DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Country Colours

DROPS gilet van “Cotton Viscose” met gehaakte vierkantjes als voorpanden en een split met knopen op het achterpand. Maat XS tot en met XXL.

DROPS 115-17
DROPS design: Model nr. N-097
----------------------------------------------------------
Maat: XS - S - M - L - XL - XXL
Materiaal: DROPS COTTON VISCOSE
200-250-250-300-300-350 gr. kleur nr. 26, kastanjebruin
50-50-50-100-100-100 gr. kleur nr. 24, heidekruid
50-50-50-100-100-100 gr. kleur nr. 27, lila
50-50-50-100-100-100 gr. kleur nr. 28, lichtroze

DROPS HAAKNLD 3.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 1 vierkant = 7 x 7 cm.
Op het achterpand en de zijkanten van het werk zijn 20 st x 13 toer in patroon = 10 x 10 cm.
DROPS hoekig zilveren knopen, nr. 534: 7-7-7-8-8-8 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

TIP VOOR HET HAKEN (voor de vierkantjes):
Vervang het eerste stk van de toer door 3 l, vervang de eerste v van de toer door 1 l en eindig iedere toer met 1 hv in de eerste st van het begin van de toer.

BOBBEL:
1 bobbel = haak 3 stk samen, dus wacht met de laatste doorhaling van ieder stk tot u alle 3 stk heeft gehaakt, sla het garen over de haak en haal de draad door alle 4 de lussen op de haak.

PATROON (voor het achterpand):
TOER 1: 1 stk in iedere v, keer aan het einde van de toer het werk met 1 l.
TOER 2: 1 v in ieder stk, keer aan het einde van de toer het werk met 3 l.
Herhaal toer 1 en 2.
.
TIP VOOR HET MINDEREN (voor de armsgaten):
Minder als volgt aan het einde van de toer: Haak de toer tot er 1 st over is, keer het werk en haak de teruggaande toer.
Minder als volgt aan het begin van de toer: Haak 1 hv in de eerste st, ga verder als hiervoor.
----------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------
GILET: Het voorpand wordt van vierkantjes gemaakt. Het achterpand en de zijkanten van het werk worden in patroon gehaakt.

KLEUREN VAN DE VIERKANTJES:
De vierkantjes worden gehaakt in 4 verschillende kleurencombinaties:
VIERKANT-A: het begin en toer 1 = heidekruid, toer 2 = lila, toer 3, 4 en 5 = lichtroze.
VIERKANT-B: het begin en toer 1 = kastanjebruin,
toer 2 = lichtroze, toer 3, 4and 5 = heidekruid.
VIERKANT-C: het begin en toer 1 = heidekruid, toer 2 = kastanjebruin, toer 3, 4 en 5 = lila.
VIERKANT-D: het begin en toer 1 = lila, toer 2 = heidekruid, toer 3, 4 en 5 = kastanjebruin.

AANTAL VIERKANTJES:
MAAT XS-S-M: Haak 4 hele vierkantjes van A, 2 hele vierkantjes van B, 2 hele vierkantjes en 2 halve vierkantjes van C en 8 hele en 2 halve vierkantjes van D = in totaal 16 hele en 4 halve vierkantjes.
MAAT L-XL-XXL: Haak 6 hele vierkantjes van A, 4 hele en 2 halve vierkantjes van B, 6 hele en 2 halve vierkantjes van C en 18 hele vierkantjes van D = in totaal 34 hele en 4 halve vierkantjes.

HEEL VIERKANT:
Haak 5 l met haaknld 3.5 mm en vorm een ring met 1 hv in de eerste l.
TOER 1: 12 stk in de ring - ZIE TIP VOOR HET HAKEN!

