DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 37.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Extra 0-809
DROPS design: Model nr. U-650
Garengroep B
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS KARISMA van Garnstudio
Kleur nr. 37, donkerblauw/groen:
550-600-650-700-750-850 gr
Kleur nr. 01, naturel:
100-100-150-150-150-150 gr
Kleur nr. 55, lichtbruin/beige:
50-50-50-50-50-50 gr

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 en 40 cm) 3 mm - voor de boordsteek.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 37.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen M.1 tot en met M.3 – De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid.
--------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 210-228-246-270-306-330 st op met rondbreinld 3 mm en donkerblauw/groen Karisma. Brei 5 cm in boordsteek = 1 st r/1 st av. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 36-38-40-44-52-56 st gelijkmatig = 174-190-206-226-254-274 st. Plaats een markeerder aan het begin van de nld en een markeerder na 87-95-103-113-127-137 st (om de zijkanten aan te geven). Ga verder in tricotst.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Meerder bij een hoogte van 15 cm 1 st aan iedere kant van beide markeerders. Herhaal dit meerderen bij een hoogte van 30 cm = 182-198-214-234-262-282 st. Plaats bij een hoogte van 41-43-45-46-48-50 cm 2 markeerders in het werk; 1 in de middelste st op het voorpand en 1 in de middelste st op het achterpand. Brei dan telpatroon M.1 – de st gemarkeerd met een pijl in het telpatroon is de st met de markeerder middenvoor/middenachter – tel vanaf hier naar de zijkanten voor de juiste plaatsing van het patroon, het patroon dient gelijk te zijn op het voorpand en het achterpand. Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 46-47-48-49-50-51 cm, 6-10-14-20-30-36 st af voor de armsgaten aan iedere kant (dus 3-5-7-10-15-18 st aan iedere kant van beide markeerders aan de zijkanten). Eindig het voorpand en achterpand apart, heen en weer gebreid op de nld.

VOORPAND:
= 85-89-93-97-101-105 st.
Brei telpatroon M.1, brei dan telpatroon M.2 en brei tot slot M.3, ga hierna verder met lichtbruin/beige tot het werk klaar is (de st gemarkeerd met een pijl in het telpatroon is de st met de markeerder middenvoor/middenachter – tel vanaf hier naar de zijkanten voor de juiste plaatsing van het patroon). Zet bij een hoogte van 58-60-62-64-66-68 cm de middelste 15-17-17-19-19-21 st op een hulpdraad voor de hals en eindig iedere schouder apart. Kant TEGELIJKERTIJD af aan het begin van iedere nld langs de hals: 3 keer 2 st en 3 keer 1 st = 26-27-29-30-32-33 st over op de schouder. Kant af bij een hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm.

ACHTERPAND:
= 85-89-93-97-101-105 st.
Brei als het voorpand maar kant niet af voor de hals tot het werk 64-66-68-70-72-74 cm meet. Kant nu de middelste 29-31-31-33-33-35 st af voor de hals en eindig iedere schouder apart – kant TEGELIJKERTIJD 2 st af in de volgende nld langs de hals = 26-27-29-30-32-33 st over op elke schouder. Kant af bij een hoogte van ongeveer 66-68-70-72-74-76 cm – kant af in dezelfde nld in patroon als op het voorpand.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop, ga verder met de kleine rondbreinld indien nodig.
Zet 62-64-66-66-68-68 st op met breinld zonder knop 3 mm en donkerblauw/groen. Brei 5 cm in boordsteek = 1 st r/1 st av. Ga verder met breinld zonder knop 4 mm en brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 11 st gelijkmatig = 51-53-55-55-57-57 st. Plaats een markeerder aan het begin van de nld (= midden onder de mouw) en ga verder in tricotst. Meerder bij een hoogte van 6 cm 1 st aan iedere kant van de markeerder. Herhaal dit meerderen in totaal 17-18-19-21-22-24 keer voor: Maat S: Elke 9e nld, Maat M: Afwisselend elke 8e en 9e nld, Maat L: Iedere 8e nld, Maat XL: Elke 7e nld, Maat XXL: Afwisselend elke 6e en 7e nld en Maat XXXL: Afwisselend elke 5e en 6e nld = 85-89-93-97-101-105 st. Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 53 cm voor alle maten telpatroon M.1 (de st met de pijl in het telpatroon = midden boven op de mouw – tel vanaf hier naar de zijkanten voor de juiste plaatsing van het patroon). Ga na telpatroon M.1 verder met donkerblauw/groen tot het werk klaar is. Brei TEGELIJKERTIJD vanaf een hoogte van 61-60-59-58-56-54 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) het werk verder heen en weer op de nld vanaf midden onder de mouw. Zet 1 nieuwe st op aan iedere zijkant (= kant st voor de afwerking) en brei door tot de mouw 63 cm meet voor alle maten, kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen en naai de mouwen in de trui (het deel dat heen en weer is gebreid aan de bovenkant van de mouw komt in het afgekante deel van de armsgaten).

