DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Queen of Ruffles

DROPS omslag vest van ”Alpaca” met ruches langs de voorpanden en korte pofmouwen. Maat: S tot en met XXXL. DROPS design: Model nr. Z-496.

DROPS 119-23
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS ALPACA van Garnstudio,
300-350-400-450-500-550 gr. kleur nr. 7120, lichtgrijs/groen

DROPS BREINLD 3 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD 2.5 mm – voor de ribbelst.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

--------------------------------------------------------
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatronen M.1 tot en met M.3 - De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de omslag op de voorpanden):
Maak alle minderingen aan de goede kant naast M.1 in een nld die wordt gebreid over alle st.
Minder als volgt VOOR M.1: 2 st recht samen.
Minder als volgt NA M.1: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.

VERKORTE TOEREN:
Brei extra nld over de ruche langs de omslagkant op de voorpanden zodat de ruche mooi valt. Doe dit als volgt: * Brei 4 nld over alle st op het voorpand, brei 2 nld alleen over M.1, brei 6 nld over alle st, brei 2 nld alleen over M.1 *, herhaal van *-*.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------
ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet LOSJES 104-116-128-140-152-164 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei 8 nld RIBBELST – zie boven! Ga verder met nld 3 mm. Ga verder in M.2 met 1 kant st aan iedere kant in ribbelst (eerste nld = goede kant). Minder bij een hoogte van 4-5-6-7-8-9 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit minderen iedere 2.5 cm in totaal 6 keer (brei de st die niet in M.2 passen in tricotst) = 92-104-116-128-140-152 st. Meerder bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen elke 3 cm in totaal 6 keer (verwerk de nieuwe st gaandeweg in M.2) = 104-116-128-140-152-164 st.
Kant bij een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm af voor de armsgaten aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 1-1-1-1-2-2 x 4 st, 0-1-2-3-3-4 x 3 st, 2-3-4-5-5-6 x 2 st en 4-4-4-4-5-5 x 1 st = 80-82-84-86-88-90 st over op de nld. Ga verder in M.2 – brei de st die niet in M.2 passen in tricotst. Brei bij een hoogte van 58-60-62-64-66-68 cm 2 nld ribbelst over de middelste 22-22-24-24-26-26 st (brei de overige st als hiervoor), en kant dan de middelste 20-20-22-22-24-24 st af voor de hals en brei iedere schouder (= 30-31-31-32-32-33 st) apart verder. Ga verder in M.2 met 1 ribbelst langs de hals tot het werk 60-62-64-66-68-70 cm meet, kant alle st af.

LINKER VOORPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet LOSJES 64-70-76-82-88-94 st op (inclusief 1 kant st aan de zijkant) met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei 8 nld ribbelst. Ga verder met nld 3 mm als volgt vanaf de zijkant (eerste nld = goede kant): 1 kant st in ribbelst, M.2 over 54-60-66-72-78-84 st en 9 ribbelst middenvoor.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
MINDER AAN DE ZIJKANT: Minder bij een hoogte van 4-5-6-7-8-9 cm 6 x 1 st aan de zijkant als beschreven voor het achterpand.
PATROON: Ga bij een hoogte van 20-21-22-23-24-25 cm verder als volgt (aan de goede kant):
1 kant st in ribbelst, M.2 tot er 9 st over zijn en brei M1.a over deze st – begin TEGELIJKERTIJD in nld 2 met VERKORTE TOEREN – zie boven!
MINDEREN VOOR DE OMSLAG: minder TEGELIJKERTIJD als u begint met M.1a over de 9 st middenvoor, 1 st in de volgende nld aan de goede kant – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN, en herhaal dit minderen om de nld in totaal 4-4-4-4-5-5 keer, dan elke 4e nld 4-4-5-5-5-5 keer en dan elke 6e nld 5-5-5-5-5-5 keer.
MEERDEREN AAN DE ZIJKANT: Meerder bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm aan de zijkant als beschreven voor het achterpand.
ARMSGATEN: Kant bij een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm af voor de armsgaten aan de zijkant als beschreven voor het achterpand.
Als alle minderingen en meerderingen gedaan zijn, staan er op de nld: 1 kant st en 29-30-30-31-31-32 st van M.2 en de st van M.1a (varieërt van 9 tot 21 st) op de nld.
Kant bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm 30-31-31-32-32-33 st af voor de schouder = st in M.1a zijn over op de nld voor de kraag.
Ga verder over de st van M1.a als volgt om te zorgen dat de kraag netjes valt op het achterpand als volgt (eerste nld = goede kant): 1 nld over alle st, * 2 nld over alle st behalve de 3 eerste st (dus richting de schouder), 2 nld over alle st *, herhaal van *-* tot de kraag ongeveer 5-5-5.5-5.5-6-6 cm meet langs de korte kant (pas zo aan dat het na een volledige patroonherhaling is), zet de st op een hulpdraad.