TOER: 2 stk in ieder stk = 24 stk.
TOER 3: * 1 v in het stk, 5 l, sla 1 over stk, 1 v in het volgende stk, 2 l, sla 1 stk over, 1 v in het volgende stk, 2 l, sla 1 stk over *, herhaal van *-* in totaal 4 keer = 12 l-lussen (4 grote en 8 kleine), eindig met 1 hv in de eerste st van het begin van de toer.
TOER 4: * Haak [-] in de grote l-lussen: [1 BOBBEL – zie boven, 2 l, 1 bobbel, 4 l (= hoek), 1 bobbel, 2 l en 1 bobbel], 2 l, 1 stk in de v tussen de 2 kleine l-lussen, 2 l *, herhaal van *-* in totaal 4 keer, eindig met 1 hv aan de bovenkant van de eerste bobbel.
TOER 5: Haak in alle 2-l-lussen 3 v en in alle 4-l-lussen (= hoeken) 5 v. Een vierkant meet 7 x 7 cm.

HALF VIERKANT:
Haak 5 l met haaknld 3.5 mm en vorm een ring met 1 hv in de eerste l.
TOER 1: 8 stk in de ring, keer het werk.
TOER 2: 1 stk in het eerste stk, 2 stk in iedere van de volgende 7 stk = in totaal 15 stk, keer het werk.
TOER 3: 5 l, sla 1 stk over, 1 v in het volgende stk, 2 l, sla 1 stk over, 1 v in het volgende stk, 2 l, sla 1 stk over, 1 v in het volgende stk, 5 l (= hoek), sla 1 stk over, 1 v in het volgende stk, 2 l, sla 1 stk over, 1 v in het volgende stk, 2 l, sla 1 stk over, 1 v in het volgende stk, 4 l, sla het een na laatste stk over, 1 v in het laatste stk, keer het werk.
TOER 4: 5 l (= 1 stk en 2 l), in de eerste l-lus van de haak: 1 bobbel, 2 l en 1 bobbel, haak dan 2 l, 1 stk in de v tussen de 2 kleine l-lussen, 2 l, in de grote l-lus van de haak [-]: [1 bobbel, 2 l, 1 bobbel, 4 l (= hoek), 1 bobbel, 2 l en 1 bobbel], 2 l, 1 stk in de v tussen de 2 kleine l-lussen, 2 l, in de laatste l-lus van de haak: 1 bobbel, 2 l en 1 bobbel, eindig met 2 l en 1 stk in de eerste l van de vorige toer, keer het werk.
TOER 5: 1 l, haak 3 v in alle 2-l-lussen en 5 v in de 4-l-lus op de hoek, eindig met 3 v in de 4e en 5e l van het begin van de toer.

ACHTERPAND en ZIJKANT:
De eerste 8 cm worden in 2 delen gehaakt (voor de split).
DEEL-1 (= linkerkant, met knoopsgatbies): Haak 47-57-66-59-71-83 losse l met haaknld 3.5 mm en kastanjebruin (minder st voor maat L dan maat M omdat er meer vierkantjes zijn voor maat L). Haak de eerste toer als volgt: 1 v in de tweede l van de haak, 1 v in iedere van de volgende 3-1-4-3-3-3 l, * sla 1 l over, 1 v in iedere van de volgende 5 l *, herhaal van *-* = 39-47-55-49-59-69 v. Ga nu verder in PATROON – zie boven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Laat het werk rusten als het 8 cm meet.

DEEL-2 (= rechterkant): Haak 41-51-60-53-65-77 losse l met haaknld 3.5 mm en kastanjebruin. Haak de eerste toer als volgt: 1 v in de tweede l van de haak, 1 v in iedere van de volgende 3-1-4-3-3-3 l, * sla 1 l over, 1 v in iedere van de volgende 5 l *, herhaal van *-* = 34-42-50-44-54-64 v. Ga verder in patroon. Laat het werk rusten als het 8 cm meet (zorg dat u na dezelfde toer eindig als deel-1).

