DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Toledo

DROPS trui in ribbelst van ”Alpaca” met kanten ruche randen en ¾-mouwen. Maat: S tot en met XXXL. DROPS design: Model nr. Z-477.

DROPS 119-24
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS ALPACA van Garnstudio,
350-400-450-500-550-600 gr. kleur nr. 2916, limoengroen.

DROPS BREINLD 3 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 st x 48 nld in ribbelst en 24 st x 32 nld in M.2 = 10 x 10 cm.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

--------------------------------------------------------
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatroon M.1 tot en met M.4 - De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN (meerder voor de zijkant):
Meerder 1 st door 1 omsl te maken naast 2 st, brei in de volgende nld de omsl achter in de st om een gaatje te voorkomen.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------
VOORPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 241-277-301-337-373-409 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 3 mm en Alpaca. Ga verder als volgt (eerste nld = goede kant): 1 kant st in RIBBELST – zie boven, 1 st av, * M.1 (= 9 st), 1 st av, 1 ribbelst, 1 st av *, herhaal van *-* tot er 11 st over zijn, brei M.1, 1 st av en 1 kant st in ribbelst. Na M.1 zijn er 81-93-101-113-125-137 st over op de nld. Ga verder in ribbelst over alle st.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING – het is belangrijk dat het werk niet te los wordt!
Meerder bij een hoogte van 13-14-15-16-17-18 cm 1 st aan iedere kant - ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN en herhaal dit meerderen elke 2.5 cm in totaal 8 keer = 97-109-117-129-141-153 st. Kant bij een hoogte van 34-35-36-37-38-39 cm 3-5-7-9-11-13 st af aan iedere kant voor de armsgaten (dus kant af aan het begin van de volgende 2 nld). Brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: 5 ribbelst, M.3 (= 4 st), ribbelst tot er 9 st over zijn, M.4 (= 4 st) en 5 ribbelst – zo mindert u 1 st aan iedere kant. Ga zo verder tot er 4-7-8-10-13-15 st over zijn aan iedere kant (dus er zijn 4-7-8-10-13-15 gaatjes boven elkaar) = 83-85-87-91-93-97 st. Ga verder in ribbelst over alle st tot het werk 40-42-43-45-46-48 cm meet. Kant in de volgende nld aan de goede kant de middelste 19-19-21-21-23-23 st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder.
RECHTER SCHOUDER:
= 32-33-33-35-35-37 st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en ga verder als volgt aan de goede kant: 4 ribbelst langs de hals, M.3 (= 4 st) en brei de nld af in ribbelst. Ga zo verder tot u 8 st heeft geminderd langs de hals (dus 8 gaatjes boven elkaar) = 24-25-25-27-27-29 st over op de nld. Ga verder in ribbelst over alle st tot het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet, kant alle st af.
LINKER SCHOUDER:
= 32-33-33-35-35-37 st. Begin middenvoor (dus aan de verkeerde kant) – begin door 1 st op te nemen in de eerste afgekante st voor de hals en brei deze samen met eerste st op de nld (om een gaatje te voorkomen bij de hals) en brei 1 nld recht. Ga verder als volgt aan de goede kant: Ribbelst tot er 8 st over zijn en brei deze in M.4 (= 4 st) en 4 ribbelst.
Ga zo verder tot u 8 st heeft geminderd langs de hals (dus 8 gaatjes boven elkaar) = 24-25-25-27-27-29 st over op de nld. Ga verder in ribbelst over alle st tot het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet, kant alle st af.

ACHTERPAND:
Zet op en brei als het voorpand. Kant af voor de armsgaten als beschreven voor het voorpand en ga verder tot een totale hoogte van 51-53-55-57-59-61 cm. Kant nu de middelste 35-35-37-37-39-39 st af voor de hals en brei iedere schouder (= 24-25-25-27-27-29 st) apart verder in ribbelst tot het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet, kant alle st af.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 157-169-181-193-205-217 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 3 mm en Alpaca. Ga verder als volgt (eerste nld = goede kant): 1 kant st in RIBBELST – zie boven, 1 st av, * M.1 (= 9 st), 1 st av, 1 ribbelst, 1 st av *, herhaal van *-* tot er 11 st over zijn, M.1, 1 st av en 1 kant st in ribbelst. Na M.1 staan er 53-57-61-65-69-73 st op de nld. Ga verder in M.2 (eerste nld = verkeerde kant) over alle st tot het werk klaar is. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 11-9-11-9-11-9 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen elke 5-5-4-4-3-3 nld in totaal 13-13-14-15-16-17 keer = 79-83-89-95-101-107 st. Kant bij een hoogte van 32-31-30-29-28-27 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) af voor de mouwkop aan iedere kant aan begin van iedere nld: 1 x 4 st, 4 x 2 st en 3-5-6-8-9-11 x 1 st, dan 2 st aan iedere kant tot het werk 39 cm meet voor alle maten, Kant nu 1 x 4 st af aan iedere kant en kant de overgebleven st af. De mouw meet ongeveer 40 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht, naai de mouwen in het lijf en naai mouw- en zijnaden dicht naast de kant st.

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de eerste omsl av en laat de volgende omsl van de nld glijden
symbols = 2 st recht samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 st r afh, 2 st recht samen, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 119-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (43)

country flag ANGELIKI PAPANIKOLAOU wrote:

How can I choose the right size when my measurements are between two sizes of the pattern?