STRIKBAND:
Neem 8 st op met nld 2.5 mm langs de ribbelst op het voorpand net voor het minderen voor de omslag begint. Brei ongeveer 75-80-85-90-95-100 cm ribbelst en kant dan alle st af.

RECHTER VOORPAND:
Als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld, dus ga bij een hoogte van 20-21-22-23-24-25 cm verder als volgt (aan de goede kant): M.1b over de eerste 9 st, M.2 over 54-60-66-72-78-84 st en 1 kant st in ribbelst. LET OP: Begin met het breien van verkorte toeren in dezelfde nld als het begin van M.1b. Eerste nld op de kraag = verkeerde kant.
Brei ongeveer 35-40-40-45-50-50 cm ribbelst over de strikband.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet LOSJES 68-72-76-80-84-88 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei 12 nld ribbelst en brei dan M.3 (eerste nld = goede kant). Ga na M.3 verder met nld 3 mm en brei de volgende nld als volgt (aan de goede kant): 1 st recht, 1 omsl, * 2 st recht, 1 omsl *, herhaal van *-*, eindig met 1 st recht = 102-108-114-120-126-132 st. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant, brei de omsl av achter in de st om een gaatje te voorkomen. Ga verder in tricotst. Kant bij een hoogte van 8 cm (voor alle maten) af voor de mouwkop aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 1 x 4 st en 1 x 2 st, dan 1 st aan iedere kant tot het werk 18-19-20-21-22-23 cm meet. Brei in de volgende nld aan de goede kant alle st per 3 recht samen over de nld en kant af in av st aan de verkeerde kant.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Naai de kraag samen middenachter, met de zijkanten tegen elkaar en naai de kraag aan de hals op het achterpand – naai met de zijkanten tegen elkaar om een dikke naad te voorkomen.
Naai de mouwen in het lijf en naai de mouw-
en zijnaden in de kant st – laat een stukje open in de zijnaad aan de rechterkant
ongeveer 18-19-20-21-22-23 cm vanaf de onderkant en 2 cm vanaf de bovenkant en gebruik dit gaatje om de strikband doorheen te halen.

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st recht samen
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de eerste st recht en laat de andere van de nld glijden
symbols = Kant 1 st af
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 119-23

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (42)

country flag Nathalie Margat wrote:

Bonjour, comment faire pour la bande fantaisie en rangs raccourcis. Je ne sais pas comment commencer. Merci

18.02.2021 - 21:26

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Margat, tricotez comme indiqué sous RANGS RACCOURCIS: tricotez 4 rangs sur toutes les mailles du devant = toutes celles sur l'aiguille (= comme avant, bordure comprise), puis tricotez 2 rangs de M.1 seulement (= les autres mailles restent sur l'aiguille sans être tricotées), puis tricotez 6 rangs sur toutes les mailles , et tricotez 2 rangs de M.1 - répétez ces 14 rangs = vous avez tricotez 14 rangs sur les mailles de M.1 mais seulement 10 rangs sur toutes les mailles du devant. Commencez ces rangs sur l'envers pour le devant gauche et sur l'endroit pour le devant droit. N'oubliez pas de diminuer pour l'encolure et l'emmanchure en même temps. Bon tricot!