HALS:
Neem aan de goede kant ongeveer 82 tot 98 st op langs de hals (incl de st op de hulpdraad aan het voorpand) met een korte rondbreinld 3 mm en donkerblauw/groen. Brei 1 nld av, brei dan 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig tot 102-108-110-116-118-122 st. Brei dan 7 cm in boordsteek = 1 st r/1 st av, kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Vouw de boord dubbel naar de verkeerde kant en zet vast aan de binnenkant van de hals met nette, kleine st.


Telpatroon

symbols = donkerblauw/groen
symbols = naturel
symbols = lichtbruin/beige
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Nordic Midnight

Ainara, Denmark

Nordic Midnight

Sarah, Germany

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-809

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (114)

country flag Joan Mikkelsen wrote:

Hejsa Når man læser opskriften og kommer til mønsteret, så står der at man skal starte med M.1. Men ser man på billedet af trøjen er det ikke denne mønster man starter med. Der ser det ud til at det er noget af M.3. også måske ikke, da det første mønster på ærmet og trøjer ikke ser ens ud på billedet. Så spørgsmålet er hvad skal man starte med??

11.10.2023 - 21:44

DROPS Design answered:

Hej Joan, du skal faktisk starte med M.1 både på ryg & forstykke og på ærmerne så de bliver ens. M.3 bruger du først når du kommer op til skulderen :)

17.10.2023 - 13:55

country flag Olga wrote:

Ik heb de mouw af en ik snap niet helemaal hoe ik hem vast moet maken aan de mouwkop. Welke vorm hoort de mouw te hebben? Het lijkt me dat de bovenkant van de mouw langer moet zijn dan de onderkant, maar ik kant geen steken af? Waarom moet ik heen en weer breiden als ik de naden toch aan elkaar moet naaien?

20.09.2023 - 16:02

DROPS Design answered:

Dag Olga,

De mouw heeft geen ronding (mouwkop) aan de bovenkant. Je breit het laatste stukje heen en weer omdat de mouw als het waar een stukje in het pand wordt geschoven. Dus een klein stukje van de onderarmnaad wordt aan het voorpand/achterpand genaaid. Zie ook de maattekening onderaan. Hier kun je zien dat er een kleine inham bij de oksel zit.

20.09.2023 - 19:50

country flag Eva Wikman wrote:

Vill ha svar på min fråga så jag kan fortsätta sticka, varför ska jag minska maskor efter resåren och inte öka som man brukar. Resåren blir ju större om mag gör så. Tacksam för svar snarast

31.07.2023 - 16:19

DROPS Design answered:

Hej Eva, om du inte minskar blir tröjan för bred. Resåren stickar du på mindre stickor och resåren drar ihop arbetet om du inte har ökat för resår.

