DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 112-2
DROPS design: Model nr. EE-228
--------------------------------------------------------
Maten:
Lengte middenachter: ongeveer 85 cm
Breedte aan de bovenkant: ongeveer 170 cm
Materiaal: DROPS SNOW
750 gr kleur nr. 01, naturel

DROPS RONDBREINLD 8 mm (80 cm) – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 11 st x 15 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 8 mm – voor de rand

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON: Zie teltekeningen M.1, M.2 en M.3.
De telpatronen geven de goede kant van het werk weer.
Fig-1 Geeft weer hoe het begin van de omslagdoek gebreid moet worden.

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN: Maak alle meerderingen aan de goede kant. Meerder 4 st om de nld tot de totale maat in cm is bereikt als volgt:
Meerder 1 st aan het begin van de nld als volgt: 3 ribbelst, 1 dubbele omsl. Brei in de teruggaande nld 1 omsl av en laat de andere omslag afglijden van de nld.
Meerder 2 st in het midden van het werk als volgt: 1 dubbele omsl, 1 tricotst (= st met markeerdraad), 1 dubbele omsl. Brei in de teruggaande nld aan iedere kant van de middelste st met de markeerdraad 1 omsl av en laat de andere omslag afglijden van de nld.
Meerder 1 st aan de einde van nld als volgt: 1 dubbele omsl, 3 ribbelst. Brei in de teruggaande nld 1 omsl av en laat de andere omslag afglijden van de nld.
--------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer op de rondbreinld gebreid zodat alle st op de nld passen.
Het werk wordt van boven naar beneden gebreid vanaf de hals. LET OP: Zorg ervoor dat u aan een nieuwe bol begint aan het begin van de nld en niet midden in het werk.
Zet 7 st op met rondbreinld 8 mm en Snow. Plaats een markeerdraad in de 4e st (markeer dus de middelste st). Brei de eerste nld als volgt (= goede kant): 3 ribbelst, 1 dubbele omsl, 1 st r, 1 dubbele omsl, 3 ribbelst = 9 st. Ga verder in tricotst met 3 ribbelst aan iedere kant en meerder TEGELIJKERTIJD 4 st om de nld (= iedere nld aan de goede kant) – ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN! Ga zo verder tot er 17 st op de nld staan. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga nu verder als volgt aan de goede kant: 3 ribbelst, 1 dubbele omsl, M.1 A (= 3 st), M.1C (= 2 st), 1 dubbele omsl, 1 st r (= middelste st), 1 dubbele omsl, M.1 A, M.1C en eindig met 1 dubbele omsl en 3 ribbelst. Ga verder met meerderen aan de zijkanten en middenachter - zie Fig 1.
Ga na 1 vertikale herhaling van M.1 (= 37 st) verder als volgt: 3 ribbelst, 1 dubbele omsl, M.1 A (= 2 st), M.1 B over de volgende 10 st, M.1 C (= 3 st), 1 dubbele omsl, 1 st r (= middelste st), 1 dubbele omsl, M.1 A, M.1 B over de volgende 10 st, M.1 C, 1 dubbele omsl, 3 ribbelst. Ga zo verder in patroon, maar brei voor iedere vertikale herhaling van M.1 een extra herhaling van M.1 B aan iedere kant van de middelste st. Ga bij een hoogte van 70 cm (pas zo aan dat u een volle herhaling van M.1 gebreid heeft), verder in tricotst over alle st tot het werk 75 cm meet (ga verder met meerderen aan de zijkanten en middenachter), brei dan M.2 over alle st – verwerk de gemeerderde st gaandeweg in het patroon. Kant losjes af.

GEHAAKTE RAND:
Haak een rand langs de afgekante nld (haak langs een korte kant richting de punt en verder langs de andere korte kant) als volgt met haaknld 8 mm: M.3 A, herhaal dan M.3 B en eindig met M.3 C. Zorg ervoor een volle herhaling van M.3 B te haken aan beide zijkanten van de punt. Knip de draad af en zet vast.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = 2 st r samenbreien
symbols = 1 st r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 st r afh, 2 st r samenbreien, afgeh st overh
symbols = 1 dubbele omsl tussen 2 st, brei in de teruggaande naald 1 omsl av en laat de andere omsl van de nld glijden.
symbols = recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 l
symbols = 1 stk
symbols = 1 v

symbols = 1 picot (= 3 l, 1 v in de eerste l)
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 112-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (100)

country flag Diana wrote:

As well I want to add that my garter stitch boarder come out on the both sides of the shawl while in the image it’s at the top (the longest side) and M2 diagram was knitted in the image as a boarders. How this could happen?

