DROPS Silke Alpaca
DROPS Silke Alpaca
20% zijde, 80% babyalpaca
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale

Blue Azure

DROPS Vest met A-lijn, kabels en braambessenmotief van ”Silke-Alpaca”. Maat S t/m XXXL.

DROPS 106-28
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materialen: DROPS Silke-Alpaca
Kleur nr. 7403, grijs/groen:
750-800-900-1000-1100-1200 gr.

DROPS Breinaald 4,5 mm – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 17 st x 22 nld tricotst = 10 x 10 cm.
NB! Niet te losjes breien!

DROPS Metalenknoop, nr. 542: 5-5-5-6-6-6 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Silke Alpaca
DROPS Silke Alpaca
20% zijde, 80% babyalpaca
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Motief: Zie de teltekeningen M.1 t/m M.4. De teltekeningen geven het motief weer op de goede kant.
NB! 1e nld van M.1 = verkeerde kant.

Tip Minderen (voorpanden):
Minder naast 22 st. Alle minderingen komen op de goede kant van het werk.
Minder na 22 st als volgt: 2 st verdraait av samen breien (dwz u breit achter in de st in plaats van voorin).
Minder voor 22 st als volgt: 2 st av samen breien.
NB! Vanwege de minderingen, zal het aantal st niet altijd passen bij teltekening M.1. Brei deze st av op de goede kant en r op de verkeerde kant.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 knoopsgat = kant de vierde voorbiesst af. Zet in de volgende nld 1 st op boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S: 10, 18, 26, 34 en 42 cm.
Maat M: 10, 19, 28, 37 en 45 cm.
Maat L: 10, 19, 28, 37, en 46 cm.
Maat XL: 10, 18, 26, 34, 42 en 49 cm.
Maat XXL: 10, 19, 28, 37, 45 en 52 cm.
Maat XXXL: 10, 19, 28, 37, 46 en 55 cm.

Achterpand: Het werk wordt heen en weer gebreid.
Zet 97-104-110-119-130-139 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 4,5 mm en Silke-Alpaca. Brei 4 nld ribbelst. Brei door in averechte tricotst (dwz, av op de goede kant en r op de verkeerde kant). Let op de steekverhouding! Kant vanaf een hoogte van 6 cm 10 x 1 st af aan weerskanten op elke 3½-3½-3½-3½-4-4 cm = 77-84-90-99-110-119 st. Brei door tot een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm, de volgende nld moet op de goede kant komen, en brei 5 nld ribbelst. Pas tegelijkertijd in de 1e nld het aantal st aan naar totaal 78-86-90-98-110-118 st.
Brei door als volgt – op de verkeerde kant: 1 kantst, M.1 over de volgende 76-84-88-96-108-116 st, eindig met 1 kantst. Brei zo door. Kant bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm af aan weerskanten voor de armsgaten in elke 2e nld: 1-2-2-3-4-5 x 4 st (1 motiefherhaling) (Kant de eerste keer ook de kantst af) = 68-68-72-72-76-76 st op de breinld. Brei bij een hoogte van 68-71-74-77-80-83 cm ribbelst over de middelste 36-36-40-40-44-44 st, brei de resterende st zoals eerst. Kant bij een hoogte van 70-73-76-79-82-85 cm de middelste 20-20-24-24-28-28 st af voor de hals = 24-24-24-24-24-24 st over op elke schouder. Brei door met 8 ribbelst aan beide halskanten. Kant bij een totale hoogte van 72-75-78-81-84-87 cm de st af.

Rechter voorpand: Zet 61-64-67-72-77-82 st op (incl. 1 kantst aan de zijkant en 8 voorbiesst aan het middenvoor) met breinld 4,5 mm en Silke-Alpaca. Vergeet niet de knoopsgaten – lees de instructie hierboven. Brei 4 nld ribbelst. Brei door als volgt – op de goede kant: 8 ribbelst, 4 av, M.4 (= 6 st), 8-10-11-14-16-19 av, M.2 (= 16 st), 18-19-21-23-26-28 av en 1 kantst.

