DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Extra 0-1178
DROPS design: Model nr. z-714
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maten:
Hoogte ongeveer 70 cm gemeten langs de middelste st
Breedte ongeveer 140 cm aan de bovenkant.
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
300 gr. kleur nr. 6205, lichtblauw

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst of 24 st keer 48 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Meerder 1 st door 2 omsl te maken; brei in de volgende nld de eerste omsl r en laat de andere omsl van de nld glijden zodat een gaatje ontstaat.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
Meerder 1 st door 2 omsl te maken; brei in de volgende nld de eerste omsl av en laat de andere omsl van de nld glijden zodat een gaatje ontstaat.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.11. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen. De omslagdoek wordt vanaf middenachter naar beneden en naar de zijkanten gebreid.
Zet 3 st op met rondbreinld 3 mm en Alpaca. Brei de eerste nld als volgt (aan de goede kant): 2 r st in elke st = 6 st. Brei 1 nld recht. Brei de volgende nld als volgt: 2 r in elke st tot er 1 st overblijft, 1 r = 11 st. Plaats een markeerder in de 6e st = mid st. Ga dan verder in RIBBELST heen en weer - zie uitleg boven – en meerder TEGELIJKERTIJD 4 st elke nld aan de goede kant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1 - als volgt: 1 r, 2 omsl, 4 r, 2 omsl, 1 r (= middelste st), 2 omsl, 4 r, 2 omsl, 1 r = 15 st. Ga zo verder en meerder 1 st naast de kant st in ribbelst aan elke kant en aan elke kant van de mid st met de markeerder in elke nld aan de goede kant tot het werk klaar is - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Als er 35 st op de nld staan in totaal, brei dan in patroon (ga verder met de kant st in ribbelst en het meerderen als hiervoor) als volgt: A.1 (= 8 st) tot mid st, 1 st in tricotst (= mid st), A.1. LET OP: brei de st in patroon A.1 die niet passen bij het meerderen aan begin van de nld en in het midden in tricotst st tot er genoeg st zijn voor een nieuwe herhaling van A.1. Ga zo verder tot A.1 acht keer in de hoogte is gebreid = 163 st. Het werk meet ongeveer 23 cm in de breirichting.

Brei nu A.2 (= 8 st) naast de kant st in ribbelst en de mid st, ga verder met meerderen als hiervoor. LET OP: brei in de 5e nld in A.2 de st die niet in het patroon passen door het meerderen voor de mid st en aan het einde van nld recht. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 183 st op de nld.

Brei nu in patroon (ga verder met de kant st en meerderingen als hiervoor): * A.3 (= 1 st op 1e nld), A.4 (= 8 st) tot er 1 st overblijft voor mid st, A.5 (= 1 st op 1e nld) *, herhaal van *-* na het meerderen aan elke kant van mid st. Als er genoeg st zijn gemeerderd aan elke kant van de mid st, brei dan A.4 over deze gemeerderde st (dus boven elke herhaling van A.3 en A.5).
Ga zo verder tot A.3-A.5 vijf keer in de hoogte zijn gebreid = 343 st op de nld.

Brei nu A.2 naast de kant st in ribbelst en de mid st en ga verder met meerderen als hiervoor. LET OP: brei in de 5e nld van A.2 de st die niet in het patroon passen door het meerderen voor de mid st en aan het einde van nld recht. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 363 st op de nld. Het werk meet ongeveer 69 cm langs de mid st gemeten.

Brei nu 1 nld in tricotst aan de goede kant (ga verder met de kant st en de meerderingen als hiervoor) en meerder TEGELIJKERTIJD 14 st gelijkmatig (dus 7 st aan elke kant van de mid st) = 381 st. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant naast de kant st in ribbelst aan elke kant.

Brei nu in patroon (LET OP: de kant st in ribbelst en de meerderingen staan niet in het telpatroon) als volgt: A.6 (= 15 st), A.7 (= 26 st) 6 keer in de breedte, A.8 (= 19 st), A.9 (= 20 st), A.10 (= 26 st) 6 keer in de breedte, A.11 (= 15 st). Ga zo verder heen en weer tot het hele telpatroon gebreid is in de hoogte - LET OP: let op de extra omsl aan elke kant van elke st met pijl in het telpatroon. Dit wordt gedaan voor mooie puntjes langs de afkantrand van de omslagdoek. Als A.6-A.11 een keer in de hoogte zijn gebreid, staan er 497 st op de nld.

Plaats 1 markeerder in elke st met pijl in het telpatroon (= 15 markeerders). Brei 2 nld in tricotst (ga verder met meerderen als hiervoor). Eindig met 1 nld r aan de verkeerde kant en meerder TEGELIJKERTIJD met 1 omsl aan elke kant van elke st met de markeerder (= 30 st gemeerderd). Kant losjes alle st af. Kant de omsl als st af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 omsl. Brei in de volgende nld de eerste omsl av en laat de andere omsl van de nld glijden
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1178

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (11)

country flag Marina wrote:

Dood day, my question is about the 'Swan Lake' shawl. Afrer having 381 stitches on needles I must knit from chart A6 till chart A11 till finishing them in hight. I counted all the increases in the charts and they are 21 in 4 charts. 21x4=84. 381+84=465 stitches and I must have them 497. Where am I mistaken? Thank you.

