DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 46.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Autumn Brume

Gebreide DROPS trui met kantpatroon, kabels en split van ”Merino Extra Fine”. Maat: S - XXXL.

DROPS Extra 0-1152
DROPS design: Model nr. me-086
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L/XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van Garnstudio
650-750-850-950 gr. kleur nr. 13, denimblauw.

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 en 80 cm) 3,5 mm - voor de boordsteek en de ribbelst.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 46.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.10. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
1e nld in telpatroon = goede kant.

TIP VOOR HET BREIEN:
Als het voorpand en achterpand apart verder gebreid worden na het delen voor de armsgaten, brei dan de st in A.1 en A.8 niet langer volgens het patroon, maar brei ze av aan de goede kant en r aan de verkeerde kant.
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND (tot het eind van de split):
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 158-182-206-230 st op met rondbreinld 3,5 mm en Merino Extra Fine. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant. Brei boordsteek als volgt: A.1 (= 4 st), * 2 r, 2 av *, herhaal van *-* tot er 6 st over zijn, 2 r, A.8 (= 4 st). Ga zo verder heen en weer tot de boordsteek 5 cm meet - pas zo aan dat het na een nld aan de verkeerde kant is. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: brei A.1, A.2 (= 12 st) 1-1-2-3 keer, A.3 (= 18 st), A.4 (= 12 st), A.5 (= 16 st), A.4 0-1-1-1 keer, A.6 (= 34 st), A.2 0-1-1-1 keer, A.7 (= 16 st), A.2, A.3, A.4 1-1-2-3 keer en eindig met A.8. Brei tot en met de 3e nld in het telpatroon = 124-140-156-172 st op de nld. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei het telpatroon 1 keer in de hoogte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Herhaal dan de 5e tot en met de laatste nld in elk telpatroon in de hoogte (zie ster in telpatroon). Ga verder in patroon tot het werk 12 cm meet, pas zo aan dat de laatste nld aan de verkeerde kant is, laat het werk dan rusten en brei het voorpand.

VOORPAND (tot het eind van de split):
Zet op en brei als het achterpand - pas zo aan dat de laatste nld dezelfde nld in patroon is als op het achterpand.

LIJF:
Brei nu in de rondte op de rondbreinld.
Zet het voorpand en achterpand op dezelfde rondbreinld en ga verder in patroon in de rondte als hiervoor = 248-280-312-344 st op de nld - plaats 1 markeerder aan elke kant tussen het voorpand en het achterpand. Splits bij een hoogte van 34-36-39-40 cm het werk voor de armsgaten bij de markeerders aan de zijkanten en brei voorpand en achterpand weer apart verder – LEES TIP VOOR HET BREIEN.

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
= 124-140-156-172 st.
Ga verder in patroon heen en weer als hiervoor en zet TEGELIJKERTIJD nieuwe st op aan het einde van elke nld aan elke kant als volgt: 2 keer 6 st in totaal aan elke kant en dan 1 keer 7 st aan elke kant = 162-178-194-210 st op de nld - LET OP: brei de gemeerderde st in A.9 (= 19 st) aan het begin van het werk (dus voor A.1) en in A.10 (= 19 st) aan het einde van het werk (dus na A.8) aan de goede kant.