02.06.2023 - 09:00

DROPS Design answered:

Dear Mrs Papanikolaou, read more about charts and measurements here, if you like to get the jumper fitting (for ex with negative ease), use the smaller size, if you rather get it looser (for ex with positive ease), use the larger size. Happy knitting!

02.06.2023 - 14:50

country flag Isabel Langeler wrote:

Ik heb een vraag over het patroon. Ik kom er niet uit bij telpatroon M1. Bij toer 3 komt het telpatroon bij mij uit op 10 steken in plaats van 9. Ik weet niet wat ik verkeert doe. Het hele telpatroon moet 9 steken zijn.

16.11.2022 - 11:59

DROPS Design answered:

Dag Isabel,

Je breit het middelste gedeelte van de 3e toer als volgt: 1 omslag 1 steek recht afhalen, 1 steek recht, de afgehaalde steek over de gebreide steek halen, 2 recht samen breien, 1 omslag. Alle andere steken brei je gewoon recht op die naald. Je hebt dan in totaal 9 steken, waarbij de 2 omslagen ook als steken worden gerekend.

16.11.2022 - 16:35

country flag Laura wrote:

Hello! I've just finished this top with some changes to the pattern. I knitted the body and the sleeves in Stockinette stitch and added lace around neckline. I am very happy with the result! Thank you very much for the pattern!

19.06.2020 - 21:07

country flag Laura wrote:

Hello, Is it possible to knit the body of the sweater in Stockinette stitch, not Garter? Thank you for advice!

01.05.2020 - 21:08

DROPS Design answered:

Dear Laura, since Garter stitch and stocking stitch do not have same number of rows in height for 10 cm, tension in height will be somewhat different and you might have to make some adjustements. Happy knitting!

04.05.2020 - 11:17

country flag Nathalie wrote:

Merci de votre réponse. Êtes vous certaine qu'il faille tricoter M4 et non M3 (tel que mentionné dans les explications) pour l'épaule droite? Bien cordialement. Nathalie

03.02.2020 - 13:31

DROPS Design answered:

Bonjour Nathalie, oups vous avez raison, désolée pour l'erreur; c'est bien M.3 que l'on tricote pour l'épaule droite et M.4 pour l'épaule gauche. Bonne continuation!

03.02.2020 - 13:46

country flag Nathalie wrote:

Bonjour. Je suis en train de faire l’épaule droite et ne réussis pas à tomber sur le bon nombre de m. après dimin. Je pars de 33 m. Sur env. et tricote le rg à l’endroit. Puis sur l’endroit je tricote 4 m. mousse et 1er rg M3. Puis sur l’envers 2ème rg M3 : dois commencer de suite par 1 m. end/env où laisser 4 m. Mousse? Et sur l’endroit : dois-je systématiquement commencer par 4m. Mousse avant M3? Merci de votre aide. Bien cordialement

01.02.2020 - 16:39

DROPS Design answered:

Bonjour Nathalie, vous avez 33 mailles et vous diminuez 8 fois 1 maille = il va vous rester 25 mailles. Sur l'endroit, tricotez jusqu'à ce qu'il reste 8 mailles, tricotez M.4 (= 2 diminutions, 1 double jeté = on diminue 1 maille), et terminez par 4 m point mousse. Vous allez répéter 8 fois ce rang/cette diminutions tous les 2 rangs = tous les rangs sur l'endroit. Bon tricot!

03.02.2020 - 09:45

country flag Nathalie wrote:

Bonjour Je ne comprends pas comment distinguer les sigles identiques du diagramme M1 : 0 L'un représente un jeté entre 2 m et l'autre 2 jetés entre 2 m, au rang suivant, tricoter le 1er jeté à l'envers et lâcher le 2eme jeté. Merci de votre aide

08.01.2019 - 20:28

DROPS Design answered:

Bonjour Nathalie, les symboles vont être modifiés pour être plus clairs, le 1er s'applique à M.1 (= 1 jeté simple), le 2ème s'applique à M.3 et M.4 (= double jeté). Bon tricot!

09.01.2019 - 11:26

country flag Daniela wrote:

Wieso bitte sind es bei der rechten Schulter 8 und bei der linken 4 Löcher übereinander? Und wo lasse ich die restlichen 4 Maschen bei der linken Schulter, ich komme dann logischerweise da auf 29 statt auf 25, also habe ich 4 zuviel.

30.06.2017 - 20:58

DROPS Design answered:

Liebe Daniela, richtig, es soll 8 Löcher bei jedem Schulter sein, Anleitung wird korrigiert. Danke für den Hinweis. Viel Spaß beim stricken!

03.07.2017 - 08:57

Christine wrote:

Could you please tell me how many balls of yarn I need to make this sweater? Pattern doesn't seem to say.

09.02.2017 - 04:30

DROPS Design answered:

Dear Christine, you will find total weight of yarn required in each size under tab "Materials" tog with needle size and tension. Ie you need 350 g Alpaca in size S / 50 g a ball Alpaca (see shadecard) = 7 balls are required in size S. Happy knitting!

09.02.2017 - 08:50

country flag TURCQ Valérie wrote:

Modèle réalisé en Safran 100 % coton. Coupe parfaite. Rendu magnifique !

20.10.2016 - 17:55