DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 8.97€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Domino Tiles

DROPS sokken met Entrelac-patroon van ”Fabel”. De voet kan in Entrelac-patroon of in tricotst en boordsteek gebreid worden.

DROPS 114-19
DROPS design: Model nr. FA-081
--------------------------------------------------------
Maat: 35/37 - 38/40 - 41/43
Voetlengte: ongeveer 22 - 24 - 27 cm.
Pijp lengte: ongeveer 23 - 26 - 30 cm.
Materiaal: DROPS FABEL
150 gr voor alle maten kleur nr. 901, candy mix
of gebruik:
150 gr voor alle maten kleur nr. 910, sea mist

DROPS BREINLD ZONDER KNOP 2.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 st x 34 nld in tricotst = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 8.97€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

ENTRELAC-PATROON:
Zie telpatroon D.1 en D.2 voor naaldnummer, Vierkantjes en de breirichting.
ENTRELAC is een breitechniek waarbij vierkantjes schuin aan elkaar gebreid worden.
MINDEREN VOOR DE HIEL:
Brei tricotst en zet TEGELIJKERTIJD 1 st aan het einde van iedere nld op een hulpdraad. Ga verder tot er 11-11-12 st op de hulpdraden staan aan iedere kant en 12-15-16 st over zijn op de nld.
Plaats een markeerdraad in het werk. Ga verder en brei TEGELIJKERTIJD 1 st van de hulpdraden aan iedere kant terug op de nld aan het einde van iedere nld.
LET OP! Neem om een gaatje te voorkomen 2 st op tussen de st op de nld en de st op de hulpdraden. Brei in de volgende nld de 3 nieuwe st op de nld samen tot 1 st. Ga zo verder tot er weer 34-37-40 st op de nld staan. Brei 1 nld recht aan de goede kant over alle st.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------

PIJP:
Wordt in de rondte gebreid op BREINLD ZONDER KNOP.
Maak 6 kleine bollen om te voorkomen dat u veel losse draadjes krijgt.
Zet 64-72-80 st op met BREINLD ZONDER KNOP 2.5 mm en Fabel. Brei 1 nld recht en ga verder in boordsteek 2 st recht/2 st av. Minder als de boordsteek ongeveer 3-4-5 cm hoog is alle 2 st recht naar 1 st recht = 48-54-60 st.
Ga nu verder in “Entrelac” = ”Vierkantjes”. Alle Vierkantjes worden heen en weer gebreid op de nld in tricotst en alle st worden opgenomen aan de goede kant. Zie D.1.

Nld 1, eerste Halve Vierkant (eerste nld = goede kant):
Brei 1 st, keer het werk en brei 1 st in de teruggaande naald. Brei 2 st, keer het werk, brei 2 st in de teruggaande naald. Ga zo verder met steeds 1 st meer iedere keer tot de teruggaande naald uit 8-9-10 st bestaat. Brei 8-9-10 st aan de goede kant. Laat de st op de nld staan.
Brei in totaal 6 Halve Vierkantjes op dezelfde manier rond de sokken = alle st van de boordsteek zijn nu gebreid.

Nld 2, eerste Heel Vierkant: Neem 8-9-10 st op langs de zijkant van het eerste Halve Vierkant. * Keer het werk, brei de teruggaande naald over de 8-9-10 st, brei 1 st van de nld van het 6e Halve Vierkant = 9-10-11 st. Keer het werk, 2 st recht samen, brei de overgebleven 7-8-9 st = 8-9-10 st *, herhaal van *-* tot alle st van het 6e Halve Vierkant zijn gebreid. Laat de st op de nld staan en knip de draad NIET af.

Nld 2, tweede Heel Vierkant:
Begin met een nieuwe bol. Begin midden tussen het eerste en tweede Halve Vierkant. Neem 8-9-10 st op langs de zijkant van het tweede Halve Vierkant. Ga verder als beschreven voor het eerste Hele Vierkant van *-* tot alle st van het eerste Halve Vierkant zijn gebreid.
Heel Vierkant 3 tot en met 6:
Als het tweede Hele Vierkant tussen alle Halve Vierkantjes van Nld 1 = in totaal 6 Hele Vierkantjes.

