DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
DROPS SS24
DROPS 107-10
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materialen: DROPS Cotton Viscose
Kleur nr. 26, kastanjebruin:
450-500-550-600-700-750 gr
En gebruik: DROPS Safran
Kleur nr. 22, lichtbruin:
350-400-450-450-500-550 gr

DROPS Breinaald en rondbreinaald 5 mm (80 cm) – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 17 st x 22 nld ajourmotief met 1 draad van beide kwaliteiten = 10 x 10 cm.

DROPS Parelmoerknoop m/gaatjes, nr. 540: 2 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g

Instructies voor het patroon

Tip Meten: Door het gewicht van het breiwerk moeten alle metingen worden verricht terwijl u het werk ophoudt, anders wordt het vest te lang in het dragen.

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Motief: Zie teltekening M.1. De teltekening geeft het motief weer op de goede kant.

Tip Minderen-1 (geldt bij de hals):
Alle minderingen komen op de goede kant van het werk.
Minder voor/na de voorbies + 2-2-2-3-3-3 av, 2 r en 1-1-1-2-2-2 vr als volgt:
3 st av samen breien.
Tip Minderen-2 (geldt bij de armsgaten):
Alle minderingen komen op de goede kant van het werk.
Minder voor/na 1-1-1-2-2-2 st als volgt: 3 st av samen breien.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 knoopsgat = kant de derde en vierde voorbiesst af. Zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S: 26 en 34 cm
Maat M: 28 en 36 cm
Maat L: 29 en 37 cm
Maat XL: 31 en 39 cm
Maat XXL: 32 en 40 cm
Maat XXXL: 34 en 42 cm

Achter- en voorpanden: Dit vest wordt heen en weer gebreid van middenvoor naar middenvoor op de rondbreinld. U zou ook rechte naalden kunnen gebruiken.
Zet 206-222-238-256-272-288 st losjes op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met rondbreinld 5 mm en 1 draad van beide kwaliteiten. Plaats 1 merkdraad 57-61-65-70-74-78 st vanaf het middenvoor aan beide kanten (achterpand = 92-100-108-116-124-132 st.) Brei 8 nld ribbelst – lees de instructie hierboven. Brei door als volgt – op de goede kant: 8 ribbelst (= voorbies), * 4-4-4-5-5-5 av, 2 r, 4-4-4-5-5-5 av, teltekening M.1 over de volgende 12-14-16-16-18-20 st *, herhaal *-* totaal 3 keer. * 4-4-4-5-5-5 av, 2 r, 4-4-4-5-5-5 av, teltekening M.1 over de volgende 14-16-18-18-20-22 st *, herhaal *-* totaal 2 keer. * 4-4-4-5-5-5 av, 2 r, 4-4-4-5-5-5 av, teltekening M.1 over de volgende 12-14-16-16-18-20 st *, herhaal *-* totaal 3 keer. Eindig met 4-4-4-5-5-5 av, 2 r, 4-4-4-5-5-5 av en 8 ribbelst (= voorbies). Brei zo door. Let op de steekverhouding! Kant ook af voor de knoopsgaten – lees de instructie hierboven. Minder tegelijkertijd bij een hoogte van 15 cm 1 st in elke herhaling van av-st (= dwz minder 18 st in deze nld) – Lees Tip Meten! Herhaal de mindering op dezelfde manier bij een hoogte van 35 cm = 170-186-202-220-236-252 st. Meerder vanaf een hoogte van 36-38-39-41-42-44 cm 18-18-20-20-22-22 x 1 st aan weerskanten voor de kraag naast de 1e voorbiesst op elke 1½ cm – brei de nieuwe st in ribbelst. Minder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 41-43-44-46-47-49 cm aan weerskanten voor de hals langs de voorbies + 2-2-2-3-3-3 av, 2 r en 1-1-1-2-2-2 av als volgt – lees Tip Minderen-1: Minder 7-7-7-8-8-8 x 2 st op elke 3 cm. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 47-48-49-50-51-52 cm 1 st af aan weerskanten van beide merkdraden (= 2 st aan weerskanten). De delen worden afzonderlijk verder gebreid.

