant st: 2 st recht samen.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de hals):
Maak alle minderingen aan de goede kant!
Minder als volgt NA 4 ribbelst: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder als volgt VOOR 4 ribbelst: 2 st recht samen.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder aan de goede kant in het tricotst deel tussen de 2 herhalingen van M.1 door 1 omsl te maken NA het eerste en VOOR het laatste tricotst deel. Brei de omsl av achter in de st in de volgende nld om een gaatje te voorkomen.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------
ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 118-128-138-148-158-168 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 3.5 mm en Muskat. Brei 4 nld RIBBELST – zie boven! Ga verder als volgt (eerste nld = goede kant): 1 kant st in ribbelst, 16-20-24-28-31-34 tricotst, M.1 (= 26 st), 32-34-36-38-42-46 tricotst, M.1 (= 26 st), 16-20-24-28-31-34 tricotst en 1 kant st in ribbelst.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Minder bij een hoogte van ongeveer 15-16-17-18-19-20 cm (pas zo aan dat het na een volledige herhaling van M.1 is) 4 st in totaal in de volgende nld aan de goede kant – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN-1! Herhaal dit minderen iedere 10e nld (dus in de eerste nld van M.1) in totaal 10 keer = 78-88-98-108-118-128 st. Het werk meet nu ongeveer 45-46-47-48-49-50 cm.
Meerder bij een hoogte van 49-50-51-52-53-54 cm 2 st in de volgende nld aan de goede kant - ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen elke 6e nld in totaal 7 keer = 92-102-112-122-132-142 st.
ARMSGATEN:
Kant bij een hoogte van 66-67-68-69-70-71 cm af voor de armsgaten aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 1 x 4 st (voor alle maten), 0-0-1-2-2-3 x 3 st, 1-2-2-3-4-4 x 2 st en 1-3-4-3-4-4 x 1 st = 78-80-82-84-88-92 st (alle st aan de buitenkant van M.1 aan iedere kant zijn nu afgekant). Ga verder in M.1 en tricotst over de middelste 26-28-30-32-36-40 st.
HALS:
Brei bij een hoogte van 81-83-85-87-89-91 cm 4 nld ribbelst over de middelste 26-28-30-32-36-40 st (brei de overgebleven st in M.1 als hiervoor), kant dan de middelste 18-20-22-24-28-32 st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder (= 30 st voor alle maten). Ga verder in M.1 en brei 4 st langs de hals in ribbelst tot het werk ongeveer 84-86-88-90-92-94 cm meet (pas zo aan dat het na een volledige herhaling van M.1 is), kant alle st af.

VOORPAND:
Zet op en brei als het achterpand tot het werk ongeveer 61-62-63-64-65-66 cm meet (pas zo aan dat volgende nld aan de goede kant is). Brei 4 nld ribbelst over de middelste 8 st (met de overige st als hiervoor). Verdeel nu het werk middenvoor voor de V-hals en zet de st van de rechterkant van het werk op een hulpdraad.
LINKERKANT:
HALS: Ga verder met 4 ribbelst langs de hals en de overgebleven st als hiervoor en minder TEGELIJKERTIJD in de volgende nld aan de goede kant 1 st langs de hals – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN-2 – en herhaal dit minderen iedere 4e nld in totaal 5-6-7-8-10-12 keer en dan elke 6e nld in totaal 4 keer voor alle maten.
ARMSGAT: Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 66-67-68-69-70-71 cm af voor het armsgat aan de zijkant als beschreven voor het achterpand.
Als alle minderingen voor de armsgaten en de hals gedaan zijn, zijn er 30 st over voor de schouder. Ga verder in M.1 met 4 st langs de hals in ribbelst tot het werk ongeveer 84-86-88-90-92-94 cm meet (pas zo aan dat het na een volledige herhaling van M.1 is zoals op het achterpand), kant alle st af.

RECHTERKANT:
Zet de st van de hulpdraad terug op de nld en brei als de linkerkant, maar in spiegelbeeld – LET OP: Begin middenvoor door 1 st op te nemen in de eerste st aan de linkerkant en brei deze samen met de eerste st op de nld om een gaatje middenvoor te voorkomen.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 72-76-80-84-90-96 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 3.5 mm en Muskat. Brei 4 nld ribbelst en ga dan verder in tricotst. Kant bij een hoogte van 2 cm af voor de mouwkop aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 1 x 4 st, 1 x 3 st, 3 x 2 st, 3-5-6-8-9-11 x 1 st, dan 2 st aan iedere kant tot het werk 9-10-11-12-13-14 cm meet. Kant nu 1 x 3 st af aan iedere kant en kant de overgebleven st af. Het werk meet ongeveer 10-11-12-13-14-15 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwen in het lijf naast de kant st en naai de mouw- en zijnaden naast de kant st.

