DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Extra 0-1023
DROPS design: Model nr. me-018-bn
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: 2 - 3/4 - 5/6 - 7/8 jaar
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van Garnstudio
100-100-150-150 kleur nr. 30, mosterdgeel
100-100-100-100 gr. kleur nr. 11, rood
50-50-50-50 gr. kleur nr. 01, naturel
En gebruik een restje in kleur nr. 20, donkerblauw voor de decoraties.

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 en 40 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (60 cm) 3 mm - voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st aan elke kant van de middelste 2 st op de voorkant en achterkant door 1 omsl te maken, brei in de volgende nld de omsl gedraaid r om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 2 st r samen en dan 2 st gedraaid r samen (markeerder staat tussen deze st).
----------------------------------------------------------

BROEK:
Wordt van boven naar beneden gebreid, in de rondte op de rondbreinld en dan op de breinld zonder knop.
Zet 120-124-128-132 st op met rondbreinld 3 mm en rood en brei boordsteek 2 st r/2 st av. Brei tot de boordsteek 3 cm meet. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei in tricotst, minder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 12 st gelijkmatig = 108-112-116-120 st op de nld. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld = middenachter. Brei nog 1 nld maar stop nu 5 st voor de markeerder. Laat het werk rusten. Brei nu 5-5-7-7 kleine driehoekjes die aan de achterkant van de broek bevestigd worden (= kam).

DRIEHOEKJES:
Zet 2 st op met breinld zonder knop 4 mm en rood, 1 st r, 1 omsl, 1 st r. Brei de omsl altijd gedraaid r in de volgende nld om gaatjes te voorkomen. Brei alle st recht = 3 st. Brei in RIBBELST – zie uitleg boven, heen en weer op de breinld zonder knop en meerder TEGELIJKERTIJD 1 st door een omsl te maken naast de kant st aan elke kant elke 3e nld tot er in totaal 9 st en 2 omsl op de nld staan. Brei de volgende nld av en brei de omsl gedraaid av. Er zijn nu 2 nld in tricotst aan de bovenkant van de driehoek. Zet de driehoek op een hulpdraad. Brei in totaal 5-5-7-7 driehoeken en zet allemaal op dezelfde hulpdraad. Zorg dat er op dezelfde manier opstaan, dus dat bij alle driehoeken de 2 nld in tricotst dezelfde kant op wijzen.
Brei ze nu mee met de achterkant van de broek.
Houd de hulpdraad met driehoeken voor de goede kant van de broek, zorg dat de 2 nld in tricotst met de goede kant naar u toe wijzen. Brei de eerste st van de eerste driehoek samen met de eerste st van de broek. Ga verder en brei st van de driehoeken samen met de broek tot er 3-3-4-4 verwerkt zijn. Brei nu de broek verder tot 22-22-33-33 st voor de eerste driehoek. Brei nu de laatste 2-2-3-3 driehoeken aan de broek vast.
Brei de volgende 5 st recht = begin van de nld/middenachter en verplaats de markeerder van eerder hier naartoe. Ga verder met mosterdgeel en plaats nog 1 markeerder op de broek, plaats deze na 54-56-58-60 st (= middenvoor). Brei dan een ronding op de achterkant in tricotst als volgt: brei 8 st voorbij de markeerder middenachter, keer, trek de draad aan en brei 16 st, keer, trek de draad aan en brei 24 st, keer, trek de draad aan en ga zo verder door steeds 8 st meer te breien elke keer tot in totaal 80-80-80-96-96 st gebreid zijn. Keer, ga verder in tricotst in de rondte tot het werk 13-13-14-15 cm meet. Laat het werk rusten.
Brei nu een grote driehoek (= snavel) die middenachter aan de broek bevestigd wordt op dezelfde manier als de kleine driehoekjes aan de bovenkant.