Achterpand: (= 74-82-90-98-106-114 st). Minder daarbij aan weerskanten voor de armsgaten naast de 1e-1e-1e-2e-2e-2e st in elke 2e nld: 2-4-5-6-8-9 x 2 st – lees Tip Minderen-2 = 66-66-70-74-74-78 st. Brei door tot een hoogte van 64-66-68-70-72-74 cm. Kant nu de middelste 24-24-24-26-26-26 st af voor de hals. Kant in de volgende nld nog 1 st af aan beide halskanten = 20-20-22-23-23-25 st over op elke schouder. Kant bij een totale hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm de st losjes af.

Linker voorpand: Minder aan de zijkant voor het armsgat zoals voor het achterpand. Minder en meerder tegelijkertijd steeds voor de hals en de kraag langs het middenvoor zoals eerder beschreven. Als alle meerderingen en minderingen voltooid zijn, staan er 46-46-50-51-53-55 st op de breinld. Brei door tot een hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm. Kant nu de eerste 20-20-22-23-23-25 st van de zijkant af voor de schouder = 26-26-28-28-30-30 voorbiesst. Brei dan verkorte nld over deze st, vanaf het middenvoor als volgt:
* Brei 1 nld over alle st, keer, en brei terug. Brei de eerste 13-13-14-14-15-15 st vanaf het middenvoor, keer, en brei terug *. Herhaal steeds *-* tot de bies een hoogte van 7½-7½-7½-8-8-8 cm heeft (gemeten op de kortste deel). Kant de st losjes af.

Rechter voorpand: Brei door zoals het linker voorpand, maar dan in spiegelbeeld.

Mouwen: Zet 46-48-50-52-54-56 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 5 mm en 1 draad van beide kwaliteiten. Brei 8 nld ribbelst. Brei door als volgt – op de goede kant: 1 kantst,* 4 av, 2 r * , herhaal *-* 2 keer, 4 av, teltekening M.1 over de volgende 12-14-16-18-20-22 st, * 4 av, 2 r *, herhaal *-* 2 keer. Eindig met 4 av en 1 kantst. Meerder vanaf een hoogte van 8-8-8-8-8-10 cm 7-8-9-10-11-12 x 1 st aan weerskanten van de mouw op elke 6-5½-4½-4-3½-2½ cm = 60-64-68-72-76-80 st. Brei de nieuwe st av op de goede kant en r op de verkeerde kant. Kant bij een hoogte van 49-49-48-47-45-44 cm 3 st af aan weerskanten - NB! De grote maten hebben kortere mouwen omdat de mouwkop langer is en de schouders breder zijn! Kant dan af aan weerskanten voor de mouwkop in elke 2e nld: 3 x 2 st en 0-1-2-3-5-6 x 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 55-56-56-56-56-56 cm, en kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af. De mouw heeft een totale lengte van ca 56-57-57-57-57-57 cm.

Afwerken: Sluit de schoudernaden. Naai de mouwen in het vest. Sluit de mouwnaden met 1 kantst als naadtoeslag. Sluit de naad van de bies op het middenachter en naai de bies vast langs de hals. Naai de knopen aan.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst)
symbols = 2 st r samen breien, 1 omslag
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 107-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (27)

country flag Dsev wrote:

Bonjour DROPS Design, je suis toujours impressionnée par tout ce que vous faites pour rendre le tricotage agréable et facile en mettant à notre disposition des explications claires, des séquences de vidéo, etc. Je présente mes félicitations à toute l'équipe de Drops Design. Demeurez toujours inspirés. Merci.

05.02.2021 - 13:03

country flag Monika wrote:

Lieben Dank für die Antwort, habe es inzwischen auch herausgefunden was gemeint ist durch eine andere Anleitung. Ich hätte da noch mal eine Frage. Ist es möglich das ihr mehr Anleitungen macht die man ganz normal stricken kann, also von unten nach oben. Von oben nach unten stricken klappt nie bei mir. Bei euren Anleitungen sind auch sehr oft die Ärmel zu eng. Bei Größe XXL und XXXL reichen 21 cm überhaupt nicht, da sind 24 cm angebracht sonst sind sie zu eng.