05.03.2020 - 18:23

DROPS Design answered:

Dear Diana, this shawl is worked top down, ie the 3 sts in garter stitch on each side will be on the top of the shawl when finished, and M.2 will be worked over all increased stitches along both sides of shawl, just before the crocheted edge. Happy knitting!

06.03.2020 - 09:29

country flag Diana wrote:

I’ve knitted this shawl and it came out totally different than in picture. My leaves are facing up while in the image it’s facing down. Also the rows in the diagrams show WS and RS, but instruction for diagrams says it’s from the RS! M2 diagram shows 2ktog, double yo and K1, while in the image the ending is 2ktog, double yo. How is this possible. The shawl is really nice but the instructions are written very poorly and confusing.

05.03.2020 - 17:58

DROPS Design answered:

Dear Diana, remember your DROPS store will always provide you any individual assistance (even per mail or telephone) when you have worries with a pattern. And you can also ask your question there. Happy knitting!

06.03.2020 - 09:32

country flag Diana wrote:

Hello, I’ve got totally lost in the pattern. I have followed your description of 3 garter stitches, 1 double YO, M1 A, M1C, 1 double YO, K1, 1 double YO, M1C, M1A, 1 double YO, 3 garter stitches. Then the pattern says to continue in Fig 1, so it should be as follows 3 garter stitches, 1 double YO, K2 tog, 1 double YO, K1, 1 double YO, K2 tog, 1 double YO, K1, and so on. Can you please let me know if I have understood the pattern correctly.

26.02.2020 - 17:21

DROPS Design answered:

Dear Diana, Fig. 1 shows how to work the beginning of the shawl, this means you work as explained in the written pattern with M.1A, M.1C and double yos to increase and the 3 sts in garter st on each side. On 3rd row you will work as shown in fig: 3 sts in garterst, double yo, row 3 in M.1A, M1C, Double YO, K1, 3rd row in M.1A and M.1C, double YO, 3 sts in garter st. And so on. Happy knitting!

27.02.2020 - 08:56

country flag Ghislaine Ethier wrote:

Bonjours c'est encore moi les explication que vous me donner ne fonctionne vraiment pas je suis très déçu car j'aime beaucoup ce modèle mais je bloque après la figure 1 quand je regarde le schéma m1 m1 b et m1c au troisième rang il y a 4 mailles ensuite au rang 5 il y a 5 mailles au rang 7 il y a 6 mailles et au rang 9 il y a 7 mailles !!!! Dommage je l'aimais beaucoup mais j'abandonne il est très très mal expliqué !!!!

10.05.2019 - 14:26

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ethier, après fig. 1, vous avez tricoté de chaque côté de la m centrale: M.1A, 2 x M.1B en largeur, M.1C - au rang suivant, tricotez: M.1A, 3xM.1B en largeur, M.1C (de chaque côté de la m centrale, avec 3 m point mousse de chaque côté). On augm. comme avant 1 m à 3 m des bords + 1 m de chaque côté de la m centrale. Les modèles DROPS sont réalisés par des milliers de personnes du monde entier. Nous comprenons toutefois qu’en fonction du pays, les explications puissent être formulées différemment. Pour toute assistance individuelle complémentaire, n'hésitez pas à contacter votre magasin. Bon tricot!

10.05.2019 - 15:51

country flag Ghislaine Ethier wrote:

Bonjour merci pour la réponse mais ce que vous me dites ça fonctionne pour la moitié du Chale après la maille centrale ca marche pas le nombre de mailles que vous dites n'arrive pas et aussi mon autre question est çe que le schéma m1A a toujours 3 mailles le m1C 2 mailles je le comprends vraiment pas SVP me mettre plus de détails merci !!!