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st recht samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 120-41

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (37)

country flag Laura wrote:

Buongiorno. ho provato a fare un campione per provare lo schema , ma dal terzo ferro, quindi dal secondo gettato, sbaglio qualcosa, poichè mi trovo con una maglia in più o in meno. inoltre, la X che indica di dover fare 1m dritta sul rovescio.. qualora avessi la maglia al dritto devo lavorarla al rovescio? il quadretto vuoto dice di lavorare la maglia come mi trovo quindi al dritto se dritta, e rovescio se al rovescio? graz

06.04.2023 - 02:48

DROPS Design answered:

Buonasera Laura, il diagramma è corretto. La X indica che deve lavorare 1 maglia diritto sul rovescio del lavoro, mentre per il quadretto bianco deve lavorare 1 maglia diritto quando si trova sul diritto del lavoro e a rovescio sul rovescio del lavoro. Buon lavoro!

11.04.2023 - 22:58

country flag Hilde wrote:

Flott kjole! Ønsker den 10 cm lengre, hvordan vil du løse det?

24.08.2019 - 23:18

DROPS Design answered:

Hei Hilde. Det kommer helt an på hvordan du vil ha den nederst. Det enkleste er å følge oppskriften, men strikk 10 cm ekstra før man begynner fellingene. Og husk mer garn (det har vi ikke muligheten til å regne ut). God Fornøyelse!

09.09.2019 - 12:06

Anna wrote:

Hello, I love this pattern. If I wanted to make it maxi size could I just knit the first part of the dress (before decreases) much longer or would I end up with a very tight bottom of the dress restricting walking. Thank you in advance!

17.06.2018 - 10:40

DROPS Design answered:

Dear Anna, this pattern is written up to size XXXL. You will find at the bottom of the pattern a measurement chart with all measurements in each size taken flat from side to side. Compare these with a similar garment you like the shape to find out the matching size. Read more about sizing here. Happy knitting!

18.06.2018 - 08:36

country flag Elin wrote:

Hei! Er nyebgynner og dette er mitt neste prosjekt, men jeg klarer bare ikke å forstår hva dette betyr på bakstykket: Fortsett slik (1.p = retten): 1 kantm i riller, 16-20-24-28-31-34 m glstrikk, M.1 (= 26 m), 32-34-36-38-42-46 m glstrikk, M.1 (= 26 m), 16-20-24-28-31-34 m glstrikk og 1 kantm i riller.

18.02.2018 - 09:24

DROPS Design answered:

Hei Elin, Første pinnen blir retten framover; kantmasken i riller er strikket rett på alle pinnene, glattstrikk er rett fra retten og vrangt fra vrangen (velg antall masker for din størrelse) og M.1 er forklart med symboler på bunnen av oppskriften. Håper dette hjelper og god fornøyelse!

19.02.2018 - 06:25

country flag Apikin wrote:

Merci pour vos explications rapides et claires .

16.12.2015 - 19:28

country flag Apikin wrote:

"Augmenter sur l'endroit dans la section jersey entre 2 motifs de M1 en faisant 1 jeté APRÈS la 1ère et AVANT la dernière section jersey. " je ne comprends pas bien : on augmente donc dans la section jersey du milieu ? Merci pour votre aide .

15.12.2015 - 19:45

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Apikin, tout à fait, on augmente après la 1ère m jersey après le 1er motif M1 et avant la 1ère m jersey avant le 2ème motif M1. Bon tricot!

16.12.2015 - 08:55

Tineke wrote:

Bedankt! Ben blij dat ik de juiste conclusie heb getrokken. Groetjes, Tineke

01.04.2015 - 11:49

Tineke wrote:

Hai! Ik ben een beetje in verwarring gebracht door de "TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor het lijf): Minder als volgt NA 1 kant st en NA de eerste herhaling van M.1: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. Minder als volgt VOOR de tweede herhaling van M.1 en VOOR 1 kant st: 2 st recht samen". Bedoelen ze: 1st minderen na de eerste kantsteek, de 2e st na de eerste M1, de 3e st. voor de 2e M1 en de 4e voor de laatste kantsteek op de naald aan de gk? Alvast bedankt! Tineke

01.04.2015 - 09:37

DROPS Design answered:

Dat is inderdaad wat er staat.

01.04.2015 - 09:40

Tineke wrote:

Bedankt voor het antwoord! En dan ook nog op zondag...Super hoor! Groetjes Tineke

30.03.2015 - 08:52

Tineke wrote:

Hallo, Moeten de omslagen,in de volgende nld.(=vk) achterin of gewoon voorin de steek gebreid worden? Alvast bedankt! Groetjes, Tineke

27.03.2015 - 22:21

DROPS Design answered:

Hoi Tineke. Je breit de omslagen zoals beschreven in het telpatroon: r of averecht. Als er achterin gebreid moet worden (verdraait) dan sluit je het gaatje waardoor het ajourpatroon niet zal ontstaan. En verder zouden wij ook vermelden in het patroon als de omsl verdraait gebreid zou worden.

29.03.2015 - 16:17