18.07.2017 - 20:40

DROPS Design answered:

Liebe Monika, wenn Sie Hilfe mit einer Anleitung brauchen (auch von oben nach unten), schreiben Sie gerne Ihre Frage hier, so können wir Ihnen weiter helfen. Am Ende jedes Modell finden Sie eine Maßskizze mit allen Maßen in jeder Größe, so können Sie auch nach Ihren eigenen Geschmack anpassen. Viel Spaß beim stricken!

19.07.2017 - 09:03

country flag Monika wrote:

Meine Frage kann gelöscht werden, ich weiß jetzt wie das gemeint ist.

16.07.2017 - 19:01

country flag Monika wrote:

Hallo, in der Anleitung steht das man "in jeder li.-Partie 1 M. abn. " soll. Was bedeutet das? Soll man da nur in der Rückreihe abnehmen oder wie ist das gemeint? Das ist das einzige was ich nicht verstehe an der Anleitung.

14.07.2017 - 18:42

DROPS Design answered:

Liebe Monika, Sie nehmen bei einer Hinreihe ab, und in jede Stelle wo Sie linke Maschen stricken, werden Sie 2 M li zs stricken (von der Vorderseite gesehen), dh 18 M werden insgesamt abgenommen. Viel Spaß beim stricken!

17.07.2017 - 08:02

country flag Charmain wrote:

That didnt really help at all, Ive already started to knit the sweater so I know what size im making, what I wanted to know was where to take the measurements while im knitting. While hanging do I measure the front band or from the middle back so I know when to do my button holes and decreases. The diagram doesnt account for the different sizing of the stitches. The garter stitch is shorter than the lace pattern and stockinette stitch.

15.09.2015 - 17:52

DROPS Design answered:

Dear Charmain, sorry for misunderstanding. Measurements have to be done along mid back so that jacket will not be longer when worn. Happy knitting!

16.09.2015 - 10:01

country flag Charmain wrote:

Where do you take your measurements, from the front band or the middle back?

15.09.2015 - 04:24

DROPS Design answered:

Dear Charmain, please click here to read more about measurements chart. Happy knitting!

15.09.2015 - 09:59

country flag Charmain wrote:

I was wondering if you repeat the pattern p4,k2,p4 on the WS as well as the RS. The pic looks like you do stockinette stitch instead (k4,p2,k4) on the WS. Love the look of the sweater so far (about 3.5in).

26.08.2015 - 20:26

DROPS Design answered:

Dear Mrs Charmain, when you work P4, K2, P4 from RS you work K4, P2, K4 from RS, ie work K over K and P over P. Happy knitting!

27.08.2015 - 09:31

country flag Sara wrote:

Skjønte ikke helt dette med halsfellingen. Når jeg strikker fra høyre, skal jeg strikke stolpemaskene, 2vr, 2r, 1vr og deretter felle? Da blir det maskene fra hullmønsteret som forsvinner. På bildet ser det ut som at det er partiet ved siden av stolpen som blir smalere.

21.05.2013 - 13:20

DROPS Design answered:

Det er rigtigt hvad du siger. Partiet med hullmönstret bliver smallere. Du feller ikke i stolpen/kragen men i M.1 delen efter vrpartiet (2 vr + 1 r + 2 vr)og stolpen.

23.05.2013 - 15:09

country flag Sara wrote:

Skjønte ikke helt dette med halsfellingen. Skal jeg strikke stolpemaskene, 2vr, 2r, 1vr og deretter felle? Da blir det maskene fra hullmønsteret som forsvinner. På bildet ser det ut som at det er partiet ved siden av stolpen som blir smalere.

21.05.2013 - 13:07

country flag Elise wrote:

Den er fin!!!

06.02.2008 - 16:02