09.05.2019 - 12:09

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ethier, une erreur de calcul de ma part dans la 2ème moité (sur l'endroit), on répéète M.1B jusqu'à ce qu'il reste 5 m, puis on tricote M.1C (= 2 m), 1 double jeté et 3 m point mousse. Le nombre de mailles indiqué ici et précédemment se rapporte au 1er rang. Tous les rangs, on augmente d'1 m en plus dans chaque M.1A et M.1C (cf diagrammes) = le double jeté avant M.1A/Après M.1C à 3 m point mousse des bords et de chaque côté de la m centrale. Bon tricot!

09.05.2019 - 14:13

country flag Ghislaine Ethier wrote:

Bonjour je trouve çe Chale super beau mais je comprend pas le schéma pour le diagramme fig 1 pas de problème mais après je ne sais plus quoi faire j'aurais besoin de votre aide pour le continuer le diagramme m1 je le comprend vraiment pas !!! Merci

09.05.2019 - 01:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ethier, quand vous avez fini la fig. 1 vous continuez comme avant: 3 m point mousse, 1 double jeté, M1A (= 3 m), répétez M1B jusqu'à ce qu'il reste 2 m avant la maille centrale, M1C (= 2m), 1 double jeté, 1 m jersey end (= m centrale), 1 double jeté, M1A, répétez M1B jusqu'àu ce qu'il reste 6 m, M1C (= 2 m), 1 double jeté, 3 m point mousse. À chaque fois que vous tricotez 1 fois les diagrammes M.1A à M.1C en hauteur, vous avez suffisamment de mailles pour tricoter 1 motif de plus de M.1B entre M.1A et M.1C de chaque côté de la m centrale. Bon tricot!

09.05.2019 - 10:47

country flag Hélène wrote:

Bonjour, au moment où je dois tricoter un motif de M1B en plus de chaque côté de la maille centrale, je me retrouve avec 2 doubles jetés à la suite (celui qui vient après la maille centrale et celui du début de M1B). Au rang suivant, les tricote-t-on de la même façon que les autres ?

24.01.2019 - 16:33

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, tricotez les augmentations au milieu comme la Fig. 1 le montre: vous terminez la 1ère moitié du châle par 1 jeté, puis vous tricotez la maille centrale, et commencez la 2ème moitié du châle par 1 jeté, 1 m end. Vous ne devez pas avoir 2 jetés à suivre au milieu du châle. Bon tricot!

25.01.2019 - 08:34

country flag Hélène wrote:

Bonjour, est-ce que les jetés entre 2 mailles qui se trouvent à la fin de M1A et au début de M1C font partie de ces diagrammes ou de M1B ?

11.01.2019 - 12:27

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, le jeté au début de M.1B appartient à M.1B et compense la diminutions, le jeté au début de M.1C appartient à M.1C et vient compenser la diminution également. Regardez dans Fig.1 comme se tricote M.1 et le début du châle pour mieux comprendre les motifs. Bon tricot!

11.01.2019 - 12:34

country flag Monica wrote:

Buongiorno, non capisco cosa vuol dire "incorporare gli aumenti" quando sto lavorando M2. Non li devo fare? Dalla figura non si capisce molto ... Grazie per una risposta - Monica

24.11.2018 - 16:37

DROPS Design answered:

Buongiorno Monica. Continua ad aumentare anche quando lavora M2. Lavora poi le nuove maglie come indicato nella riga del diagramma M2 che sta lavorando. Buon lavoro!

24.11.2018 - 16:49

country flag Marechal wrote:

Je comprend pas tres bien dois je suivre la fig1 ou les diagramme fait les augmentations jusqu a 17 m au total puis il faut passer au M1A et M1C et la je bloque cela ne corresponds pas a la fig 1 je pense que M1A correspond donc au rang 3 de la fig 1 est ce bien cela ? svp au secours aider moi rapidement car c 'est pour un mariage et rapidement merci merci cordialement annick en francais svp

12.02.2017 - 21:36

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Marechal, quand vous avez les 17 m, tricotez ainsi: 3 m point mousse, 1 double jeté, M1A (= 3 m), M1C (= 2 m), 1 double jeté, 1 m jersey end (= m centrale), 1 double jeté, M1A, M1C et terminer par 1 double jeté, 3 m point mousse, c'est-à-dire comme indiqué dans fig. 1 où les jetés sont représentés après les 3 m point mousse, de chaque côté de la m centrale et avant les 3 m point mousse. Bon tricot!

13.02.2017 - 12:02