Lees a.u.b. het volgende stukje zorgvuldig door voordat u verder gaat breien!
Brei, als M.2 1 keer in de hoogte is gebreid, door volgens M.3 boven de st van M.2. Herhaal steeds M.3 tot een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm. NB! Is er geen voldoende ruimte voor nog een complete herhaling van M.3 in de hoogte, herhaal dan steeds de bovenste 6 nld van de teltekening. Kant tegelijkertijd af aan de zijkant vanaf een hoogte van 6 cm zoals voor het achterpand = 51-54-57-62-67-72 st. Brei door tot een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm, de volgende nld moet op de goede kant komen, en brei 5 nld ribbelst, maar brei steeds de 22 voorbiesst aan het middenvoor zoals eerst. Pas tegelijkertijd in de 1e nld het aantal st aan naar totaal 51-55-59-63-67-71 (niet tussen de 22 voorbiesst aanpassen!). Brei door als volgt – op de verkeerde kant: 1 kantst, M.1 over de volgende 28-32-36-40-44-48 st, 4 r, M.4, 4 r, 8 ribbelst. Minder vanaf een hoogte van 43-46-47-50-53-56 cm 22-22-26-26-26-26 x 1 st voor de hals langs het middenvoor op elke 1 cm - lees Tip Minderen. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm af voor het armsgat aan de zijkant zoals voor het achterpand = 24-24-24-24-24-24 st over op de schouder. Kant bij een totale hoogte van 72-75-78-81-84-87 cm de st af.

Linker voorpand: Brei zoals voor het rechter voorpand, maar dan in spiegelbeeld. Dwz, de 1e nld met motief wordt op de goede kant gebreid als volgt: 1 kantst, 18-19-21-23-26-28 av, M.2 (= 16 st), 8-10-11-14-16-19 av, M.4 (= 6 st), 4 av en 8 ribbelst. Kant hier niet af voor de knoopsgaten.

Mouwen: Zet 62-66-70-74-78-82 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 4,5 mm en Silke-Alpaca. Brei 5 nld ribbelst. Brei door volgens teltekening M.1 met 1 kantst aan weerskanten (1e nld = verkeerde kant). Kant bij een hoogte van 21-21-20-19-18-17 cm af aan weerskanten voor de mouwkop in elke 2e nld. (NB! De grote maten hebben kortere mouwen omdat de mouwkop langer is, en de schouders breder zijn). Vanwege de minderingen, zal het aantal st niet altijd passen bij teltekening M.1. Brei deze st av op de goede kant en r op de verkeerde kant. Kant af als volgt: 1 x 3 st, 3-3-3-4-4-4 x 2 st en 0-1-2-2-3-5 x 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 27-28-28-29-29-30 cm, en kant dan nog 1 x 3 st af. Kant de resterende st af. De mouw heeft een totale lengte van ca 28-29-29-30-30-31 cm.

Afwerken: Sluit de schoudernaden.
Naai de mouwen in het vest. Sluit de mouw- en zijnaden in één keer met 1 kantst als naadtoeslag. Naai de knopen aan.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst)
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
symbols = 1 st op de hulpnld achter het werk leggen, 3 r, 1 r van de hulpnld
symbols = 3 st op de hulpnld voor het werk leggen, 1 r, 3 r van de hulpnld
symbols = 1 st op de hulpnld achter het werk leggen, 3 r, 1 av van de hulpnld
symbols = 3 st op de hulpnld voor het werk leggen, 1 av, 3 r van de hulpnld
symbols = 2 st op de hulpnld achter het werk leggen, 2 r, 2 r van de hulpnld
symbols = 3 st op de hulpnld achter het werk leggen, 3 r, 3 r van de hulpnld
symbols = brei 3 st in 1 st als volgt: 1 r, 1 av en 1 r
symbols = 3 st av samen breien, trek stevig aan de draad
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 106-28

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (50)

country flag Laurence wrote:

Désolée je ne comprends toujours pas. Si je rabats 1x3 puis 3x2 puis 5x1m, si je rabats 2m ensuite tous les deux rangs la forme va être étrange ?

14.11.2023 - 12:56

DROPS Design answered:

Bonjour Laurence, en taille S, vous devez rabattre ainsi: 3 mailles au début des 2 rangs suivants (3 m de chaque côté), puis 2 mailles au début des 6 rangs suivants (3 x 2 m de chaque côté), puis (de nouveau) 2 m au début de chaque rang de chaque côté jusqu'à ce que la manche mesure 30 cm de hauteur totale (veillez bien à rabattre le même nombre de mailles sur l'endroit et sur l'envers pour que la manche soit symétrique), puis 3 mailles au début des 2 rangs suivants et enfin, rabattez les mailles restantes. Sauf si j'ai fait erreur sur la taille (en taille S on ne rabat pas 1 m de chaque côté). Bon tricot!

14.11.2023 - 15:47

country flag Laurence wrote:

Bonjour j’ai une nouvelle question concernant les manches cette fois : que signifient les 2m dans les diminutions (après 1fois 1m) ? Merci

13.11.2023 - 19:33

DROPS Design answered:

Bonjour Laurence, vous en êtes à rabattre les mailles en haut de la manche, exact? Il vous faut alors rabattre 2 mailles de chaque côté jusqu'à ce que la manche mesure 28 cm (2ème taille) - ajustez si besoin pour que vous ayez bien rabattu le même nombre de mailles de chaque côté pour que la tête de manche soit symétrique, rabattez ensuite 1 fois 3 mailles de chaque côté et rabattez les mailles restantes. Bon tricot!