28.10.2023 - 13:04

DROPS Design answered:

Dear Marina, make sure you make the correct number of yarn overs in each diagram, you should have A.6 (=40 sts)+ 6 x A.7 (= 6x28=168 sts) + A.8 (40 sts) + A.9 (41 sts) + 6 x A.10 (=6x28= 168 sts) + A.11 (= 40 sts) = 497 sts. Happy knitting!

30.10.2023 - 16:09

country flag Joke Boevé wrote:

Ik heb moeite met A.1 is dat je het patroon vanaf het begin of vanaf het midden moet tellen. En is dit met alle telpatroon van deze omslagdoek. Moet je bij steeds blijven meerderen als het eerste stuk gedaan heeft.

12.08.2022 - 15:32

country flag Joke Boevé wrote:

Na 35 st moet je beginnen A.1 is dat je die 8 st over de eerste helft moet beginnen of vanaf het midden. En moet je steeds aan het begin 2xomslag maken. Is dat met alle telpatronen van het begin breien

12.08.2022 - 15:26

DROPS Design answered:

Dag Joke,

De omslagen aan de zijkanten en in het midden maak je over de hele omslagdoek, dus hier ga je de hele tijd mee door. Als je 35 steken op de naald hebt brei je (na de kantsteek en de omslag) A.1 tot de middelste steek. Je begint dus gewoon bij het begin van A.1 en omdat je 35 steken hebt, brei je op de eerste naald precies 2 keer A.1 voordat je op de middelste steek bent. De gemeerderde steken brei je steeds in tricotsteek totdat je genoeg steken hebt om nog een herhaling van A.1 te breien.

14.08.2022 - 19:57

country flag Maija wrote:

Miten tuo reuna pitsi neulotaan? Kuvio A6 sitten A7 (6 kertaa?), A8 sen jälkeen A9, A10 (6 kertaa) ja lopuksi A11. Ei edes silmukat riitä. Mielestäni menisi sopivasti kun neuloo A6 ja A7 toistaen keskilinjaan saakka.

26.08.2021 - 21:28

DROPS Design answered:

Hei, työssä on 381 silmukkaa. Tarkistin ohjeen, ja sain kuviot mahtumaan: 15 s + 6 x 26 s (= 156 s) + 19 s + 20 + s + 6 x 26 s (= 156 s) + 15 s = 381 s.

09.09.2021 - 17:27

country flag Nettie Van Bommel wrote:

Dit patroon is fijn om te breien tot het laatste. Ik heb proeflapjes gebreid maar kom er niet uit . Als ik met A6,A7,A8 en moet breien kl op t het niet meer . Je moet er 2 steken bijmaken maar dat komt niet meer goed!,,

14.12.2019 - 19:27

country flag Nettie Van Bommel wrote:

Dit patroon is fijn om te breien tot het laatste. Ik heb proeflapjes gebreid maar kom er niet uit . Als ik met A6,A7,A8 en moet breien kl op t het niet meer . Je moet er 2 steken bijmaken maar dat komt niet meer goed!,,

14.12.2019 - 19:26

country flag Nettie Van Bommel wrote:

Dit patroon is fijn om te breien tot het laatste. Ik heb proeflapjes gebreid maar kom er niet uit . Als ik met A6,A7,A8 en moet breien kl op t het niet meer . Je moet er 2 steken bijmaken maar dat komt niet meer goed!,,

14.12.2019 - 18:34

country flag Wendie Ranner wrote:

Nearly finished, now it says increase each side if the arrows. There’s five arrow 2 of which the pattern is done six time, so that make 15 (markers) where are the other two please. Thank you

30.08.2019 - 01:58

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ranner, that's right, pattern has been edited, there are 15 markers and then 30 sts increased. Happy knitting!

11.09.2019 - 14:04

country flag Bernadette wrote:

Are the tips created in the last row of increases on either side of the 17 markers, the K on WS? Or do those increases occur in either of the stockinette rows? I need clarification please.

10.11.2018 - 11:30

DROPS Design answered:

Dear Bernadette, the tips are created with the yo's on each side of the stitch with the arrow in diagrams A.7, A.8 and A.9 - + the YO's on each side of the sts with markers when working the last row K from WS before bind off. Happy knitting!

12.11.2018 - 08:55

country flag Loup wrote:

A1 ist nach der mittelmasche gemeint, dass man A1 spiegelverkehrt stricken muss? Also zuerst das zusammen stricken Umschlag Masche rechts Umschlag zusammen stricken 3 rechte Maschen gemeint? Vom Foto kann man es nicht ableiten, es würde aber Sinn machen.

04.12.2017 - 20:46

DROPS Design answered:

Lieber Loup, so können Sie wahrscheinlich auch stricken, dh spiegelverkehrt. Viel Spaß beim stricken!

05.12.2017 - 08:28