GROTE DRIEHOEK:
Zet 2 st op met rondbreinld 4 mm (40 cm) en rood, 1 st r, 1 omsl, 1 st r. Brei alle st recht = 3 st. Brei in ribbelst, heen en weer op de rondbreinld en meerder TEGELIJKERTIJD 1 st met een omsl naast de kant st aan elke kant elke nld 24-25-26-27 keer = 51-53-55-57 st op de nld. Brei de laatste nld av en brei de omsl gedraaid av. Er zijn nu 2 nld in tricotst aan de bovenkant van de driehoek.
Laat de driehoek rusten en ga verder in de rondte op de broek tot 25-26-27-28 st voor de markeerder middenachter. Houd de driehoek voor de goede kant van de broek en zorg dat de 2 nld in tricotst op de driehoek naar u toe wijzen. Brei de eerste st van de driehoek samen met de eerste st van de broek. Ga verder en brei de st van de driehoek en de broek samen tot alle st van de driehoek verwerkt zijn en brei dan verder op de broek tot middenachter.
Ga verder in tricotst tot het werk 18-18-20-21 cm meet middenvoor. Meerder dan 2 st aan de voorkant en achterkant in de volgende nld – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen om de nld nog 5 keer (= 6 keer in totaal) = 132-136-140-144 st. Kant na de laatste meerdering (het werk meet ongeveer 23-23-24-25 cm middenvoor) 12 st af middenvoor en middenachter (dus kant 6 st af aan elke kant van beide markeerders). Eindig elke pijp apart, zet de st voor een pijp op een hulpdraad.

PIJP:
= 54-56-58-60 st.
Verdeel de st over 4 breinld zonder knop 4 mm en brei in tricotst in de rondte – plaats 1 markeerder aan de binnenkant van de pijp. Brei in tricotst tot het werk 4 cm meet, brei nu 2 nld met naturel en minder TEGELIJKERTIJD 1 st aan elke kant van de markeerder – LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Ga verder met mosterdgeel en herhaal dit minderen en brei 2 nld met naturel elke 2.5-4.5-5.5-7 cm nog 5 keer (= 6 keer in totaal) = 42-44-46-48 st.
Ga als de pijp 19-28-34-40 cm meet verder met rood en brei 2 nld – meerder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld 6-8-6-8 st gelijkmatig = 48-52-52-56 st. Ga verder met breinld zonder knop 3 mm en brei 10 cm boordsteek = 2 st r/2 st av met rood. Kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Zet de st van de andere pijp terug op de nld en brei als de eerste pijp.

AFWERKING:
Naai de 12 st afgekante st tussen de pijpen aan elkaar – naai in de buitenste lusjes van de buitenste steken om een dikke naad te voorkomen.

OGEN:
Zet 5 st op met donkerblauw en breinld zonder knop 4 mm en brei 3 ribbels in ribbelst heen en weer. Brei 1 nld recht, draai het werk met de klok mee en neem 1 st op in elke ribbel aan de zijkant van het werk met 1 nieuwe breinld zonder knop (= 3 st), draai het werk verder en neem 5 st op aan de onderkant in de opzetrand met een nieuwe breinld zonder knop = 13 st op de nld. Brei recht terug en ga dan verder met naturel.
Brei 5 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl en 5 st r. Brei terug en brei de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen = 17 st op de nld.
Brei 6 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl en 6 st r. Brei terug en brei de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen = 21 st op de nld.
Kant af met rechte st aan de goede kant. Knip de draad af en zet vast. Brei nog een oog op dezelfde manier en zet de ogen vast op de achterkant van de broek, boven de grote driehoek (= snavel).

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1023

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (10)

country flag Hege wrote:

Hei. Det kan da ikke stemme at det kun skal være 150 gram gul til denne buksen i str 7-8 år? Jeg har nå brukt 200 gram og er enda ikke ferdig med buksen. Har riktig strikkefasthet.

19.11.2021 - 00:02

country flag Pia Berglund wrote:

Kan någon visa en bild? på de byxor ni gör

25.04.2019 - 23:40

country flag May-Brit Hjelén Isaksen wrote:

Hvordan skal jeg felle før jeg strikker benene, altså de 12 foran og bak, uten å bli sittende igjen med en maske midt i fellingen bak? *nybegynner*

18.01.2019 - 07:53

DROPS Design answered:

Hej May-Brit, du feller alle 12 masker foran, strikker benet og sætter maskerne på en tråd, feller alle 12 masker bagpå. Nu har du maskerne til det andet ben på pinden og fortsætter ifølge opskriften. God fornøjelse!