07.08.2023 - 11:57

country flag Eva Wikman wrote:

Är det fel på mönstret ?? Ska man minska maskor efter resåren ? Har aldrig varit med om det på alla tröjor jag har stickat

28.07.2023 - 15:59

DROPS Design answered:

Hej Eva, ja, eller så vil bolen bli for smal (du behöver flere masker i resåren, da den ellers trækker arbejdet sammen) :)

04.08.2023 - 14:42

country flag CHALANI FONSEKA JENSEN wrote:

Hi I knitted the sweater with the smallest size but its bit bigger than I want. How I go to the next smaller size which XS ?

21.02.2023 - 20:24

DROPS Design answered:

Dar Mrs Fonseka Jensen, you will find all finished measurements for each size in the chart at the bottom of the pattern - this might help you to adjust to the required measurments/size. This lesson might help you. Happy knitting!

22.02.2023 - 08:35

country flag Catrin Håkansson wrote:

Fattar inte hur man gör under armen när det står att jag ska sticka fram och tillbaka, och lägga upp en maska , jag stickar ju med rundstickar , ska man inte maska av för ärmhålen som fram och bak stycket ?

20.01.2023 - 21:16

DROPS Design answered:

Hei Catrin. Du strikker rundt til ermet måler 61-60-59-58-56-54 cm, legg opp 1 ny maske og snu arbeidet. Strikk fra vrangen pinnen ut og legg opp 1 ny maske. Strikk frem og tilbake (på rundpinne) til ermet måler 63 cm. Det felles ikke av masker på ermet, slik det gjøres på for-bakstykket. mvh DROPS Design

23.01.2023 - 10:44

country flag Michaela wrote:

Pre českú verziu chyba dôležitá veta, ktorú som našla v komentároch ešte z roku 2018 a do návodu to nebolo doplnene. Ak budete pliesť predný diel treba pri oddelení ociek na pomocnú ihlicu ďalej uberať nasledovne: AT THE SAME TIME bind off at beg of every row from neck: 2 sts 3 times and 1 st 3 times = 26-27-29-30-32-33 sts remain on shoulder.

17.01.2023 - 00:04

country flag Sara Jones wrote:

Thanks for your last reply. The video about casting on is really helpful. Please could you just clarify where in the pattern I cast on the extra two stitches? Is it right at the end of the sleeve when it is the full 63cm before casting off, or does it not matter where they go?! Thanks again

28.11.2022 - 22:29

DROPS Design answered:

Dear Mrs Jones, you will cast on these 2 new stitches when sleeve measures 61-60-59-58-56-54 cm from the cast on edge, then continue working the sleeve cap back and forth on needle . Happy knitting!

29.11.2022 - 10:04

country flag Sara Jones wrote:

I’m coming towards the end of my first sleeve & wonder when I should “cast on one new stitch in each side”. I’ve finished the pattern M1 & am about to continue just in the blue until the finished measurement. I’m unsure when to cast on the new stitches & which technique would be best. Am I casting on these two extra stitches on one occasion or repeatedly? Thank you

28.11.2022 - 09:07

DROPS Design answered:

Dear Mrs Jones, this video shows how to cast on new stitches on the side; use this technique to cast one only 1 stitch at the end of the first row from the right side then 1 stitch at the end of the first row from the wrong side; Happy knitting!

28.11.2022 - 10:36

country flag Sara Jones wrote:

Just discovered I’ve knitted too far in the front so need to rip back a few rows to cast off the middle 19 stitches for the neck (size XL). I’m not sure what to do with the instructions to cast off 2 stitches 3 times & 1 stitch 3 times. Is this on consecutive rows & always in the middle of the front i.e. closest to the neck opening? This would mean casting off on a knit row then a purl row? Is there a video to help with this? Thank you

29.10.2022 - 22:18

DROPS Design answered:

Dear Sara, you need to cast off at the beginning of each row from the neck (that is, the stitches closest to the neckline). So, you cast off in rows from the right side when working the right front and rows from the wrong side when working the left front. Cast off 2 stitches in the next 3 rows from the right side, for example, and then cast off 1 stitch in the next 3 rows (from the same side as before). You can see all relevant videos for this pattern under the pattern instructions. Happy knitting!

30.10.2022 - 22:35