Nld 3 Hele Vierkantjes:
Begin met de draad van het eerste Hele Vierkant. Neem 8-9-10 st op naar beneden langs de zijkant van het eerste Hele Vierkant, brei 1 st van het tweede Hele Vierkant = 9-10-11 st. * Keer het werk, 2 st av samen, brei de overgebleven 7-8-9 st = 8-9-10 st. Keer het werk, brei 8-9-10 st en 1 st van het tweede Hele Vierkant = 9-10-11 st *, herhaal van *-* tot alle st van het tweede Hele Vierkant zijn gebreid en er 8-9-10 st op de nld staan. Laat de st op de nld staan en knip de draad NIET af.
Brei nu Hele Vierkantjes over de hele rondte.

Brei nld 4 tot en met nld 8 met Hele Vierkantjes op dezelfde manier als hiervoor. Zie D-1 voor de naaldnummers, de Vierkantjes en de breirichting.
Als er in totaal 8 nld met Vierkantjes zijn gebreid (inclusief de nld met Halve Vierkantjes aan het begin) brei dan 3 Halve Vierkantjes als volgt:
Eerste Halve Vierkant:
Neem 8-9-10 st op langs de zijkant van het eerste Vierkant op nld 8, brei 1 st van het tweede Vierkant op dezelfde nld = 9-10-11 st. Keer het werk, 2 st av samen, brei 6-7-8 st, zet de laatste st op een hulpdraad. Keer het werk, brei 7-8-9 st, brei 1 st van het tweede Vierkant, keer het werk. 2 st av samen, brei 5-6-7 st, zet de laatste st op een hulpdraad. Ga zo verder tot alle st van het tweede Vierkant zijn gebreid en er 8-9-10 st op de hulpdraad staan.
Tweede en derde Halve Vierkant:
Neem st op en brei het Halve Vierkant op dezelfde manier als het eerste Halve Vierkant. Er zijn nu 24-27-30 st (3 x 8-9-10 st) op de hulpdraad.
Neem 1 st op voor de st op de hulpdraad en zet de eerste 8-9-10 st terug op de nld, neem 1 st op tussen het eerste en tweede Halve Vierkant, zet de volgende 8-9-10 st van de hulpdraad terug op de nld, neem 1 st op tussen het tweede en derde Halve Vierkant, zet de laatste 8-9-10 st van de hulpdraad terug op de nld en neem 1 st op na de st op de hulpdraad = 28-31-34 st op de nld voor de hiel. Keer het werk en brei 1 nld av aan de verkeerde kant, meerder TEGELIJKERTIJD 6 st gelijkmatig over de hiel st = 34-37-40 st. Brei nu de HIEL – zie boven.

VOET MET ENTRELAC-PATROON:
Brei na de hiel 1 nld av aan de verkeerde kant over de hiel st en minder TEGELIJKERTIJD 10 st gelijkmatig = 24-27-30 st.
Brei nu 3 Halve Vierkantjes over de hiel st (Vierkant 1, 2 en 3) op dezelfde manier als u de Halve Vierkanten op nld 1 heeft gebreid en brei 3 Hele Vierkantjes op de bovenkant voet (Vierkant 4, 5 en 6) als hiervoor. Brei dan 5 nld met Hele Vierkantjes als hiervoor. Zie D-2 voor de naaldnummers, de Vierkantjes en de breirichting.
Brei nu 6 Halve Vierkantjes op dezelfde manier als de Halve Vierkantjes voor de hiel. Er staan nu 48-54-60 st op de hulpdraad (6 x 8-9-10 st). Neem 1 st op tussen het eerste en het laatste Vierkant, * brei 8-9-10 st van de hulpdraad terug op de nld, neem 1 st op tussen 2 Vierkantjes * herhaal van *-* tot alle st op de hulpdraad terug op de nld staan = 54-60-66 st (ongeveer 4-5-6 cm nog te breien). Plaats een markeerdraad aan iedere kant met 27-30-33 st voor de bovenkant voet en 27-30-33 st voor de onderkant voet. Ga nu verder in tricotst over alle st en minder TEGELIJKERTIJD voor de tenen aan iedere kant van beide markeerders als volgt: Voor 1 st recht en de markeerdraad: 2 st recht samen. Na de markeerdraad en 1 st recht: 2 st recht samen achter in de st. Herhaal dit minderen om de nld in totaal 6-7-9 keer en dan elke 4e nld 4 keer = 14-16-14 st over op de nld. Knip de draad af, haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