25.01.2019 - 09:12

Ana-Maria Pasca wrote:

And my 3rd questions is that my piece is not straight, is a little bit sloping, not vertical (it is my first time when working circular); is it normal? would be better after first wash? Thank you again for patience and for the gorgeous cheeky chicken pattern!

05.04.2016 - 07:11

DROPS Design answered:

Dear Mrs Pasca, since you have worked some short rows on back piece -before adding large triangle- you piece will not be "straight" - you can always show/send a picture to your DROPS store, they will then give you further individual assistance, even per mail or telephone. Happy knitting!

05.04.2016 - 10:23

Ana-Maria Pasca wrote:

Hello again! Please tell me (I'm a beginner so thank you for your patience): 1. on inc just before going on legs, the YOs (YO--marker--YO) even worked twisted it turn into small hole, is it normal? 2. also there, is it correct to work one turn making YOs, next turn working them, 3rd turn YOs, 4th working and so on till 6th time--being for 6 inc 12 turns worked? (or should be YOs, work them and on the same time YOs)

05.04.2016 - 07:10

DROPS Design answered:

Dear Mrs Pasca, the inc before legs (on front and back pieces) are made on either side of the 2 middle sts on front and on back piece (see Increase tip at the very beg of the pattern), so that you will have YO, K2 (marker is between these 2 sts), YO. You repeat these inc every other round a total of 6 times, ie work *1 round with inc, 1 round without inc*, repeat from *-* a total of 6 times = 4 sts inc per round x 6 inc rounds = 24 sts inc. Happy knitting!

05.04.2016 - 10:21

Pasca Ana-Maria wrote:

Before working the large triangle it is said to put piece aside when measures 13-13-14-15 cm. Measure is at mid front as rest of pattern? (it is not said in the text!). Thank you, Ana

31.03.2016 - 15:01

DROPS Design answered:

Dear Mrs Pasca, correct, you should measure at mid front. Happy knitting!

31.03.2016 - 16:00

country flag Catherine wrote:

Bonjour, Pour le Cheeky Chicken, est ce qu'on doit fixer tout le grand triangle (les trois côtés)? Dans le patrons on n'en parle pas, mais je me demandais si on devait coudre les deux autres côtés ? Merci!

07.12.2015 - 15:31

DROPS Design answered:

Bonjour Catherine, le grand triangle n'est pas fixé ici sur les 2 autres côtés. Bon tricot!

07.12.2015 - 16:50

country flag Audrey wrote:

So sorry to bother you again. I am still not sure I understand your answer. Here is what I think...please correct me. I knit the two rounds of whit, decreasing two stitches each row...then knit the mustard without decreasing for 2.5cm. Then do two rounds of white again decreasing each round two stitches.? Thank you in advance for your patience.

21.04.2015 - 18:22

DROPS Design answered:

Dear Audrey, you decrease only 2 sts when working the round off white (either on 1st or 2nd round as you rather), then continue with mustard for 2.5 cm (first size) and repeat 2 rounds with off-white + dec 2 sts on 1st or 2nd round, and 2.5 cm stocking with mustard a total of 6 times (12 sts decreased). Happy knitting!

22.04.2015 - 11:49

country flag Audrey wrote:

I am having trouble understanding the decreases in the leg of the chicken pants. Do I only decrease when I use the off white...or when I use the mustard color too. When I work the first two rounds, do I decrease both rounds or just one. I am making these for my nephews daughter. He raises chickens...I am hoping you can help with more explicit instructions. Thanks

21.04.2015 - 13:42

DROPS Design answered:

Dear Audrey, that's correct, you repeat the 2 rounds with off-white and the dec every 2.5-4.5-5.5-7 cm 5 more times (= 6 times in total) = 42-44-46-48 sts remain when all dec are done. HHappy knitting!

21.04.2015 - 17:29

country flag AJ wrote:

I am making the chicken pants pattern. It says knit with mustard color for 5". No sure if I should measure from the front or back of pants. Because of the extra rows on the back they are different lengths. Thanks

24.03.2015 - 00:59

DROPS Design answered:

Dear AJ, measure should be done from mid front. Happy knitting!

24.03.2015 - 10:11