DROPS Cloud
DROPS Cloud
72% alpaca, 21% polyamide, 7% Wool
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Winter Sparkle Cardigan

Gebreid DROPS vest met kabels van 1 draad Cloud of 2 draden Air. Maat: S - XXXL.

DROPS Extra 0-1188
DROPS design: Model nr. co-015
Garengroep E of C en C
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS CLOUD van Garnstudio
450-500-550-600-650-700 gr. kleur nr. 03, parelgrijs

Of gebruik:
DROPS AIR van garnstudio
500-550-600-650-700-800 g kleur nr 03, parelgrijs

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 9 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 10 st x 14 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 8 mm - voor de ribbelst.
DROPS METAAL KNOOP: Rondte (steel), NR. 542: 4 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cloud
DROPS Cloud
72% alpaca, 21% polyamide, 7% Wool
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGATEN:
Maak aan de goede kant 4 knoopsgaten op de rechtervoorbies.
1 KNOOPSGAT = brei 2 st vanaf middenvoor, maak 1 omsl en brei de volgende 2 st r samen. Brei in de volgende nld de omsl r.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van ongeveer:
MAAT S: 20, 29, 38 en 47 cm
MAAT M: 20, 29, 38 en 47 cm
MAAT L: 24, 33, 42 en 51 cm
MAAT XL: 24, 33, 42 en 51 cm
MAAT XXL: 25, 35, 45 en 55 cm
MAAT XXXL: 25, 35, 45 en 55 cm
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 54-58-62-66-74-80 st op met rondbreinld 8 mm en 1 draad Cloud en 2 draden Air. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 9 mm. Brei in tricotst met 3 st in ribbelst aan elke kant. Brei bij een hoogte van 14 cm (= split) de 3 st in ribbelst aan elke kant van het werk in tricotst en zet TEGELIJKERTIJD 1 nieuwe st op (= kant st) aan elke kant van het werk aan het einde van de volgende 2 nld = 56-60-64-68-76-82 st. Brei de kant st in ribbelst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Kant bij een hoogte van 49-50-51-52-53-54 cm 2-3-4-4-5-6 st af aan elke kant van het werk voor de armsgaten aan het begin van de volgende 2 nld = 52-54-56-60-66-70 st. Kant bij een hoogte van 63-65-67-69-71-73 cm de middelste 10-10-12-12-14-14 st af voor de hals = 21-22-22-24-26-28 st over voor de schouder. Brei in tricotst tot het werk 64-66-68-70-72-74 cm meet. Brei 1 ribbel. Kant alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

RECHTERVOORPAND:
Zet 31-33-35-37-41-44 st op (incl. 4 voorbies st in ribbelst) met rondbreinld 8 mm en 1 draad Cloud en 2 draden Air. Brei 2 ribbels – meerder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld 2 st gelijkmatig = 33-35-37-39-43-46 st. Ga verder met rondbreinld 9 mm. Brei als volgt aan de goede kant: 4 voorbies st in ribbelst, A.2, 1 av, 16-18-20-22-26-29 st in tricotst, 3 st in ribbelst. Brei bij een hoogte van 14 cm de 3 st in ribbelst aan het einde van de nld aan de goede kant in tricotst en zet TEGELIJKERTIJD 1 nieuwe st op (= kant st) aan het einde van de nld aan de goede kant = 34-36-38-40-44-47 st. Brei de kant st in ribbelst. Denk om de KNOOPSGATEN - zie uitleg boven.

Kant bij een hoogte van 49-50-51-52-53-54 cm 2-3-4-4-5-6 st af voor het armsgat aan het begin van de volgende nld aan de verkeerde kant =32-33-34-36-39-41 st. Brei bij een hoogte van 64-66-68-70-72-74 cm – pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is –1 ribbel over alle st. Kant dan de eerste 21-22-22-24-26-28 st af voor de schouder = 11-11-12-12-13-13 st over voor de sjaalkraag. Ga verder in ribbelst over deze st – brei TEGELIJKERTIJD verkorte toeren, begin bij de hals (goede kant) als volgt: *brei 1 ribbel over alle st (= 2 nld r). Brei in de volgende nld aan de goede kant 9 r, keer en brei r terug*, herhaal van *-* tot het werk 7-7-8-8-9-9 cm meet aan de kant van de schouder (korte kant). Kant losjes alle st af.