ACHTERPAND: Haak nu de 2 delen samen als volgt: Plaats de extra 5 knoopsgatbies st op het linkerdeel onder de 5 eerste st op het rechterdeel, haak de delen samen – ga verder in patroon, dus haak door 2 lagen heen over de 5 st in het midden = 68-84-100-88-108-128 st. Plaats een markeerdraad 3-7-11-2-6-11 st vanaf iedere kant (= de zijkanten), meerder TEGELIJKERTIJD in de tweede toer met stk 1 st aan iedere kant van beide markeerders (= 4 gemeerderde st in totaal) – meerder door 2 stk te haken in 1 v. Herhaal dit meerderen om de toer in totaal 7 keer = 96-112-128-116-136-156 st.
Minder bij een hoogte van 24-23-22-28-27-26 cm voor de armsgaten als volgt:
ZIJKANT: haak alleen over de eerste 6-8-10-4-7-10 st aan een kant, ga verder in patroon heen en weer over deze st, minder TEGELIJKERTIJD 1 st langs de armsgaten elke toer – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN – tot alle st zijn geminderd. Herhaal aan de andere kant.

ACHTERPAND: Haak alleen over de middelste 68-72-76-92-98-104 st, ga verder in patroon heen en weer over deze st, minder TEGELIJKERTIJD 1 st aan iedere kant elke toer – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN – tot er 56-56-56-84-84-84 st over zijn op de toer. Ga verder tot een totale hoogte van 40-40-40-47-47-47 cm. Haak nu 3 toeren over alleen de 14-14-14-28-28-28 st aan iedere zijkant (de middelste 28 st = hals), en knip dan de draad af.

AFWERKING: Naai de vierkantjes samen tot 2 voorpanddelen met de kleuren volgens het telpatroon. LET OP: Zie het telpatroon voor uw maat. Naai ze samen in de buitenste lusjes van de st met kastanjebruin. Naai de voorpanden aan het achterpand en naai de schoudernaden dicht – naai met zijkant tegen zijkant met kastanjebruin.

RAND ROND DE ARMSGATEN: Haak 6-6-6-3-3-3 toeren van v rond de armsgaten met kastanjebruin. Haak nu 1 toer met picots als volgt: 1 v in de eerste st, * 3 l, 1 v in de eerste l, sla 1 st over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-*, eindig met 1 hv in de eerste v.

RAND ROND HET GILET: Haak rond het hele kledingstuk met kastanjebruin. Begin aan de onderkant bij de split op het achterpand, ga verder langs de onderkant, langs het voorpand omhoog, langs de hals, naar beneden langs het andere voorpand en langs de onderkant tot de split middenachter (dus haak NIET langs de zijkanten van de split middenachter). Haak 2 toer met v. LET OP: haak in alle buitenhoeken 3 v en sla in alle binnenhoeken 1 st over. Haak nu 1 toer met picots als beschreven voor de armsgaten –haak deze toer ook langs de zijkanten van de split middenachter.

Naai 3-3-3-4-4-4 knopen aan in de tweede toer met v op het linker voorpand en gebruik de picots als knoopsgaten. Naai 4 knopen op de knoopbies aan de linkerkant van de split middenachter en gebruik de picots als knoopsgaten.

Telpatroon

diagram measurements
diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 115-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (35)

country flag Ayaka wrote:

Bonjour, pour les augmentations du dos, on place un marqueur sur la 11ième bride et on augmente avant et après: c'est ok pour le premier rang mais pour les autres rangs de brides, c'est toujours une augmentation de chaque côté de la 11ième? Merci pour votre aide!

08.08.2022 - 21:44

DROPS Design answered:

Bonjour Ayaka, vous devez augmenter à chaque fois de chaque côté de ce marqueur, autrement dit, la 2ème fois, vous augmentez dans la 12ème maille à partir du bord de chaque côté (et vous avez 2 brides en plus au milieu) et ainsi de suite. Bon crochet!

09.08.2022 - 08:50

country flag Abigail wrote:

Hi, when crocheting the back why do you start decreasing separately on each side? What about the middle? Do you cut the yarn to move to the far side then again to work up the middle? Could you not just do the correct number of full rows with decreases at each end like the rows in the next section? Sorry, I hope this makes sense.

29.07.2020 - 17:43

DROPS Design answered:

Dear Abigail, you cut the yarn after you worked SIDE PIECES and join it to work back piece, crocheting over the middle 68-104 sts (see size), and decrease 1 st on every row on each side (= 2 sts in total on every row) for the armholes until there are 56-84 sts, this mean simply decrease 2 sts on every row a total of 6-8-10-4-7-10 times/rows. Happy crocheting!