Brei tot een hoogte van 53-57-61-63 cm (LET OP voor maat L-XXXL: in telpatroon A.4 en A.2 richting de hals eindigt de kabel dus sla de 4e nld in het telpatroon over) en kant de middelste 20-22-24-24 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en kant 1 st af in de volgende nld langs de hals = 70-77-84-92 st. Brei bij een hoogte van 55-59-63-65 cm 1 ribbel in RIBBELST - zie uitleg boven, over alle st – minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld 1 st over elke kabel in A.2/A.4 (ook voor de kabels langs de hals) en minder 2 st over elke kabel in A.5/A.7 = 66-72-78-85 st. Kant losjes alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 124-140-156-172 st.
Ga verder en brei het voorpand als het achterpand = 162-178-194-210 st nadat de nieuwe st zijn opgezet. Zet bij een hoogte van 46-49-52-54 cm de middelste 12-12-14-14 st op een hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart = 75-83-90-98 st. Kant dan af elke nld langs de hals: 1 keer 2 st en 3-4-4-4 keer 1 st (LET OP voor maat L-XXXL: In telpatroon A.4 en A.2 eindigt de kabel richting de hals dus sla de 4e nld in het telpatroon over) = 70-77-84-92 st. Brei bij een hoogte van 55-59-63-65 cm 1 ribbel over alle st – minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld 1 st over elke kabel in A.2/A.4 (ook voor de kabel langs de hals) en minder 2 st over elke kabel in A.5/A.7 = 66-72-78-85 st. Kant losjes alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Neem 82-90-94-98 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) aan de goede kant naast de kant st in ribbelst naar beneden langs een mouw met rondbreinld 4 mm en Merino Extra Fine. Plaats 1 markeerder, MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei tricotst heen en weer op de nld. Minder bij een hoogte van 2-2-1-3 cm 1 st aan elke kant. Herhaal dit minderen elke 2-1½-1½-1 cm nog 14-17-17-18 keer = 52-54-58-60 st. Brei tot een hoogte van 31-29-27-25 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) en ga dan verder met rondbreinld 3,5 mm. Brei 1 nld recht aan de goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD 14-16-16-18 st gelijkmatig = 66-70-74-78 st. Brei dan boordsteek 2 r/2 av met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Als de boordsteek 8 cm meet, kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de onderarmnaden samen naast de kant st.

HALSRAND:
Neem ongeveer 70-79 st op aan de goede kant (incl. de st op de hulpdraad) met de korte rondbreinld 3,5 mm en Merino Extra Fine, begin bij een schouder. Brei 2 ribbels in RIBBELST in de rondte op de rondbreinld - zie uitleg boven. Kant alle st af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 av gedraaid samen
symbols = 2 av samen
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
symbols = herhaal deze nld in de hoogte
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1152

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (3)

country flag Brigitte wrote:

Bonjour. Possible de démarrer le modèle en taille s/m. Je n'arrive pas à trouver le nbre de maille pour le dos après les 5cm du bas. J'ai 158 mailles et quand je suis le modèle A1 puis A2 puisA3 etc cela ne correspond pas . E A5 et A4 ne devant pas être mis dans cette taille. J'ai 26 mailles qui ne servent à rien.. Je n'ai jamais eu ce genre de pb. Merci

28.12.2017 - 10:13

DROPS Design answered:

Bonjour Brigitte, tricotez ainsi les 158 m: A.1 (= 4 m), 1 fois A.2 (= 12 m), A.3 (= 18 m), A.4 (= 12 m), A.5 (= 16 m), A.6 (= 34 m), A.7 (= 16 m), A.2 (= 12 m), A.3 (= 18 m), 1 fois A.4 (12 m), terminez par A.8 (= 4 m) soit: 4 + 12 + 18 + 12 + 16 + 34 + 16 + 12 + 18 + 12 + 4 = 158 m Tricoter les diagrammes ainsi jusqu'au 3ème rang inclus, au 3ème rang, on va diminuer des mailles dans les diagrammes, soit: 4 m dans A.2, 2 m dans A.3, 4 m dans A.4, 2 m dans A.5, 8 m dans A.6 et 2 m dans A.7 = il reste 124 m. Bon tricot!

02.01.2018 - 09:49

country flag Susanne Holm wrote:

Hej! Det må være en fejl i mønstret, at alle snoninger i diagrammet ligger på vrangpinde, mens mønstret angiver, at snoningen skal laves i ret? Mvh fra Susanne Holm

22.11.2015 - 15:50

DROPS Design answered:

Hej Susanne, Du ved at du læser diagrammerne fra nederste højre hjørne og strikker dem opad, nøjagtig som du strikker? Da vil alle mønsterpinde ligge på retsiden. God fornøjelse!

25.11.2015 - 14:24

Marvani E wrote:

Les torsades se font elles sur l endroit ou sur l envers elles sont

13.11.2015 - 18:34

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Marvani, les torsades doivent se faire sur l'endroit. Bon tricot!

16.11.2015 - 08:51