LINKERVOORPAND:
Brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld, brei A.1 in plaats van A.2. Zet st op aan het einde van de nld aan de verkeerde kant. Kant af voor het armsgat aan het begin van de nld aan de goede kant. Kant af voor de schouder aan het begin van de nld aan de goede kant.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 24-24-24-26-26-26 st op met rondbreinld 8 mm en 1 draad Cloud en 2 draden Air. Brei 2 ribbels. Ga verder met rondbreinld 9 mm. Brei in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Meerder bij een hoogte van 9 cm 1 st naast de kant st aan elke kant van het werk en herhaal dit meerderen elke 9-7-6-5½-4½-4 cm nog 4-5-6-6-7-8 keer = 34-36-38-40-42-44 st. Kant af bij een hoogte van 47-47-47-46-44-43 cm. LET OP! Minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders. Brei nog een mouw.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in het vest. Naai de mouw- en zijnaden samen naast de kant st tot waar de kant st zijn opgezet (de splitten meten ongeveer 14 cm). Naai de kraag samen middenachter en naai de kraag langs de hals op het achterpand; naai met de zijkanten tegen elkaar om een dikke naad te voorkomen. Naai de knopen op het linkervoorpand.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1188

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (6)

country flag Barbara Kamm wrote:

Thanks you for those latest instructions. So the cable is not really a cable but I. Your last instructions I still don’t see the pattern for the o dented cable like pattern but I guess I can try to figure it out. Are there only 3 stitches in the cable like pattern?

05.09.2023 - 04:41

DROPS Design answered:

Dear Mrs Kamm, the cable is a real cable but you will either cross the first 6 sts or the last 6 sts - work 3rd row A.1 as follows: slip 3 sts on cable needle behind piece, K 3, K 3 from cable needle, K3, and work 11th row as follows: K3, slip 3 sts on cable needle behind piece, K 3, K 3 from cable needle. Happy knitting!

05.09.2023 - 13:35

country flag Barbara Kamm wrote:

Wow, that I do not understand. I’m going to have to look for an American pattern. I don’t know how to read diagrams. It’s greek to me. So frustrating

03.09.2023 - 22:39

country flag Barbara Kamm wrote:

I have 46 stitches on my needles, 4 stitches in garter, purl 1, 29 stitches in stocking knit, that 34 stitches than plus 3 at the end of the row =37, the other nine must be for the cable pattern. Which is on a diagonal. I don’t see any instructions on how to work the cable and the other stitches ?

02.09.2023 - 04:21

DROPS Design answered:

Dear Mrs Kamm, on right front piece in larger size, work the 46 sts as follows from right side: 4 front band stitches in garter stitch, work the 9 sts A.1 (= knit on 1st row, cable on 3rd row), then purl 1 and knit to the end of the row. from wrong side, work: K3, P29, K1, P9, K4. In A.1 as well as in A.2 all the stitches will not be crossed for the cable; in A.1 cross the first 6 sts and knit the last 3; then knit the first 3 and cross the last 6. Happy knitting!

04.09.2023 - 09:20

country flag Barbara Kamm wrote:

I am sorry to keep bothering you. But I don’t see in The instructions how to do the cable pattern. I am totally lost

02.09.2023 - 03:57

DROPS Design answered:

Dear Barbara, the instructions for the cable pattern are in the charts A.1 and A.2, where, on specific rows, you will slip 3 stitches to the cable needle, knit 3 and place the stitches back onto the main needle. So you will have 1 stitch in garter stitch before the cable in A.2 and purl 1 after A.2. On the other front piece you will have A.1 instead of A.2 and 1 purl before the cable and the edge stitch after the cable. Happy knitting!

03.09.2023 - 20:08

country flag Barbara Kamm wrote:

Hi: I am starting the right front and I am confused with the instructions. I am making the 3X size. I have knitted the first 4 stitches that you call Band. Then it states A.2, P1 which I assume is for pearl 1. That confuses me. Then it states 29 stitches in stocking knit. If I am looking at the picture and the right side is on the left, I am not sure what kind of stitch you do before and after the cable? I would think I would do pearl stitches bebore the cable and the cable is zig zag about

29.08.2023 - 05:39

DROPS Design answered:

Dear Mrs Kamm, on right front piece, work from RS as follows: 4 sts in garter stitch (K them on every row), then work A.2 (see diagram, read from right towards the left from RS and from the left towards the right from WS), purl 1 (this stitch will be knitted from WS), and work the next 29 sts in stocking stitch (= these stitches will be knitted from RS and purled from WS), end with 3 sts in garter stitch (knit them on every row). Happy knitting!

29.08.2023 - 09:27

country flag Barbara Kamm wrote:

It confuses me that on the back piece of this sweater it say to do garter stitch on 3 stitches on each side and I interpret that at the beginning and end of the back ?? Why is that? I understand using it on the front pieces

19.08.2023 - 18:05

DROPS Design answered:

Dear Barbara, the 3 stitches in garter stitch in each side of the back form a small border for the vent at the lower part of the jacket. After finishing the vent, you will have a single edge stitch in garter stitch, which will be used for the seam. Happy knitting!

20.08.2023 - 17:19