30.07.2020 - 08:48

country flag Ingvill wrote:

Hva menes med de fem ekstra stolpemasker? Jeg greier ikke å forstå hvordan bakstykkene på 8 cm skal hekles sammen.

10.01.2018 - 09:09

DROPS Design answered:

Hei Ingvild. De 5 ekstra stolpemaskene er knappestolpen som hekles på venstre bakstykket. Når begge bakstykkene måler 8 cm skal bakstykkene hekles sammen til et bakstykke, da legges de 5 ekstra stolpemaskene på venstre del under de 5 første m på høyre del og de hekles sammen – fortsett mønsteret (det hekles altså gjennom 2 lag over 5 m på midten). God Fornøyelse!

24.01.2018 - 09:06

country flag Martine wrote:

Bonjour, En fait, ça n'est pas clair pour moi...Pour chaque devant, il y a 4 coins. Pour celui du haut (carré C, demi-carré C), on saute 1m. Et pour les suivants, on crochète 3 m ?

12.10.2017 - 15:41

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, pour chaque devant, on saute 1 m au niveau des carrés C/C (encolure), puis on crochète 3 m dans le coin des carrés C/D de l'encolure/bordure devant et dans les 2 derniers coins en bas du devant. Bon crochet!

12.10.2017 - 16:01

country flag Martine wrote:

Re-bonsoir, En fait ma question précédente concernant le travail sur les coins est passée inopinément en commentaire....

11.10.2017 - 19:37

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, c'est bien exact, les coins vers l'extérieur sont en bas du gilet (on crochète 3 ms pour un joli arrondi) et les coins vers l'intérieur sont ceux des carrés C de l'encolure, on saute 1 m pour former un joli arrondi. Bon crochet!

12.10.2017 - 09:07

country flag Martine wrote:

Bonjour, Pour finir, que doit-on comprendre par coins ouverts vers l'extérieur ou intérieur ? --- Intérieurs: les coins en haut de C et en bas de D ? Merci beaucoup par avance.

11.10.2017 - 19:33

country flag Martine wrote:

Bonjour, Lorsqu'il est écrit à la fin de la la 2ème partie ( côté droit) : "mettre en attente"... En fait, on doit continuer de suite en superposant les milieux ... ? (Et donc en reprenant la partie gauche.) D'avance, merci.

04.10.2017 - 17:09

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, on reprend les 2 côtés pour crocheter le dos en superposant les 5 m des 2 côtés (celles du côté gauche sous celles du côté droit) et en les crochetant ensemble. Bon crochet!

05.10.2017 - 08:49

country flag Martine wrote:

Merci. Lorsqu'il est écrit de piquer dans la bride, ce n'est pas piquer entre les brides mais bien dans la maille (du haut de la bride)...?

20.09.2017 - 17:01

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, quand on doit faire 1 maille serrée ou 1 bride dans 1 bride, on pique le crochet sous les 2 brins de la bride du rang/tour précédent, comme on le fait normalement. Bon crochet!

20.09.2017 - 17:54

country flag Martine wrote:

Bonjour, Merci, je voulais avoir confirmation. Un petit détail: 2 vidéos sont proposées pour débuter ce carré. J'ai choisi le cercle magique mais peut-être faut-il un trou plus accentué et donc choisir de faire 5m...

20.09.2017 - 13:33

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, vous pouvez au choix commencer avec l'une ou l'autre technique, il faut juste que votre carré soit bien plat. Bon crochet!

20.09.2017 - 13:52

country flag Martine wrote:

Bonjour, J'ai un souci pour débuter la nope au 4ème tour du carré. Finir le tour 3 avec une maille coulée dans la ms du tour précédent et ensuite ...? ----3 m en l'air pour la 1ere B ? Merci d'avance.

19.09.2017 - 18:05

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, le tour 4 commence par 1 nope, soit 3 brides écoulées ensemble, au début du tour, crochetez 3 ml (= 1ère bride) puis crochetez 2 brides mais sans faire le dernier jeté à la fin de chacune de ces 2 brides, et écoulez toutes les boucles sur le crochet. Bon crochet!

20.09.2017 - 08:35