VOET IN TRICOTST EN BOORDSTEEK:
Brei na de hiel 1 nld av aan de verkeerde kant over de hiel st = 34-37-40 hiel st. Zet de st op een hulpdraad.
Brei 3 Halve Vierkantjes op de bovenkant voet (Vierkant 4, 5 en 6) op dezelfde manier als de Halve Vierkantjes voor de hiel = 24-27-30 st op de hulpdraad (3 x 8-9-10 st).
Zet de 34-37-40 hiel st terug op de nld, neem 1 st op tussen de hiel st op de nld en de eerste 8-9-10 st op de hulpdraad voor de bovenkant voet. Zet de eerste 8-9-10 st van de hulpdraad terug op de nld. Neem 1 st op tussen de st op de nld en de st op de hulpdraad voor de bovenkant voet. Zet de volgende 8-9-10 st van de hulpdraad terug op de nld. Neem 1 st op tussen de st op de nld en de st op de hulpdraad voor de bovenkant voet. Zet de laatste 8-9-10 st van de hulpdraad terug op de nld en neem 1 st op tussen de st op de nld en de hiel st = 62-68-74 st in totaal op de nld.
Ga verder in de rondte op BREINLD ZONDER KNOP als volgt: 35-39-44 tricotst, * 2 st av, 2 st recht *, over de volgende 24 st, 2 st av en 1-3-4 tricotst.
LET OP! Brei voor maat 38/40 de 3 tricotst aan het einde van de nld als volgt: 1 st recht en 2 st recht samen (= 2 tricotst) = 62-67-74 st.
Ga nu verder in tricotst en boordsteek en minder TEGELIJKERTIJD aan iedere kant als volgt: Brei de laatste 2 st voor de 26 boordsteek st op de bovenkant voet recht samen achter in de st en brei de 2 eerste st na de 26 boordsteek st op de bovenkant voet recht samen. Minder om de nld in totaal 5 keer = 52-57-64 st. Ga verder in tricotst en 26 st boordsteek voor de bovenkant voet tot het werk 18-19-21 cm meet vanaf de markeerdraad op de hiel (= 4-5-6 cm nog te breien). Plaats een markeerdraad aan iedere kant met 26-28-32 st voor de bovenkant voet en 26-29-32 st voor de onderkant voet. Ga verder in tricotst over alle st. Minder TEGELIJKERTIJD voor de tenen aan iedere kant van beide markeerders als volgt: Voor 1 st recht en de markeerdraad: 2 st recht samen. Na de markeerdraad en 1 st recht: 2 st recht samen achter in de st. Herhaal dit minderen om de nld in totaal 6-7-9 keer en dan elke 4e nld 4 keer = 12-13-12 st over op de nld. Knip de draad af, haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.



Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 17.08.2009
Nieuwe diagramtekst

Telpatroon

symbols = Vierkant nr. op de nld
symbols = Breirichting
symbols = St op de naald
symbols = Brei alle st 2 aan 2 recht samen
symbols = Naaldnummer
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 114-19

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (47)

country flag Mette Ribberholt wrote:

Jeg vil gerne strikke en bluse/sweater i entrelac/neverkont og har ledt i jeres opskrifter. Det ser desværre ud til, at I ikke har en sådan opskrift. Er det ikke noget I kunne have lyst til at designe? Gerne i topdown og dermed uden sammensyninger. Jeg tror, at der på Ravelry findes en engelsk opskrift fra 2010, men det har jeg ikke umiddelbart mod på. På forhånd tak.

30.01.2022 - 13:31

DROPS Design answered:

Hej Mette, det skriver vi på ønskelisten. Har du klikket på Søgeordet "entrelac" som du finder øverst i opskriften? God fornøjelse!