14.11.2023 - 10:18

country flag Laurence wrote:

Bonjour, merci de votre réponse rapide. Cependant en taille S il faut 61 et non 51 mailles et après les diminutions comme au dos on est censés n’en avoir plus que 51… J’ai compris pour le côté milieu devant merci 🙂

09.06.2023 - 09:35

DROPS Design answered:

Bonjour Laurence, vous en êtes encore au début alors, pas à 42 cm? :) donc vous diminuez simplement sur le côté (celui qui sera cousu au dos), c'est ce nombre de mailles qui va diminuer, pas les 22 mailles de l'encolure. Diminuez tout simplement comme vous avez fait de chaque côté pour le dos, mais cette fois-ci juste d'un seul côté: vous diminuez 10 fois 1 maille tous les 3,5 cm = il reste 51 mailles. Bon tricot!

09.06.2023 - 09:41

country flag Laurence wrote:

Bonjour, je trouve ce modèle très joli mais je ne comprends par les diminutions du devant : en taille S j’ai 18m côté dos, je ne vois pas comment diminuer à 22m sans tomber dans le motif M2 D’autre part qu’appelez vous côté milieu devant ? Merci

08.06.2023 - 21:07

DROPS Design answered:

Bonjour Laurence, vous pensez aux diminutions à faire quand l'ouvrage mesure 42 cm? On n'ajuste pas le nombre de mailles en S, on avait 51 m et on conserver les 51 mailles comme avant. Le milieu devant correspond au côté qui se trouve au milieu du devant, autrement dit, le début des rangs sur l'endroit pour le devant droit (fin des rangs sur l'endroit pour le devant gauche). Bon tricot!

09.06.2023 - 09:01

country flag Annie wrote:

Bonjour ,j'aime beaucoup ce gielt mais je ne sais pas quelle laine ou coton prendre pour remplacer ? et pensez vous que je puisse prendre des aig droite? merci

01.10.2017 - 06:10

DROPS Design answered:

Bonjour Annie, vous pouvez utiliser un des cotons du groupe de fils C - retrouvez ici comment calculer la nouvelle quantité, et comment ajuster un modèle prévu pour aiguilles circulaires. Bon tricot!

02.10.2017 - 09:53

country flag Kjersti Christiansen wrote:

Ermefellingen passer ikke til bolen, den er altfor kort, så hullet i bolen er mye større enn ermefellingen.

21.03.2017 - 12:45

country flag Dominique wrote:

Tolles Modell! Frage: 1) Glatt stricken = glatt links? 2) Vorderteile: Es steht ".. nicht über den 22 Blendmaschen abnehmen". Meint, die 1. resp. letzten 22 M., richtig? Merci bien für Ihre Rückmeldung!

04.12.2016 - 07:23

DROPS Design answered:

Liebe Dominique, beim Rückenteil stricken Sie glatt li, dhmit der linken Seite nach aussen. Die 22 Blendmaschen sind die ersten (Rechtes Vorderteil) bzw letzten (Linkes Vorderteil) Maschen (von der Vorderseite), dh die 8 Maschen Krausrechts, 4 li, M.4 und die nächtste 4 li. Viel Spaß beim stricken!

05.12.2016 - 09:23

country flag Brigitte wrote:

Que veut dire rapp. Dans M1

10.03.2015 - 19:11

DROPS Design answered:

Bonjour Brigitte, rapp. = rapport, c'est-à-dire le nombre de mailles/rangs à répéter. On tricote ici M1 sur 4 mailles et on va répéter les 4 rangs (au rang 3, on décale le motif). Bon tricot!

11.03.2015 - 08:53

country flag Colleen wrote:

How many ounces of wool would this sweater take

13.04.2013 - 21:36

DROPS Design answered:

Dear Colleen, required materials is indicated at the right side of the picture, eg 750 in size S, 750 g / 50 g = 15 balls, since Silke Alpaca is discontinued, please have a look in the alternatives. Your Drops shop will help you if necessary. Happy knitting!

04.05.2013 - 08:54

country flag Corlouer wrote:

Bonjour Je suis en panne car je n'arrive pas à faire les diminutions des devants coté encolure ou je n'ai plus assez de mailles ou trop, pouvez-vous m'aider je ne peux pas finir cet ouvrage merci par avance sincèrement

24.04.2012 - 12:32

DROPS Design answered:

Bonsoir Corlouer, avez-vous bien pensé à rabattre la 1ère fois la m lis en plus des mailles indiquées pour l'emmanchure ? "inclure la m lis" = rabattre cette maille en plus, la phrase a été modifiée. Ainsi, vous aurez à la fin du devant droit les 24 m requises. Bon tricot !

24.04.2012 - 21:35