19.02.2021 - 07:51

country flag Nathalie Margat wrote:

Bonjour,pouvez vous m'expliquer comment faire pour les devant gauche et droite du modele 119-23 pour les rangs raccourcis faut il tricoter sur la bande point mousse, et pour l'echancrure..sur la grille m1a que représente les cadre noir et les barrées. Les jetés ce font il un après l autre. Merci

16.02.2021 - 10:28

country flag Nathalie Margat wrote:

Que veut dire tricoter 6 rangs sur toute les mailles modele 119-23.merci

14.02.2021 - 08:29

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Margat, ceci signifie qu'aux 6 rangs suivants, vous tricotez toutes les mailles sur l'aiguille (= celles de M.1 et les autres). Bon tricot!

15.02.2021 - 08:55

country flag NATHALIE MARGAT wrote:

Bonjour je ne comprend pas les symboles sur la grille M1a du modèle 119-23. Merci

14.02.2021 - 08:11

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Margat, aux rangs 1, 3, 5, 7, 13, 15, 17, 19, vous devez faire des double-jetés (et ne tricoter qu'un seul des 2 au rang suivant), aux rangs 9 et 21, vous devez faire des jetés - les symboles vont être différenciés dans la légende. Retrouvez les autres symboles dans la légende(M.1 se tricote au point mousse: à l'endroit sur l'endroit et à l'endroit sur l'envers). Bon tricot!

15.02.2021 - 08:54

country flag Irene Kjærsgaard wrote:

Hej! Hvornår skal jeg tage ind i blondekanten? I kanten af de 9 m.? eller mellem kant og trøje? M.v.h. Irene

29.06.2020 - 16:59

DROPS Design answered:

Hej Irene, Du tager ind indenfor M.1 ifølge INDTAGNINGSTIPS som står øverst i opskriften. God fornøjelse!

30.06.2020 - 13:33

country flag KS Lowery wrote:

I'm a bit confused as to where the short rows start and end. Do you do an entire M1a or M1b before returning to the front or do you just work until the bind off and go back to the whole piece? It's clear that you start with the whole piece and start the first collar row on the WS but that is where I got lost. Thank you!

28.02.2018 - 15:58

DROPS Design answered:

Dear Mrs Lowery, you will work M.1 at the end of row (left front piece) when working all sts, and at the same time, work some extra rows in M.1 only, see also SHORTENED ROWS at the beg of the pattern. Happy knitting!

28.02.2018 - 17:38

country flag Claire Daoust wrote:

L'ouverture sur le coté pour le lien est du coté droit sur la photo mais faite sur le devant gauche. Je ne comprends pas du tout ou les liens vont. Lequel passe par l'ouverture ?

26.01.2018 - 19:41

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Daoust, c'est le lien du devant gauche qui va passer dans l'ouverture du coté droit puis dans le dos et on va le nouer avec le lien du devant droit, sur le côté gauche. Bon tricot!

29.01.2018 - 08:38

country flag Claire Daoust wrote:

Pour le lien, je relève les mailles dans la partie droite du point mousse juste avant les volants

26.01.2018 - 18:19

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Daoust, tout à fait, les mailles du lien sont relevées juste avant M.1. Bon tricot!

29.01.2018 - 08:35

Claire Daoust wrote:

Rabattre pour l'arrondi de la manche en début de rang de chaque côté tous les rangs : 1 fois 4 m, 1 fois 2 m puis 1 m de chaque côté jusqu'à ce que la manche mesure 18 cm. J'aimerais savoir si je rabats une maille de chaque coté 1 fois seulement ou plusieurs fois jusqu'à 18 cm

15.11.2017 - 18:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Daoust, vous rabattez 1 maille de chaque côté jusqu'à ce que la manche mesure 18 cm, le nombre de fois dépendra de votre tension en hauteur. Bon tricot!

16.11.2017 - 08:48

Claire Daoust wrote:

Ce serait bien si on avait les diagrammes séparés, un pour le devant, un pour la manche et un pour le le dos. Plus facile à bloquer .

10.11.2017 - 15:54