03.02.2022 - 14:38

country flag Yamel wrote:

Me pueden ayudar quiero patrón para hacer un suéter con esta puntada talla 34 y si me pueden decir que grosor de estambre usar

18.08.2021 - 17:32

DROPS Design answered:

Hola Yamel, no hacemos patrones personalizados. Puedes usar como inspiración el patrón 165-12, por ejemplo; o poner en el buscador "dominó" para que te salgan diseños similares a este.

20.08.2021 - 21:09

country flag Alexandra Schmick wrote:

Hallo, kann ich nur eine Knäuel sockenwolle nehmen

12.08.2021 - 20:44

DROPS Design answered:

Liebe Frau Schmick, für diese Socken brauchen in allen Größen 3 Knäuel DROPS Fabel. Viel Spaß beim stricken!

13.08.2021 - 07:27

country flag Madeleine wrote:

Hej om man vill använda sig av samma garn hur gör man då? Eller måste man byta garn?

06.04.2021 - 15:14

country flag Jennifer wrote:

Ab der vierten Runde (dritte ganze Vierecke) muss ich wieder neue Arbeitsfaden ansetzen. Zumindest wenn alle Reihen von rechts aufgenommen werden, wie es in der Anleitung steht. Mach ich etwas falsch oder ist es richtig, dass nach zwei Quadrat-Runden wieder neue Knäule genommen werden müssen?

13.02.2021 - 17:46

DROPS Design answered:

Liebe Jennifer, normaleweise können Sie die 1. Quadrate mit dem Faden/Knäuel von den letzten Quadrat stricken und so weiter stricken, so brauchen Sie nicht wieder neue Knäule zu nehmen. Viel Spaß beim stricken!

15.02.2021 - 08:22

country flag Doris Pascal wrote:

Bonjour, avez vous un tuto pour l'explication du dernier demi-carrée ? Merci pour ce magnifique patron

20.08.2018 - 14:48

DROPS Design answered:

Bonsoir Mme Pascal, verrez le video suivant: https://www.garnstudio.com/video.php?id=110&lang=fr. Bon travail!

20.08.2018 - 21:42

country flag Doris Pascal wrote:

J\\\'ai eu tellementt de plaisir à tricoter ce modèle (j\\\'en ai fait plusieurs paires) , par contre le seul que j\\\'ai un peu plus de difficultés pense c\\\'est le dernier demi-carrée. Avez vous un tuto pour l\\\'expliquer? Merci pour ce magnifique patron\\r\\nDoris

20.08.2018 - 14:45

country flag Jette Hoegh wrote:

Hej første omgang med de halve ruder har jeg lavet og så er mit spørgsmål om man kun skal lave en rude på næste omgang og derefter skifte til en ny farve og begynde på omgang 3

03.07.2017 - 11:03

DROPS Design answered:

Hej Jette, her ser du hvordan vi gør:

How to knit entrelac on straight needles from Garnstudio Drops design on Vimeo.

05.07.2017 - 09:12

country flag Angéline Potvin wrote:

J'ai besoin d'aide pour le modèle DROPS 114-19. Dans les explications, au paragraphe "Pied avec point entrelacs" il est indiqué de tricoter 3 carrés entier du dessus du pîed (carrés 4, 5 et 6) comme avant. Comme avant quoi? Je voudrais avoir une référence (exemple Rang 3 carrés entiers) ou autre exemple que je peux retrouver sur les explications. Merci

12.03.2015 - 21:38

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Potvin, pour le pied avec entrelacs, suivez le schéma D2 en bas de page, vous y trouverez les indications des carrés à tricoter par rang. Bon tricot!

13.03.2015 - 09:39

country flag Angéline Potvin wrote:

Quels sont les numéros des couleurs pour tricoter le modèle D-1 (océane). Merci

26.02.2015 - 20:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Potvin, les 2 modèles se tricotent de la même façon (les diagrammes se rapportent à des étapes différentes des chaussettes) - sur la photo, celle de gauche est réalisée en coloris 901 et celle de droite en coloris 910. Bon tricot!

27.02.2015 - 09:22